Startrekenen 1F Domein 3 H 13 Inhoud

Startrekenen 1F
Domein 3 meten en meetkunde
Hoofdstuk 13 Inhoud en gewicht
 Inhoud 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Startrekenen 1F
Domein 3 meten en meetkunde
Hoofdstuk 13 Inhoud en gewicht
 Inhoud 

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de leze les
In deze les leer je welke inhoudsmaten er zijn.
Je leert ook een inhoudsmaat af te lezen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

welke ínhoudsmaten ken je?

Slide 4 - Woordweb

De inhoud van dit pak melk geef ik aan in......?
A
Liter
B
Milliliter
C
Centiliter
D
Deciliter

Slide 5 - Quizvraag

De inhoud van een cupje koffie melk is 70......
A
L
B
ML
C
CL
D
DL

Slide 6 - Quizvraag

De inhoud van een badkuip is 200..
A
DL
B
CL
C
ML
D
L

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

De kubieke meter (symbool m³) is een inhoudsmaat.
Dit is een kubus van .......... lang, .......... breed en ........... hoog.

Slide 9 - Open vraag

In de volksmond wordt vaak de term kuub gebruikt voor 1 kubieke meter
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Een luciferdoosje heeft een inhoud van 15...
A
cm3
B
m3
C
dm3
D
mm3

Slide 11 - Quizvraag

Een zwembad heeft een inhoud van 700 ...
A
mm3
B
dm3
C
m3
D
cm3

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

1 liter water is gelijk aan.....?

Slide 14 - Open vraag

Bekijk de volgende 2 video's

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

1 liter = 100 centiliter = 1000 milliliter
een blikje is 33 centiliter = 0, 3 liter = 330 milliliter
een spuitje is 20 milliliter
Deze inhoudsmaten kom je vaak tegen. 
Klik op het vraagteken.

Slide 19 - Tekstslide

1 liter = 
  • 1000 milliliter
  • 100 centiliter
  • 10 deciliter

Slide 20 - Tekstslide

Als je inhoudsmaten moet omrekenen, kijk je naar dit plaatje:

Slide 21 - Tekstslide

Reken om:
Een zak soep heeft een inhoud van 30 cl. Hoeveel ml is dit ?
A
30 ml
B
0,3 ml
C
300 ml
D
3 ml

Slide 22 - Quizvraag

500 ml = .......l
A
5 l
B
5000 l
C
0,5 l
D
0,05 l

Slide 23 - Quizvraag

1 ml = ........... dl

Slide 24 - Open vraag

Hoeveel ml zit er in de maatbeker?

Slide 25 - Open vraag

Hoeveel dl zit er in dit blik?

Slide 26 - Open vraag

Wat kan ik?
Je kunt nu litersmaten aflezen. Je kunt nu rekenen met inhoudsmaten.

Slide 27 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Maak in je boek de startopdracht en
opdracht 1 t/m 9

Slide 28 - Tekstslide

Hoofdstuk 14
Boek
H14 inhoud en gewicht
Inhoud opdracht 1-9

Studiemeter
Inhoud aflezen en inhoud omrekenen 

Slide 29 - Tekstslide