Hoofdstuk 4: Bewegen

HOOFDSTUK 4 BEWEGEN
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

HOOFDSTUK 4 BEWEGEN

Slide 1 - Tekstslide

Doelstelling. 
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:

Waarom bewegen gezond is;
Welke bewegingsmogelijkheden de verschillende leeftijdsgroepen hebben;
Welke bewegingsmogelijkheden mensen die minder goed te been zijn hebben;
Of jij wel genoeg beweegt.

Slide 2 - Tekstslide

Bewegen is gezond omdat

Slide 3 - Woordweb

Als je genoeg beweegt:

Minder kans op hart- en vaatziekten
Betere afweer
Minder kans op diabetes
Beter op gewicht
Sterkere botten en spieren
Minder kans op kanker
Maakt ontspannen
Meer energie

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een valide persoon?

Slide 5 - Open vraag

Wat is het verschil tussen fijne en grove motoriek?

Slide 6 - Open vraag

De dreumes
Tussen 1 ½ en ongeveer 2 jaar.
Gebarentaal: wijzen en klanken.
In deze periode leert het kind lopen.
Bewegingen steeds gecontroleerder en beter op elkaar afgestemd.
Fijne motoriek: kleine voorwerpen tussen duim en wijsvinger vastpakken, blokken stapelen en vormen in het juiste gaatje passen.

Slide 7 - Tekstslide

De peuter
Tussen 2 en 4 jaar.
Mollig, korte armen en benen en geen taille.
Grove motoriek is redelijk goed ontwikkeld.
Kan lopen en evenwicht goed bewaren.

Slide 8 - Tekstslide

De kleuter
4 tot 6 jaar.
Veel betere motoriek dan de peuter, lichaam beter te beheersen.
Zwemlessen volgen.
Fijne motoriek wordt steeds beter.
Aan- en uitkleden bijna helemaal alleen.
Tanden poetsen en haren kammen.
Leert huppelen, springen en zijn evenwicht bewaren.

Slide 9 - Tekstslide

Het schoolkind
6 tot 12 jaar.
Naast lichaam groeien de organen.
Groter en slanker en verliest typische, ronde kleutervormen.
Vooral benen groeien flink.
Vanaf 11 jaar groeispurt.
Fijne motoriek: cijfers en letters schrijven.
Grove motoriek steeds meer onder controle. Bewegingen worden soepeler.

Slide 10 - Tekstslide

De jongere
12 tot 18 jaar.
Door grote lichamelijk veranderingen soms onhandig gestuntel.
Deze leeftijd vaak hekel aan bewegen en sporten. Gevoel bekeken te worden.
Eind puberteit weer nieuw evenwicht: bewegen steeds beter, lichamelijke verhoudingen kloppen weer, hormoonhuishouding weer in 
evenwicht.
Zichzelf weer in de hand en vaak komt plezier voor het
bewegen terug

Slide 11 - Tekstslide

De (jong) volwassene 

De (jong) volwassene
Tussen 18 en 35 jaar een jong volwassene.
Vanaf 35 tot 60 ben je volwassen.
Periode waarin je gaat werken, vaak een relatie krijgt en eventueel kinderen.



Slide 12 - Tekstslide

De oudere
In de leeftijd vanaf 60 jaar.
Minder mobiel.
Lopen gaat moeilijker, spieren en gewrichten worden stijver.
Langzamer lopen en kost meer moeite.
Belangrijk dat ze blijven bewegen, maar wel binnen hun mogelijkheden.

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel minuten per dag moet je minimaal bewegen?
20 minuten
15 minuten
30 minuten

Slide 14 - Poll

Matig intensief
zwaar intensief

Slide 15 - Sleepvraag

Indeling naar versterking botten of spieren:


Spieren versterken: zwemmen, fietsen, voetbal, tennis of krachtoefeningen.

Botten versterken: wandelen, dansen, springen, hardlopen en gewichtheffen.

Slide 16 - Tekstslide

Zijn er nog vragen??

Slide 17 - Tekstslide

Maken hoofdstuk 4
Deadline:______

Slide 18 - Tekstslide

Nu ik dit hoofdstuk heb gemaakt weet ik:

Slide 19 - Open vraag