MA22 week 23 les 2 & 3

Today
- Hand back test
- week planner
- Grammar
- Work on weekplanner
- vocab activity
- Study


10th of June
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Today
- Hand back test
- week planner
- Grammar
- Work on weekplanner
- vocab activity
- Study


10th of June

Slide 1 - Tekstslide

south-dakota
Rushmore mount

Slide 2 - Tekstslide

Where is NEW YORK ?

Slide 3 - Tekstslide

Planner
Toetsweek: Theme 6

Slide 4 - Tekstslide

Weekplanner

Slide 5 - Tekstslide

Goals
- I know the difference between American and British vocabulary

- I can talk about my favourite places

- I can make correct question tags







Slide 6 - Tekstslide

American English
British English
Apartment
flat
pants
trousers
elevator
lift
cookies, fries, chips
biscuit, chips, crisps

Slide 7 - Sleepvraag

American English
British English
town house
terraced house
fall
autumn
store
shop
sneakers
trainers

Slide 8 - Sleepvraag

Prepositions of place 

Slide 9 - Tekstslide

On, in, at  (plaats of tijd)
On (op): oppervlaktes en openbaar vervoer (bus, trein, vliegtuig, boot)
I sit on a chair.               I am on the bus to school.

In (in): wegen, steden, landen, grote gebieden, afgesloten ruimtes (kooi). 
I live in Vriezenveen.          She is in her room right now.

Slide 10 - Tekstslide

On, in, at  (plaats of tijd)
At (bij/op): huisnummers, (namen van) gebouwen

I live at number 12.                            Our teacher is at school.


pg. 155 & 156 -> leer de vertalingen uit je hoofd.

Slide 11 - Tekstslide

Question Tags
Hoe maak je een question tag? De regel: 
 Bevestigende zin (+), ontkennende question tag (-)
ontkennende zin (-), bevestigende question tag (+)

Question tag maak je met het onderwerp + hulpwerkwoord
She is nice, isn't she?
You can't wait, can you?


Slide 12 - Tekstslide

Question tags
Als je een 'Question Tag' wilt maken moet je hulpwerkwoorden uit het eerste deel van de zin herhalen.  
Dit zijn de vormen van het werkwoord to be (am/is/are of was/were) of hulpwerkwoorden (can, have, should, could, would) 
-> Als deze woorden niet in het eerste gedeelte staan moet je do/don't of does/ doesn't gebruiken in de 'Question Tag'. 

Slide 13 - Tekstslide

Question tags
Als deze woorden niet in het eerste gedeelte staan moet je do/don't of does/ doesn't gebruiken in de 'Question Tag'. 

They never talk about money, do they?
She loves him, doesn't she?


Slide 14 - Tekstslide

Question tags

Slide 15 - Tekstslide

Question Tags: Samenvatting
Na een bevestigende zin (+) is de tag ontkennend (-)  
Na een ontkennende zin (-)  is de tag bevestigend (+) 
Je herhaalt de vorm van het ww to BE (am/is/are/was/were) of hulpww (can, have, should, could, would).  
Geen hulpww dan:  do/don't, does/doesn't 
                                         verleden tijd: did/didn't
Je herhaalt het onderwerp. Soms moet je dit vervangen door  he, she, it, we, you, they. 

Slide 16 - Tekstslide

Question tags
1. She is collecting stickers, ______________?
2. We often watch TV in the afternoon, _________________?
3. You haven't cleaned your bike, __________________?
4. John and Max don't like maths, ______________?
5. Peter played handball yesterday, ______________?
6. They are going home from school, _______________?
7. Mary didn't do her homework last Monday, ___________________?
8. I'm clever, __________________?

Slide 17 - Tekstslide

Work on weekplanner
timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

Vocab game
5 teams A B A B A
- Memorise 1 word (+ spelling!), go back to your group
- group: write down the word correctly + its translation + make a sentence with the word
- first who correctly copied the list (+ translation & sentence) wins!

Slide 19 - Tekstslide

Study the words
Vocab A - D + stone 14


- Listen + repeat 
- Write down
-Practise -> Slim Stampen / quizlet


timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Next lesson
Word order + recap future

Slide 21 - Tekstslide