§3.6 Weer en klimaat in Nederland

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

§3.6 Weer en klimaat in Nederland

Planning

- Stukje herhaling §3.5 

- Leerdoelen §3.6 Weer en klimaat in Nederland

- Uitleg §3.6 

- Opdrachten maken

Leerdoelen §3.6

• Je weet dat er in Nederland kleine klimaatverschillen bestaan en in welke gebieden die merkbaar zijn

• Je begrijpt wat het verschil is tussen het broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect, op welke manier dit ontstaat en welke invloed dit heeft op het klimaat

• Je kunt met behulp van kaarten aantonen welke verschillen in weer en klimaat er in Nederland zijn

Begrippen §3.6

• Klimaatverandering
• broeikaseffect
• versterkt broeikaseffect
• smog

De gemiddelde en extreme temperaturen

Klimaatverandering = de geleidelijke verandering van het klimaat.

In Nederland is hier ook veel van te merken, herinner je nog de temperaturen van de afgelopen zomer?

0

Klimaatverschillen binnen Nederland

De volgende factoren hebben invloed op een klimaat in een land:

- Breedteligging

- Aanwezigheid zee

- Reliëf (hoogteverschillen, zoals bergen)

Lezen in stilte

bladzijde 74 en 75

Maken en lezen blad

Huiswerk: Opdrachten 1, 3,6 en in vogelvlucht

Zet je naam op het blad en neem het de volgende les weer mee!

vandaag

Bespreken huiswerk (opdrachten 1 t/m5 bladzijde 90

korte uitleg met video

korte klimaatopdracht

Smaken verschillen

Klagen: te heet, te koud, te droog, te nat....

NL eigenlijk fijn klimaat door: 

- niet te hoge en niet te lage temperatuur

- wind en regen voldoende aanwezig

Maar als het windstil is en zeer zonnig weer....SMOG(SMOKE EN FOG)

Maar wat is smog eigenlijk en hoe ontstaat het?

0

Opdracht

Bescherm je straat tegen de klimaatverandering!

Dus tegen: zeespiegelstijging

extreem weer

droogte

etc etc etc

Hoe? Ontwerp een schets met tekstballonnen met je idee!

Vandaag

Klimaatopdracht bespreken

Kort depressies

Start herhalen hoofdstuk

aan de slag

maak opdrachten bladzijde 80 + 81

3.1 + 3.2 en 3.3

Klaar? maak bladzijde 82 3.1 A en 3.2

Bespreken

bladzijde 80 + 81

3.1 + 3.2 en 3.3

Schrijf de antwoorden op als je ze niet hebt!

Woordweb

Maak een woordweb van de stof uit paragraaf 3.1

Hierin staan minimaal alle dikgedrukte begrippen. Hoe:

1. Lees de paragraaf goed door

2.Zoek verbanden

3. stel vragen

4. Maak woordweb

Bespreken woordweb

en mentormededelingen

- Heb je je keuzevak doorgegeven

- Volg je maatwerk als dat nodig is?

- Wie wil morgen een gesprekje?

Huiswerkopdrachten

 Maak §3.6: opdracht 1 t/m 5