5.4 Voortplanten (2 lessen)

Les 1 
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 1 

Slide 1 - Tekstslide

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstof-dioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 2 - Sleepvraag

+
+
Reactieschema van de fotosynthese
Glucose
Water
Licht
Koolstofdioxide
Zuurstof

Slide 3 - Sleepvraag

Waar in de cel vindt fotosynthese plaats? 
Fotosynthese
1
2
3
4
5

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Leerdoelen 5.4: Voortplanten
  • Je kunt de delen van een bloem in een afbeelding benoemen en hun functie beschrijven.
  • Je kunt de delen van de meeldraad en stamper in een afbeelding benoemen en hun functie beschrijven.
  • Je kunt uitleggen hoe bestuiving gaat en wat het verschil is bij de bestuiving van een insecten- en windbloem.
  • Je kunt beschrijven hoe de zaden in een bloem ontstaan.
  • Je kunt 3 manieren opnoemen van hoe zaden zich kunnen verspreiden.
  • Je kunt de levenscyclus van een plant beschrijven.


Slide 7 - Tekstslide

Bestuiving door insecten of de wind
Insectenbloem: opvallende kleuren en geuren om insecten aan te trekken, nectar zit diep in de bloem

Windbloem: bloemetjes zijn klein, groen en geuren niet, meeldraden en stempel steken ver uit de bloem

Slide 8 - Tekstslide

Bloemen
Hiernaast zie je de onderdelen van een bloem.
Deze onderdelen moet je kennen en ook weten wat de functie van elk onderdeel is.


Slide 9 - Tekstslide

De stamper
Stamper bestaat uit: 
1. Stempel
2. Stijl 
3. Vruchtbeginsel

In het vruchtbeginsel zitten zaadbeginsels
In elk zaadbeginsel zit een eicel

Dit zijn de 'vrouwelijke geslachtsdelen' van de bloem! 

Slide 10 - Tekstslide

De meeldraad
Meeldraad bestaat uit:
1. Helmknop 
2. Helmdraad

De stuifmeelkorrels zijn de mannelijke voortplantingscellen, te vergelijken met zaadcellen van mensen.

Dit zijn dus de 'mannelijke geslachtsdelen' van de bloem!

Slide 11 - Tekstslide

Onderdelen van een bloem met de functie
  • Bloembodem: Hierop zitten andere delen van de bloem vast.
  • Kelkbladeren: groene blaadjes, beschermen de bloem tegen kou, uitdroging, en beschadiging als de bloem in de knop zit.
  • Nectarkliertjes: Klieren onderin de bloem, die nectar maken = zoete stof die insecten eten.
  • Kroonbladeren: gekleurde bloemblaadjes, hiermee lokt de plant insecten.
  • Stamper: vrouwelijke deel van de bloem dat middenin de bloem zit, is voor de voortplanting
  • Meeldraden: mannelijke deel van de bloem en staan rondom stamper, zijn voor voortplanting

Slide 12 - Tekstslide

Bestuiving
 "stuifmeel van de meeldraden van een bloem gaan naar de stamper van een bloem van dezelfde soort plant"

Dit kan zijn eigen vrouwelijke deel zijn. (=zelfbestuiving)
Of het vrouwelijke deel van een andere bloem. (=kruisbestuiving)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hoe noemen we het mannelijke geslachtdeel van een bloem?
A
Stamper
B
Meeldraad
C
Stempel
D
Helmknop

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noemen we het vrouwelijke geslachtdeel van een bloem?
A
Stamper
B
Meeldraad
C
Stempel
D
Helmknop

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet het onderdeel dat fel
geel gekleurd is?
A
Bloembodem
B
Kelkblad
C
Kroonblad
D
Bloemsteel

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet
onderdeel 1?
A
Kroonblad
B
Helmknop
C
Stempel
D
Stamper

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet
onderdeel 2?
A
Kroonblad
B
Helmknop
C
Stempel
D
Stamper

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heet
onderdeel 3?
A
Helmknop
B
Helmdraad
C
Stempel
D
Stamper

Slide 20 - Quizvraag

Wat verspreid een bij in
deze bloemen?
A
Nectar
B
Stuifmeel
C
Eicel
D
Honing

Slide 21 - Quizvraag

Wanneer is er GEEN bestuiving? 

Slide 22 - Tekstslide

Kelkbladeren
6
Helmknop met helmhokjes
8
Stuifmeelkorrel (mannelijke geslachtscel)
2
Kroonblad
1
Eicel
5
Zaadbeginsel
4
Vruchtbeginsel
13
Stijl
12
Stempel
11
Stamper
14
Helmdraad
9
Stuifmeelbuis (Pollenbuis)
3
Meeldraad
10
Leer de onderdelen van de bloem
Bloemsteel
7

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

Maken
Eerste 5 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 5.4
Maken: opdracht 1 t/m 14

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

Slide 25 - Tekstslide

Les 2 

Slide 26 - Tekstslide

Startopdracht:
Schrijf in je schrift de onderdelen op de volgende slide. 
2 minuten zelf en in stilte                                          (rood)
2 minuten overleggen (fluisteren)                         (oranje)
2 minuten boek erbij (blz 88, 89)                             (groen)

Klaar? lees blauwe tekst op blz 97.

Slide 27 - Tekstslide

Kelkbladeren
6
Helmknop met helmhokjes
8
Stuifmeelkorrel (mannelijke geslachtscel)
2
Kroonblad
1
Eicel
5
Zaadbeginsel
4
Vruchtbeginsel
13
Stijl
12
Stempel
11
Stamper
14
Helmdraad
9
Stuifmeelbuis (Pollenbuis)
3
Meeldraad
10
Leer de onderdelen van de bloem!
Bloemsteel
7

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen 5.4: Voortplanten les 2

  • Je kunt beschrijven hoe de zaden in een bloem ontstaan.
  • Je kunt 3 manieren opnoemen van hoe zaden zich kunnen verspreiden.
  • Je kunt de levenscyclus van een plant beschrijven.

Slide 29 - Tekstslide

Ontstaan van zaden
1. Stuifmeelkorrels plakken op de stempel
2. Celkern gaat door de stuifmeelbuis tot in de eicel
3. Elke bevruchte eicel (zaadbeginsel) groeit uit tot een zaadje, daaromheen groeit het vruchtbeginsel tot vrucht

Slide 30 - Tekstslide

Zaadverspreiding
3 manieren: 
1. Door wind
2. Door dieren
3. Door de plant zelf

Slide 31 - Tekstslide

Zaadverspreiding
3 manieren: 
1. Door wind
2. Door dieren
3. Door de plant zelf

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Geef het antwoord met je vingers.
Denk eerst even na.
Bij 0 steekt iedereen tegelijk de
vingers op!
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 34 - Quizvraag

Welk nummer is de
stuifmeelkorrel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 35 - Quizvraag

Welk nummer is de
celkern van de
stuifmeelkorrel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 36 - Quizvraag

Welk nummer is de eicel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 37 - Quizvraag

Naar welk cijfer zakt de
stuifmeelbuis af?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 38 - Quizvraag

Als dit een tomatenplant is,
hoeveel tomaten groeien uit
dit vruchbeginsel?
A
1
B
2
C
4
D
5

Slide 39 - Quizvraag

Als dit een tomatenplant is,
hoeveel zaadjes kunnen er
groeien in deze tomaat?
A
1
B
2
C
4
D
5

Slide 40 - Quizvraag

Zelfstandig werken
(zelf werken of rustig overleggen)
Bestuderen/doorlezen: blz 92 t/m 96
Maken: opdracht  15 t/m 25

Klaar?  
Ga verder met Toepassen blz 98, 99: opdr 28 t/m 31

Slide 41 - Tekstslide

Leerdoelen 5.4: Voortplanten
  • Je kunt de delen van een bloem in een afbeelding benoemen en hun functie beschrijven.
  • Je kunt de delen van de meeldraad en stamper in een afbeelding benoemen en hun functie beschrijven.
  • Je kunt uitleggen hoe bestuiving gaat en wat het verschil is bij de bestuiving van een insecten- en windbloem.
  • Je kunt beschrijven hoe de zaden in een bloem ontstaan.
  • Je kunt 3 manieren opnoemen van hoe zaden zich kunnen verspreiden.
  • Je kunt de levenscyclus van een plant beschrijven.

Slide 42 - Tekstslide

Startopdracht:
Schrijf in je schrift de onderdelen op de volgende slide. 
2 minuten zelf en in stilte                                          (rood)
2 minuten overleggen (fluisteren)                         (oranje)
2 minuten boek erbij (blz 88, 89)                             (groen)

Klaar? lees blauwe tekst op blz 97.

Slide 43 - Tekstslide

Kelkbladeren
6
Helmknop met helmhokjes
8
Stuifmeelkorrel (mannelijke geslachtscel)
2
Kroonblad
1
Eicel
5
Zaadbeginsel
4
Vruchtbeginsel
13
Stijl
12
Stempel
11
Stamper
14
Helmdraad
9
Stuifmeelbuis (Pollenbuis)
3
Meeldraad
10
Leer de onderdelen van de bloem!
Bloemsteel
7

Slide 44 - Tekstslide

Les: De aardbeienkwekerij

Slide 45 - Tekstslide

Startopdracht (in stilte!):
Lees de oranje tekst op blz 100 en 101.

Klaar? Zet de onderstaande begrippen op volgorde (onder elkaar) en beschrijf wat er dan gebeurt (zie bron 9 op blz 96):  
ontkiemen - zaaien - bloeien - rijpen - bevruchting -  bestuiving - groeien 

Slide 46 - Tekstslide

Kruidachtige (1) of houtachtige (2) plant?

Slide 47 - Tekstslide

Leg uit: 
insectenbloem (1) of windbloem (2)?

Slide 48 - Tekstslide

Leg uit:
insectenbloem (1) of windbloem (2)?

Slide 49 - Tekstslide

Leg uit:
insectenbloem (1) of windbloem (2)?

Slide 50 - Tekstslide

Hoe groeit een aardbei?
https://schooltv.nl/video-item/hoe-groeien-aardbeien-niet-de-zaadjes-zijn-belangrijk-maar-de-uitlopers


Kijkvraag: 
Welke kleur heeft het vruchtbeginsel van een rijpe aardbei? 

Slide 51 - Tekstslide

Zelfstandig werken
(zelf werken of rustig overleggen)
Bestuderen/doorlezen: 
Maken: opdracht  1 t/m 4 en 7

Klaar?  
Ga verder met Toepassen blz 98, 99: opdr 28 t/m 31

Slide 52 - Tekstslide

Bespreken opdracht 6





Is het aantal hectares in kassen en tunnels toegenomen of afgenomen sinds 2000?

Slide 53 - Tekstslide

Bespreken opdracht 6

Slide 54 - Tekstslide

Zelfstandig werken
(zelf werken of rustig overleggen)
Doorlezen: blz 104
Maken: opdracht  8, 9 en 11

Klaar?  
Kijk je antwoorden na (uitwerkingenblad op It's Learning)

Slide 55 - Tekstslide