2.2 Cultuur in het Romeinse rijk

Pak je boeken en schrift 
10 minuten werken aan 2,2
1 t/m 7, 10, 11
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pak je boeken en schrift 
10 minuten werken aan 2,2
1 t/m 7, 10, 11

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een polis?
A
Een Griekse provincie
B
Een Griekse stad buiten Griekenland
C
Een stad met een eigen bestuur
D
Een Griekse burger in de politiek

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent Klassiek
A
Grieks-Romeinse cultuur
B
Griekse cultuur
C
Romeinse cultuur
D
Egyptische cultuur

Slide 3 - Quizvraag


 Bekijk de bron.
De bron is een voorbeeld van:

A
Germaans-Romeinse cultuur
B
Romeinse cultuur
C
Grieks-Romeinse cultuur
D
Griekse cultuur

Slide 4 - Quizvraag

Koppel de bron met het juiste begrip.
Monarchie
Tyrannie
Aristocratie
Democratie

Slide 5 - Sleepvraag

2.2 Cultuur in het Romeinse rijk
KA: -De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.
- De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

Slide 6 - Tekstslide

Vorige keer
Hoe kwam de klassieke cultuur van de Griekse stadstaten tot ontwikkeling?   
Hoe dachten Grieken over burgerschap en politiek ? 
Hoe ontstond het Griekse wetenschappelijk denken? 

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen:
- Hoe het keizerrijk zich ontwikkelde.
_ Hoe de Grieks-Romeinse cultuur ontstond.
- Hoe de Grieks-Romeinse cultuur werd verspreid.

Slide 8 - Tekstslide

Het Romeinse wereldrijk
753 v.C. Rome gesticht volgens de Romeinen (Romulus en Remus)
Vanaf 350 v.C. verovering Midden- en Zuid-Italië 
3e en 2e eeuw v.C. start van expansie buiten Italië. Het werd het Romeinse imperium.



Bestuur: 
Rome was eerst een monarchie en werd later een republiek. Bestuurders legden 
verantwoording af aan de senaat.  


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Keizerrijk
Van veroveren naar verdedigen.
De veroveringen leidden tot het einde van de republiek. Na burgeroorlogen (oorlogen binnen de staat) tussen legeraanvoerders, werd Julius Caesar in 44 v.C. dictator: alleenheerser. 
Caesar werd vermoord in hetzelfde jaar en opgevolgd door Octavianus. Hij liet zich Augustus noemen en werd in 27 v.C. keizer: vorst van een groot rijk.  
 Verdedigen:
Met Augustus begon de pax Romana: Romeinse vrede. De keizer benoemde gouverneurs: provinciebestuurders die zijn beleid uitvoerden. 
De pax Romana bevorderde de welvaart. De Romeinen zorgden voor een veilige handel. Veel onderdanen van onderworpen volken vestigden zich in Rome, daar ontstond een multiculturele samenleving. 

Slide 11 - Tekstslide

Romanisering
Er was godsdienstige tolerantie. Onderdanen mochten alle goden vereren, als ze maar meededen aan de verering van de keizer en de goden van de Romeinse staatsgodsdienst. 
In het westelijk deel van het keizerrijk ontstond een landbouwstedelijke samenleving met een geldeconomie. 
De Romeinen veroverden gebieden op de Grieken. Daardoor ontstond de Grieks-Romeinse cultuur: gemengde cultuur van Grieken en Romeinen in het Romeinse rijk. De Grieks-Romeinse cultuur werd over het hele rijk verspreid (Romanisering)
 Het leger speelde een belangrijke rol bij de romanisering. Soldaten uit het hele rijk vestigden zich na hun diensttijd vaak ver van hun geboorteplek. Latijn werd de voertaal in het westen. 
De romanisering werd ook bevorderd doordat inheemse elites en vrije mannen die trots waren op hun Romeins burgerschap en zich gingen gedragen als Romeinen.  

Slide 12 - Tekstslide

Romanisering

Slide 13 - Tekstslide

Na de ondergang van het Romeinse rijk bleef de klassieke vormentaal belangrijk in Europa en Amerika. 

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open vraag

Begrippen uit deze les:
Wereldrijk: rijk in meerdere werelddelen.
Republiek: staat zonder vorst
Senaat: vergadering van mannen uit aanzienlijke Romeinse families.
burgeroorlogen: oorlogen binnen de staat.
dictator: alleenheerser.
keizer: vorst van een groot rijk. 
pax Romana: Romeinse vrede.
gouverneurs: provinciebestuurders die zijn beleid uitvoerden. 
multiculturele samenleving: een samenleving met meerdere culturen.
tolerantie: (verdraagzaamheid) toestaan van andere culturen en meningen


Slide 16 - Tekstslide

Begrippen uit deze les:
staatsgodsdienst: geloof waarvan bestuurders en ambtenaren aanhanger moeten zijn.
Grieks-Romeinse cultuur: gemengde cultuur van Grieken en Romeinen in het Romeinse rijk.
romanisering: verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur.

Slide 17 - Tekstslide


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open vraag

In deze bron wordt het opnemen van Gallische stamhoofden in de Romeinse Senaat aan de orde gesteld. Toon aan dat: A. het opnemen van de Gallische stamhoofden in de Senaat een teken van romanisering van Gallië is
B. de keizer een politiek en een economisch motief had voor zijn standpunt in deze kwestie

Slide 19 - Open vraag

bron In 48 moet de Senaat (het hoogste bestuursorgaan) van Rome aangevuld worden met nieuwe leden. Een aantal Galliërs, stamhoofden die al sinds lang het Romeinse burgerschap bezitten, doet het verzoek te worden opgenomen in de Senaat. De Romeinse historicus Tacitus schrijft hierover:  
  
Er werd veel over dit onderwerp gedebatteerd en tegenstanders bekritiseerden het voorstel in felle bewoordingen ten overstaan van keizer Claudius. "Italië is niet zo zwak", beweerden zij, "dat het niet in staat is de hoofdstad te voorzien van een Senaat. Op iedere plek zal het krioelen van deze rijkaards, waarvan de voorvaders aan het hoofd van vijandige stammen onze legers te vuur en te zwaard bevochten, en de goddelijke Julius Caesar in Alesia (in Gallië) het hoofd boden."  Deze en andere argumenten overtuigden de keizer niet. Hij kwam onmiddellijk met een antwoord: "Onze stichter Romulus was zo wijs dat hij soms op een en dezelfde dag volkeren bevocht en ze daarna als medeburgers verwelkomde. In zijn geheel, als we al onze oorlogen overzien, duurde een oorlog nooit korter dan die tegen de Galliërs. Daarna waren ze onafgebroken trouw en handhaafden de vrede. Nu zij met ons door manieren, opvoeding en huwelijken zijn verbonden, laat hen ons ook hun goud en rijkdom brengen in plaats van er alleen zelf van te profiteren." De toespraak van de keizer werd gevolgd door een decreet van de Senaat, en de Aedui (een Gallische stam) waren de eerste Galliërs die het recht verwierven senator te worden in Rome. 

Slide 20 - Tekstslide

Gebruik de bron. Deze bron past bij verschillende kenmerkende aspecten van de oudheid. 2 Noem twee kenmerkende aspecten van de oudheid die bij deze bron passen en geef bij elk kenmerkend aspect een passend voorbeeld uit de bron.

Slide 21 - Open vraag

bron 1 Velleius Paterculus (20 voor Chr. - 30) is lid van de militaire staf van de latere Romeinse keizer Tiberius. In de jaren 4 en 5 neemt hij deel aan een grote militaire campagne onder leiding van Tiberius naar de Elbe in Noord-Duitsland. Velleius schrijft hierover: 
We hadden ons kamp opgeslagen aan deze zijde van de genoemde rivier  (de Elbe), terwijl de andere zijde blonk van de wapens van de vijandelijke krijgers, die bij elke beweging en iedere manoeuvre van onze schepen meteen terugweken. Een van de barbaren, een man op leeftijd, met een opvallende lichaamsbouw en naar zijn kleding te oordelen grote waardigheid, stapte in een bootje (een uitgeholde boomstam, zoals daar gebruikelijk is) en stuurde dit vaartuig alleen naar het midden van de stroom. Daar vroeg hij toestemming om zonder gevaar op de oever te komen die wij bezet hielden, en Tiberius te zien. Dat verzoek werd ingewilligd. Nadat hij zijn schuitje had aangemeerd, keek hij lange tijd zwijgend naar Tiberius, en zei toen: "Onze krijgers zijn gek, want ze vereren jullie als goden wanneer jullie er niet zijn, en wanneer jullie er wel zijn, vrezen ze liever jullie wapens dan zich onder jullie hoede te stellen. Maar ik heb met uw welwillende toestemming, Tiberius, vandaag de goden gezien over wie ik tot nu toe alleen maar had gehoord. Mijn hele leven lang heb ik geen gelukkiger dag gewenst of beleefd." En nadat hem was toegestaan de hand van Tiberius aan te raken, keerde hij terug naar zijn bootje en bleef onafgebroken naar hem omkijken toen hij naar de oever van zijn stamgenoten terugvoer. 

Slide 22 - Tekstslide