4.2 argumenten

Lezen Hoofdstuk 4
4.1 Feiten en meningen
4.2 Argumenten
4.3 Betoog
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lezen Hoofdstuk 4
4.1 Feiten en meningen
4.2 Argumenten
4.3 Betoog

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel van vandaag
Aan het eind van deze les : 

  • Herken je argumenten in een tekst.

Slide 2 - Tekstslide

Agenda
  • 4.1 feiten en mening herhalen
  • 4.2 argumenten
  • Zelf argumenten bedenken
  • Zelfstandig aan de slag
  • evaluatie les 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een feit?
A
Informatie die gegeven wordt.
B
Informatie die je kunt controleren.
C
Informatie die je niet kunt controleren .
D
Informatie met een mening.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een mening?
A
Informatie die je kunt controleren.
B
Iets wat iemand vindt.
C
De reden waarom je iets vindt.

Slide 5 - Quizvraag

Een mening is...
A
objectief
B
subjectief

Slide 6 - Quizvraag

Feiten en meningen

Slide 7 - Tekstslide

4.2 argument
Een argument geeft aan waarom je iets vindt. 
Hierdoor kun je een ander beter overtuigen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Signaalwoorden argument
Een argument kun je vaak herkennen aan de signaalwoorden:
  • omdat 
  • want
  • daarom
  • namelijk

Slide 10 - Tekstslide

Argumenten
  • Subjectieve argumenten:  geven mening of opvatting weer
  • Objectieve argumenten: feitelijke uitspraken, kunnen bewezen /gecontroleerd worden

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 
  1. Je krijgt zo een mening/stelling te zien.  
  2. Schrijf individueel  1 argumenten voor deze mening en 1 argument tegen deze mening op en bedenk er een voorbeeld bij.
  3. Je krijgt daar per stelling ongeveer 4 minuten de tijd voor.
  4. We bespreken per stelling de argumenten klassikaal.
  5. Welke argumenten zijn het sterkst? En waarom is dat?

Slide 12 - Tekstslide

voorbeeld: 
Mening/stelling:   Roken op het terras moet verboden worden.

Voor: Roken is slecht voor je gezondheid, dus het is belangrijk dat de overheid zoveel mogelijk maatregelen neemt dat mensen in het openbaar niet kunnen roken. Daarbij is het heel hinderlijk voor andere terrasbezoekers.

tegen:  Elk persoon is verantwoordelijk voor zijn/haar eigen gezondheid en mag zelf bepalen of en waar hij/zij rookt.



Slide 13 - Tekstslide


Alcoholreclame moet verboden worden.

Slide 14 - Tekstslide

Alle wc’s op scholen moeten genderneutraal worden.

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag
4.2 Argumenten:
opdracht 1,2  en examenopdracht (blz. 93 t/m 99  of online)

Klaar? Maak opdracht 3

Slide 16 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Volgende les 
4.3 Betoog

Slide 18 - Tekstslide