Verpleeghuis, wooncentra en thuiszorg

Verpleeghuis, wooncentra en thuiszorg 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
VVTMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Verpleeghuis, wooncentra en thuiszorg 

Slide 1 - Tekstslide

Onderdeel in de canvas module 

Slide 2 - Tekstslide

Verpleeghuis 

Slide 3 - Tekstslide

Bij een Verpleeghuis denk in aan...

Slide 4 - Woordweb

Welk type zorgvrager
kom je tegen in de Verpleeghuis ?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Verpleeghuiszorg
> Intramurale zorg (binnen de muren van de instelling) 
> Zorg vanuit een WLZ indicatie
> Specialistische zorg
> 24-uurs zorg 

Slide 7 - Tekstslide

Verpleeghuis
 Mensen hebben zorg nodig bij:
  • Herstellen van een ziekte of ongeval
  • Ziekte als dementie
  • Lichamelijke aandoening
  • Niet meer voor zichzelf kunnen zorgen
 
  


Slide 8 - Tekstslide

Taken verzorgende Verpleeghuis

- Zorgtaken
- Direct samenwerken met collega's
- Zorgplannen bijhouden
- Observeren/signaleren
- Contact met naasten 

Slide 9 - Tekstslide

Verpleeghuis in Almelo 

Slide 10 - Tekstslide

Kunnen jullie ook een Verpleeghuis noemen in Almelo en/of omgeving

Slide 11 - Open vraag

Wie wonen er in een verpleeghuis?
A
Ouderen die zelfstandig kunnen wonen
B
Ouderen die graag met andere ouderen samen willen wonen
C
Ouderen die geen kinderen hebben
D
Ouderen die extra zorg nodig hebben

Slide 12 - Quizvraag

Welk antwoord hoort er bij een verpleeghuis?
A
24 uur zorg, behandeling en toezicht in een veilige omgeving
B
Een appartement dat in of direct naast een zorgcentrum is gebouwd

Slide 13 - Quizvraag

Een zorgvrager die in een verpleeghuis woont, gaat naar de verpleeghuisarts
A
Intramuraal
B
Extramuraal

Slide 14 - Quizvraag

wat is het verschil tussen een verpleeghuis en een wooncentra?
A
bij een verpleeghuis wonen mensen met een intensieve zorgvraag
B
in het wooncentra is de zorg intensiever

Slide 15 - Quizvraag

Verpleeghuis en verzorgingshuis (wooncentra) 
Een verpleeghuis is bedoeld voor intensieve zorg of zware medische behandelingen. Een verzorgingshuis biedt uitgebreide zorg, ondersteuning en een beschutte woonomgeving, als u door ouderdom of ziekte niet meer zelfstandig kunt wonen, ook niet met hulp van naasten, mantelzorg of thuiszorg.

Slide 16 - Tekstslide

Wooncentra 

Slide 17 - Tekstslide

Waarom wonen in een wooncentra 
Verblijfs- en wooncentra: zorgvragers met blijvende zorgvraag​.

Doelstelling: De zorgvrager met zijn beperkingen zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren​.

Slide 18 - Tekstslide

Wat doe je in een wooncentra 
In een woonzorgcentrum zijn verschillende vormen van zorg mogelijk, zoals:
Hulp bij dagelijkse handelingen.( wassen en aankleden)
Hulp bij het huishouden, zoals schoonmaken en boodschappen doen.
Meedoen met activiteiten, of gezamenlijk eten in een restaurant bij het complex.

Slide 19 - Tekstslide

Wie wonen er in een wooncentra 
Een woonzorgcentrum (de nieuwe benaming voor een rusthuis) biedt permanente opvang en verzorging aan ouderen. Al wie 65 jaar of ouder is, kan terecht in een woonzorgcentrum. In de praktijk is een woonzorgcentrum in de eerste plaats bedoeld voor wie echt niet meer thuis kan wonen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Welke doelgroep maakt gebruik van een Wooncentra?
A
Kinderen
B
Jongeren met een handicap
C
Daklozen
D
Ouderen

Slide 22 - Quizvraag

Spelletjes spelen met ouderen in een Wooncentra
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

In een Wooncentra wonen kinderen.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Wooncentra is...
A
Een instelling voor jonge mensen.
B
Een instelling voor oude mensen.
C
Een instelling voor oudere en jongere mensen

Slide 25 - Quizvraag

Jij houdt van hard zingen. je werkt in een Wooncentra met ouderen. Kan dat daar?
A
Als je binnenkomt vraag je de bewoners altijd of ze het goed vinden dat je hardop zingt.
B
Je vraagt je stagebegeleider of je voortaan elke dag even samen met de bewoners mag zingen.
C
Vragen hoeft niet per se, oudere mensen vinden zingen altijd gezellig.
D
Je zet gezellig de radio aan en kijkt of de mensen met jou mee gaan zingen.

Slide 26 - Quizvraag

Thuiszorg 

Slide 27 - Tekstslide

Bij thuiszorg denk ik aan

Slide 28 - Woordweb

Welk type zorgvrager kom je tegen in de thuiszorg

Slide 29 - Woordweb

Slide 30 - Video

Thuiszorg
> Alle zorg die thuis geboden wordt
> Extramurale zorg
> Eerstelijnszorg- Eerstelijnszorg is alle zorg die direct toegankelijk is voor de zorgvrager.

Slide 31 - Tekstslide

Taken verzorgende thuiszorg
- veel zelfstandig werken
-Je bent "gast" bij de zorgvrager
- hulp bieden van zorgtaken
- ondersteunen huishouden
-zorgplannen bijhouden
- observeren/signaleren


Slide 32 - Tekstslide

Wat biedt de thuiszorg?
A
verpleging, persoonlijke verzorging en huishoudelijke verzorging in een wooncentrum
B
verpleging, persoonlijke verzorging, kraamzorg en huishoudelijke verzorging aan huis
C
kraamzorg en huishoudelijke verzorging in een wooncentrum

Slide 33 - Quizvraag

Wie werken er in de thuiszorg
A
MBO verpleegkundige Verzorgende IG Helpende
B
Helpende en verzorgende IG
C
Alleen MBO en HBO verpleegkundigen
D
Helpende, verzorgende IG, MBO verpleegkundige, HBO verpleegkundige

Slide 34 - Quizvraag

Wat hoort niet bij thuiszorg?
A
hulp bij het wassen
B
huishoudelijke taken
C
hulp bij het innemen van medicatie
D
hulp bij financiën

Slide 35 - Quizvraag

Thuiszorg
A
Intramuraal
B
Extramuraal
C
Transmuraal
D
Semimuraal

Slide 36 - Quizvraag

Thuiszorg: wat is het?
A
Een instelling waar personen meer dan 24uur verblijven
B
De hulp en zorgen die je thuis aanbiedt
C
Ik heb veel zorgen thuis
D
Woon-en zorgcentrum

Slide 37 - Quizvraag

Bij wie kun je thuiszorg aanvragen?
A
de huisarts
B
de gemeente
C
de overheid
D
thuiszorginstelling in de buurt

Slide 38 - Quizvraag

Waardoor wordt de thuiszorg steeds zwaarder?

Slide 39 - Open vraag