5.3 De fabriek met stoomkracht

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik-opdracht
1. Bekijk de bron eerst voor jezelf. 








2. Schrijf voor jezelf op welke oorzaak van de Industriële Revolutie in Engeland  is af te lezen in de bron?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


welke oorzaak van de Industriële Revolutie in Engeland is af te lezen in de bron?
Terugblik-opdracht

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie revoluties worden als oorzaken gezien voor het ontstaan van de Industriële Revolutie?

Slide 5 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.


Industriële Revolutie
1750-1900




  • Door de komst van de machines verandert de manier waarop mensen produceren: van handmatig naar machinaal
  • De verandering noemen we de Industriële Revolutie









Niet alleen de manier van produceren verandert enorm: ook de komst van stoomtreinen brengt grote veranderingen in het vervoer van mensen en goederen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.3 De fabriek met stoomkracht 
Welke omstandigheden maakten de Industriële Revolutie in Engeland mogelijk?



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen
  1. Je kent de betekenis van de begrippen huisnijverheid, schietspoel, Spinning Jenny, stoommachine. (R)
  2. Je kunt uitleggen wat de oorzaken van de Industriële Revolutie in Engeland waren. (T1)
  3. Je kan uitleggen waarom er vernieuwingen in de textielnijverheid plaatsvonden. (T1)
  4. Je kan uitleggen waarom vernieuwingen in de textielnijverheid zich snel verspreiden.(T1)
  5. Je kan uitleggen hoe en waarom steden veranderden met de komst van het waterframe en de stoommachine. (T2)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Wat?
Oorzaken en gevolgen van de Industriële Revolutie (in Engeland)

Hoe?
Ga zelfstandig of in tweetallen aan de slag met de invultabel over de oorzaken van de Industriële Revolutie. Geef eerst een omschrijving en licht dan toe. 

Hoelang?
20 min. 

Klaar? Aan de slag met opdracht 2 en 3.

Slide 10 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag

Slide 11 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

  1. Welke vernieuwingen bracht de industriële revolutie?
  2. Welke voor- en nadelen van de industriële revolutie laat het fragment zien?
  3. Zie je een bepaalde mening of boodschap in het fragment?
  4. Heeft de industrie na de industriële revolutie nog nieuwe revoluties meegemaakt? Leg uit.
  5. In hoeverre is Modern Times vandaag nog actueel?






Slide 12 - Tekstslide

Charlie Chaplin maakte in 1936 een film over de opkomst van de industrie. Hij laat met een knipoog zien hoe het werk van de mensen is veranderd. Met het fragment uit de film leren leerlingen belangrijke voor- en nadelen van de industriële revolutie.

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nederland industrialiseert laat (1)
  • Pas vanaf 1870

  • Handel blijft voor veel investeerders belangrijk: weinig vertrouwen in de industrie

  • Geen geschikte grondstoffen voor industrie

  • Op de afbeelding: papier maken rond 1800 en rond 1870

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland industrialiseert laat (2)
  • Slechte infrastructuur

  • Grondstoffen kopen in het buitenland was duur

  • Protectionisme: landen beschermen hun eigen producten door producten uit andere landen (heel) duur te maken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland industrialiseert...toch
  • Vanaf 1870 steeds meer fabrieken
  • Liberalen aan de macht: meer economische vrijheid

  • Willem 1 wil van Nederland een modern land maken met goede infrastructuur en industrie

  • Voldoende arbeidskrachten 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van de industrialistatie

  • Huisnijverheid (gedaan door boeren) kan niet meer concurreren tegen de fabrieken.

  • Arbeiders trekken naar de stad: urbanisatie

  • Steden groeien erg snel

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkomstandigheden
  • Saaaaaaaai (door arbeidsdeling/lopende band)

  • Lange werkdagen (14 uur per dag)
  • Gevaarlijk

  • Geen enkel recht

  • Lage lonen (bij fouten: loon inhouden)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kinderarbeid
  • Goedkope arbeidskrachten

  • Ze zijn nog jong: je hebt er nog lang wat aan

  • Ze zijn goedkoper

  • Hun kleine handen kunnen beter op plekken tussen machines

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woonomstandigheden
  • Slechte woningen (snel gebouwd dus: haastige spoed...)

  • Panden die niet als woning zijn bedoeld (zoals kelderwoningen)

  • Dichtbij fabrieken

  • Slechte hygiëne, riolering en watervoorzieining

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


In delen van Noord- en Oost-Nederland was het trouwens niet veel beter...

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Wat?
Onderzoek de uitvindingen van de Industriële Revolutie.

Hoe?
Onderzoek: Elk groepje krijgt een werkblad met informatie en vragen over hun toegewezen uitvinding.
Beantwoord de vragen: Lees de informatie door en beantwoord de vragen op het werkblad.
Presenteer: Bereid een korte presentatie voor om de uitvinding en de impact ervan op de maatschappij te delen met de klas.

Hoelang?
20 min. 

Klaar!
Elk groepje zal hun bevindingen presenteren aan de klas, waarbij ze zich focussen op hoe hun uitvinding een transformatieve rol speelde tijdens de industriële revolutie.



Slide 22 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

      Leerdoelen
  1. Je kent de betekenis van de begrippen huisnijverheid, schietspoel, Spinning Jenny, stoommachine. (R)
  2. Je kan uitleggen waarom er vernieuwingen in de textielnijverheid plaatsvonden. (T1)
  3. Je kan uitleggen waarom vernieuwingen in de textielnijverheid zich snel verspreiden.(T1)
  4. Je kan uitleggen waarom de textielindustrie van huisnijverheid naar fabrieken ging. (T1)
  5. Je kan uitleggen hoe en waarom steden veranderden met de komst van het waterframe en de stoommachine. (T2)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 uitvindingen tijdens de Industriële Revolutie

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies