Talent 3.7 grammatica 2TL

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen vorige les
We hebben 25 woorden geleerd.
Even testen of je de betekenis weet van de volgende woorden:

Slide 2 - Tekstslide

aanstekelijk
A
Iets kunnen verdragen
B
Te vol zijn met spullen
C
Als je vanzelf zin krijgt om mee te doen
D
Vrolijkheid

Slide 3 - Quizvraag

Tegen een stootje kunnen
A
Iets kunnen verdragen
B
Te vol zijn met spullen
C
Als je vanzelf zin krijgt om mee te doen
D
Vrolijkheid

Slide 4 - Quizvraag

uitpuilen
A
Iets kunnen verdragen
B
Te vol zijn met spullen
C
Als je vanzelf zin krijgt om mee te doen
D
Vrolijkheid

Slide 5 - Quizvraag

de hilariteit
A
Iets kunnen verdragen
B
Te vol zijn met spullen
C
Als je vanzelf zin krijgt om mee te doen
D
Vrolijkheid

Slide 6 - Quizvraag

Doel vandaag:
Herhalen persoonsvorm, zinsdeelstrepen zetten, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp
Nieuw: meewerkend voorwerp

Slide 7 - Tekstslide

Mijn klasgenoot vraagt aan mij vaak een potlood.
Wat is de persoonsvorm?

Slide 8 - Open vraag

...........................................PV....................................................................
Mijn klasgenoot |vraagt |aan mij vaak een potlood.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 9 - Open vraag

.......................................PV/WG..............................................................
Mijn klasgenoot| vraagt| aan mij vaak een potlood.

Wat is het onderwerp?

Slide 10 - Open vraag

....................O.................PV/WG.............................................................
|Mijn klasgenoot| vraagt |aan mij vaak een potlood.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 11 - Open vraag

.................O...................PV/WG.............................................LV...............
|Mijn klasgenoot| vraagt| aan mij vaak |een potlood.|

Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

meewerkend voorwerp

Slide 15 - Tekstslide

        O                          PV/WG    MV                                 LV
|Mijn klasgenoot| vraagt| aan mij |vaak |een potlood.|

het meewerkend voorwerp

Aan/voor wie/wat + pv + ond + lv + (rest wg)? = MV

Slide 16 - Tekstslide

1 Mijn lerares geeft ons onze toetsen terug.

2 Op de toetsblaadjes maakt ze meestal een tekening.

3 De leerling met een goed cijfer geeft ze een bloem of vlinder op het papier.

Slide 17 - Tekstslide

Ook in het onderwijs maken docenten voor hun klassen ‘escape the classrooms’.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 18 - Open vraag

Ook in het onderwijs |maken| docenten voor hun klassen ‘escape the classrooms’.
Wat is het onderwerp?

Slide 19 - Open vraag

Ook in het onderwijs |maken| docenten |voor hun klassen ‘escape the classrooms’.
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 20 - Open vraag

Ook in het onderwijs |maken| docenten voor hun klassen| ‘escape the classrooms’.|
Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 21 - Open vraag

ik weet wat het meewerkend voorwerp (mv) is en kan het mv uit een zin halen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll