NE 2K - WS, TV H4 (les 14)

Welkom
Nederlands
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Samen lezen
Stiefkind, Selma Noort
  • Lenen
  • E-book via online bieb

Boekopdracht
  • Samenvatting bijhouden.
  • Beeldverslag (zie hand-out).

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Deze les
  • Samen lezen + samenvatten (15 minuten).
  • Opdrachten Taalverzorging 4.2 afmaken (25 minuten).
  • Uitleg Taalverzorging 4.3 en opdrachten maken (25 minuten)
  • Poëzie en fictie (25 minuten).
  • Afsluiten (10 minuten).

Nieuw lesdoel
  • Je kunt verwijswoorden op de goede manier gebruiken.
Toets hst 4 op 22-01-2020
  • Leesvaardigheid: feiten, meningen en argumenten. 
  • Woordenschat: voor- en achtervoegsels (hand-out).
  • Taalvaardigheid: meewerkend vw, verwijswoorden, verkleinwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Welk woord en welk achtervoegsel herken je? Schrijf beide op.
aanstellerig

Slide 4 - Open vraag

Wat betekent wereldwijd?
A
De wereld is heel wijd.
B
Overal op de wereld.
C
De breedte van de wereld.
D
De wijdte van de wereld.

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent origineel?
A
echt
B
nep
C
grappig
D
van origami

Slide 6 - Quizvraag

Als iets niet te tellen is, is het...

Slide 7 - Open vraag

Schrijf drie woorden op die beginnen met het voorvoegsel her-

Slide 8 - Open vraag

Welke hoort niet in het rijtje?
gebruiken - erkennen - toepassen
A
gebruiken
B
erkennen
C
toepassen

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent passeren?
A
erlangs gaan
B
doorgeven
C
een passer gebruiken
D
als passagier reizen

Slide 10 - Quizvraag

Taalverzorging H4.1: meewerkend vw
Leerdoel
  • Je kunt het meewerkend voorwerp van een zin vinden.

Opdracht
  • Bespreken opdracht 1-4 (blz 107).
  • Maak opdracht 4-6 (blz 107).


Zinsontleding
  • PV > vraagproef, tijdproef, getalproef.
  • GZ = alle ww in de zin.
  • OW = wat/wie + pv?
  • LV = wat/wie + gz + ow?
  • MV = aan wie + gz + ow + lv?

Slide 11 - Tekstslide

Taalverzorging H4.2: verwijswoorden
Leerdoel
  • Je verwijswoorden  op de goede manier gebruiken.

Uitleg
  • Mijn, jouw, je als er bezit achter staat: Daar loopt mijn moeder.
  • Mij, me, jou, je als er geen bezit achter staat: Mijn moeder geeft me een appel mee. 

Opdracht
  • Lees theorie TV 4.2 (blz 108) door of luister de theorievideo.
  • Maak opdracht 1-3. Bespreek je score.
  • Maak opdracht 4-6.

Slide 12 - Tekstslide

Programma
Deze les
  • Afsluiten (5 minuten).

Controle lesdoelen
  • Wat betekenen de fantasiewoorden 'luchtbaar' en 'luchtvol'?
  • Feit, mening of argument? Stagelopen is niet leuk, omdat je er moe van wordt. 
  • Benoem alle zinsdelen: Die winkel wil klanten een leuke korting aanbieden.
  • Wat gaat hier mis? Dat doet me moeder morgen wel.

  • Huiswerk
  • ...
Voorlopig: toets op 16-01-2020
  • Leesvaardigheid H4
  • Woordenschat H4
  • Taalvaardigheid H4

Slide 13 - Tekstslide