moeilijke werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

werkwoordspelling 

werkwoordsvormen op -de(n), -dde(n), -te(n) en -tte(n) 

Wat weet je aan het einde van de les? 

Voordat je aan de slag gaat.. 

kijk eerst het instructiefilmpje! 

Opdracht 1

Kies de juiste spelling 

In een aparte ruimte ... de jury lang over de uitslag.

1. twiste
2. twistte

Wie wil aandacht ... aan het ... meisje?

1. besteden/gepeste
2. besteden/gepestte
3. besteedden/gepeste
4. besteedden/gepestte

In het stadspark ... de agressieve hond een jong katje.

1. verwonde
2. verwondde

Wachtende familieleden ... afgelopen zondag de ... passagiers in de aankomsthal.

1. verblijden/gelande
2. verblijden/gelandde
3. verblijdden/gelande
4. verblijdden/gelandde

Opdracht 2 

Noteer de juiste spelling van de werkwoorden. 

Een maand geleden ... (verpoten) de eigenaar van de volkstuin zijn plantjes.

1. verpoten
2. verpote
3. verpootte
4. verpotte

Het ... (verwennen) kind wilde niet op zijn beurt ... (wachten).

1. verwende/wachtte
2. verwendde/wachtten
3. verwendde/ wachte
4. verwende/wachten

... (verblinden) de laagstaande zon gisteren de chauffeur van het bestelbusje?

1. Verblinden
2. Verblinde
3. Verblindde
4. Verblindden

De zakenman ... (trachten) zijn mooi ... (inrichten) penthouse vorig jaar te verhuren.

1. trachten/inrichten
2. trachte/ingerichte
3. trachtte/inrichten
4. trachtte/ingerichte

Ging dit super goed? 

Dan ben je nu klaar! 

Vond je het nog lastig? Of wil je nog extra oefenen? 

Maak dan opdracht 2 op bladzijde 127 in je boek en mail mij voor de antwoorden!