M&O week 1 (les 1) schoonmaak

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Startklaar

• Welkom Klas! 
• Ga allemaal op je plek zitten. 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. Vooraf:
   Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
   
   
2. Instructie:
   Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
   
   
3. Toepassing:
   Actieve verwerking, Formatief handelen 
   
   
4. Evaluatie:
   Afsluiting

Thuis en professioneel schoonmaken, werkvolgorde, technologie in de schoonmaak, praktijk opdracht. 

              Programma

• Terugblik
• Leerdoelen
• Instructie
• Controle
• Begrippen
  
• Aan de slag
  
• Exit ticket/Afsluiting

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

           Leerdoelen

Aan het einde van de les kan je:

R: Verschil thuis vs. professioneel schoonmaken uitleggen en de juiste werkvolgorde uitleggen.

T1: Werkvolgorde toepassen in praktijk.

I: Uitleggen hoe technologie in de schoonmaak wordt gebruikt.

T2: Praktijkopdracht uitvoeren met juiste volgorde, materialen en middelen.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Wat weten jullie over schoonmaken?

2. Voorkennis activeren

De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 

Thuis schoonmaken

• Wie?
• Welke schoonmaakmiddelen?
• Hoe vaak?
• Waarom?
• Maak jij je eigen kamer schoon?
  
  

Huishoudelijke taken: De klusjes die je thuis doet om het huis schoon, netjes en in orde te houden.

Valt dit onder professioneel schoonmaken?

Professioneel schoonmaken

Professioneel schoonmaken:

Je maakt schoon in opdracht van een ander, volgens een vaste planning en duidelijke afspraken.

Wat komt daar bij kijken?

• Eisen en regels: De afspraken en instructies die je moet volgen om het schoon en gezond te houden.
• Methodiek: De manier waarop je een taak uitvoert, stap voor stap.
• Hygiëne: Gezond blijven door jezelf en je omgeving regelmatig schoon te houden.
• Ergonomisch: Werken op een veilige en gezonde manier voor je lichaam.
• Planning: Een schema waarin staat wat je wanneer moet doen.
• Schoonmaakmethode: De juiste manier om iets schoon te maken, met de juiste middelen en stappen.

Ergonomisch werken

Een goede houding is belangrijk . Schoonmaken, opruimen en lang zitten kan belastend voor je lichaam zijn. Zware dingen tillen is niet goed voor je rug als je het niet goed doet.

Ergonomie betekent verstandig met je lichaam omgaan, dus letten op een goede houding.

Ergonomisch werken Ergonomisch werken betekent werken in de juiste werkhouding. 

Opdracht tijdens het filmpje bedenken.

 Schoonmaak

Schoonmaakplan
Een goede planning waardoor je handig gaat werken. 

In een schoonmaakplan staan de volgende onderdelen

Wat je gaat schoonmaken.

Wanneer je gaat schoonmaken.

Hoe je gaat schoonmaken.

Wie er gaat schoonmaken.

Werkvolgorde

Vaste werkvolgorde:

1. Werk van schoon naar vuil.
   
2. Werk van hoog naar laag.
   
3. Werk van droog naar nat.
   

• Stoffen: droog vuil van kasten of tafels verwijderen.
  
• Stofzuigen: droog vuil van de grond verwijderen.
  
• Dweilen: aangekleefd vuil van de vloer verwijderen.
  
• Ramen zemen.
  

Werkvolgorde 

1 Voorbereiding: Zet de juiste materialen en middelen klaar.

2 Uitvoering: Voer de schoonmaaktaak uit.

3 Afronding: Ruim de materialen en middelen op.

Technologie in de schoonmaak


Technologie maakt meer tijd vrij voor medewerkers om andere taken te doen

Wat is een belangrijk verschil tussen professioneel schoonmaken en schoonmaken thuis?

1. Thuis maken we schoon omdat een rommelig huis niet rustgevend is.
2. Schoonmaken thuis is anders dan schoonmaken als een professional.
3. Het is gezonder als alles opgeruimd is.
4. Professioneel schoonmaken vereist een goede planning en reinheidseisen.

Wat zijn de voordelen van technologie in de schoonmaak?

Soorten vuil

Verschillende soorten vuil vereisen verschillende schoonmaakmiddelen en -technieken

• Droog vuil: zand, hondenharen. (Vegen, stofzuigen, stofwissen, afstoffen.)
  
• Aangekleefd vuil: modder, limonade, koffievlekken. (Emmer heet water met schoonmaakmiddel, boenen, schrobben en dweilen.)
  
• Onzichtbaar vuil: bacteriën en schimmels in het toilet, douche en keuken. (Met schoonmaakmiddel desinfecteren.)
  
• Micro-organismen Bacteriën zijn kleine levende wezens die we met het blote oog niet kunnen zien.

Welke schoonmaakmethode is geschikt voor aangekleefd vuil?

1. Werkvolgorde
2. Stofzuigen
3. Dweilen
4. Ramen zemen

Schoonmaakmethoden en materialen

Gebruik tijdens het schoonmaken de juiste middelen en materialen. Bijvoorbeeld:

• Emmers.
  
• Doekjes.
  
• Schrobber.
  
• Trekker.
  
• Zeem.
  
• Dweil.
  
• Toiletborstel.
  
• Veger/bezem.
  
• Stofzuiger.
  
• Mop.
  

Wat is de juiste werkvolgorde bij het schoonmaken?

1. Werk van hoog naar laag
2. Werk van droog naar nat
3. Werk van schoon naar vuil
4. Werk van vuil naar schoon

Praktijkopdracht stofwissen

• Bekijk eerst de video.
• Lees daarna op de leskaart de stappen door en voer ze uit.
• Na afloop vul je zelf het beoordelingsschema in.

Je hebt de volgende materialen nodig:

1. stofwisframe
2. stofwisdoek
3. stoffer en blik
4. werkdoek

Praktijkopdracht klamvochtig 

• Bekijk eerst de video.
• Lees daarna op de leskaart de stappen door en voer ze uit.
• Na afloop vul je zelf het beoordelingsschema in.

Materialen:

1. microvezeldoek
2. alles reiniger 
3. reinigingsmiddel (indien nodig)
4. werkdoek

Praktijkopdracht strijken 

• Bekijk eerst de video.
• Lees daarna op de leskaart de stappen door en voer ze uit.
• Na afloop vul je zelf het beoordelingsschema in.

Materialen:

1. strijkplank
2. strijkijzer
3. kledinghanger 
4. overhemd

Ergonomie 

Een goede houding is belangrijk . Schoonmaken, opruimen en lang zitten kan belastend voor je lichaam zijn. Zware dingen tillen is niet goed voor je rug als je het niet goed doet. 

Ergonomie betekent verstandig met je lichaam omgaan, dus letten op een goede houding.

Ergonomisch werken Ergonomisch werken betekent werken in de juiste werkhouding. 

Wat zijn mijn verbeterpunten?

Wat heb ik heel goed gedaan?
Waar heb ik een compliment over gekregen?

Hoe ging de praktijkopdracht

😒🙁😐🙂😃

Wat zijn mijn verbeterpunten?

Hoe heb ik deze opdracht gedaan?

😒🙁😐🙂😃

Wat zijn mijn verbeterpunten?

Vandaag heb ik geleerd:

       Terugkijken op            de leerdoelen

Aan het einde van de les kunne jullie:

R: Verschil thuis vs. professioneel schoonmaken uitleggen en de juiste werkvolgorde uitleggen.

T1: Werkvolgorde toepassen in praktijk.

I: Uitleggen hoe technologie in de schoonmaak wordt gebruikt.

T2: Praktijkopdracht uitvoeren met juiste volgorde, materialen en middelen.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

           Begrippen
           uit deze les

Huishoudelijke taken 
Droog vuil

Aangekleefd vuil 

Onzichtbaar vuil

Micro-organismen Bacteriën
Hygiëne 

Regels en eisen 

Schoonmaakplan 

Professioneel schoonmaken
Ergonomie 

Ergonomisch werken

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?

-110

Einde van de les

• Wees trots op jezelf! 
• Laat je werkplek netjes achter! 

(tafeltjes recht, stoelen aanschuiven en rommel opruimen)

• Neem mee wat goed is gegaan, verbeter zaken indien nodig