H4 - Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

H6 - spelling

over de persoonsvorm in de verleden tijd: -de(n), dde(n), -te(n), tte(n)

Planning van deze les

- Lesdoel

- Voorkennis ophalen

- Instructie

- Samen starten met opdracht 1/2

- Verwerking

- Afronden/terugblik

Lesdoel:

Ik kan werkwoordsvormen op -de(n), -dde(n), -te(n) en -tte(n) correct spellen. 

Wat weet je nog?

Wat weet je nog over de volgende werkwoordsvormen?

- persoonsvorm

- een infinitief

- bijvoeglijk naamwoord

Werkwoordsvormen

Om de juiste keuze te maken tussen -de(n) en -dde(n) of tussen -te(n) of -tte(n) moet je vaststellen met welke werkwoordsvorm je te maken hebt. 

Persoonsvorm? Infinitief? Bijvoeglijk naamwoord?

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)

Meervoud pvtt schrijf je met -den en -ten:

- behoeden: Ouders behoeden hun kinderen graag voor narigheid. 

- posten: Posten jullie deze brieven vandaag nog?

Persoonsvorm verleden tijd (pvvt)

Pvvt schrijf je met -dde(n) of -tte(n):

- landen: Hoe laat landden die passagiers gisteren op Schiphol?

- misten: Het mistte vanmorgen in grote delen van het land. 

Infinitief (inf)

Van een infinitief vind je de spelling in het woordenboek of op woordenlijst.org

Voltooid deelwoord (vd) en bijvoeglijk naamwoord (bn)

Als het voltooid deelwoord eindigt op -d of -t, schrijf je het bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk, dus met -de of -te. 

Behalve als -dde of -tte nodig is voor de uitspraak. 

vergoeden	vergoed	de vergoede schade
testen	getest	het geteste vuurwerk
redden	gered	de geredde vluchteling

In een aparte ruimte twisten/twistten de juryleden langdurig over de uitslag.

1. twisten
2. twistten

Wie wil aandacht besteden/besteedden aan het gepeste/gepestte meisje?

1. besteden - gepeste
2. besteedden - gepeste
3. besteden - gepestte
4. besteedden - gepestte

In het stadspark verwonde/verwondde de agressieve hond een jong katje.

1. verwonde
2. verwondde

Wachtende familieleden verblijden/verblijdden afgelopen zondag de gelande/gelandde passagiers in de aankomsthal.

1. verblijden - gelande
2. verblijdden - gelande
3. verblijden - gelandde
4. verblijdden - gelandde

Opdracht 2

infinitief	pvtt	pvvt	vd	bn
a. bekladden
b. scannen
c. schorsen
d. stichten
e. verachten
f. verbreden

Opdracht 3

1 pvvt  verpootte

2 pvtt  Verblindt

3 bn  verwende, inf  wachten

4 pvvt  trachtte; bn  ingerichte; inf  verhuren

Opdracht 5

1 beloofde

2 gebraden

3 gezette 

4 gebarsten 

Spelling: 
H4 - Opdracht 3 en 5

blz. 126-127

Niet af? 
Flexles NE - ZWU - huiswerk :)  

Verwerking

Lesdoel behaald?

Ik kan werkwoordsvormen op -de(n), -dde(n), -te(n) en -tte(n) correct spellen.