Sonnet 30 van William Shakespeare

Sonnet 30 van William Shakespeare
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Sonnet 30 van William Shakespeare

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kun je...
  • de thema's en emoties in Sonnet 30 van Shakespeare herkennen en beschrijven.
  • de stijlfiguren en taalgebruik in Sonnet 30 analyseren.
  • de structuur van een Shakespeareaans sonnet uitleggen.
  • de historische en culturele context van Sonnet 30 begrijpen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over Sonnet 30 van Shakespeare?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De reflectie op het verleden en de emoties van spijt en verlies
In Sonnet 30 van Shakespeare reflecteert de spreker op het verleden, uitend spijt en verdriet om verloren vrienden en gemiste kansen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het contrast tussen verdriet en de troostende gedachte aan een vriend
Dit verdriet wordt echter verlicht door de troostende gedachte aan een dierbare vriend.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kenmerken van een Shakespeareaans sonnet: de opbouw, het rijmschema en de volta
Het sonnet volgt de typische opbouw van een Shakespeareaans sonnet met een volta die een verandering in toon of thema aangeeft.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De taal en stijl van de vroegmoderne Engelse poëzie
Verdieping in het taalgebruik en stijlfiguren in Sonnet 30 van Shakespeare.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definition List
Sonnet: een gedicht van 14 regels met een specifiek rijmschema.
Volta: een wending of keerpunt in het gedicht, vaak te vinden aan het begin van de derde strofe.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.