Lesson 4. 26/4

What are we going to do today?
- Words check 
- Homework check 
- Grammar E + exercises 
- Afsluiting 

Lesson goal: At the end of the lesson you can use the possessive and much/many correctly in 5 sentences. 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

What are we going to do today?
- Words check 
- Homework check 
- Grammar E + exercises 
- Afsluiting 

Lesson goal: At the end of the lesson you can use the possessive and much/many correctly in 5 sentences. 

Slide 1 - Tekstslide

Verkeerde
A
Wrong
B
Right
C
Bored
D
Describe

Slide 2 - Quizvraag

Playful
A
Spelen
B
Speels
C
Schattig
D
Klein

Slide 3 - Quizvraag

Belangrijk(e)
A
Male
B
Species
C
Warn
D
Important

Slide 4 - Quizvraag

Predict
A
Wetenschapper
B
Gedrag
C
Voorspellen
D
Bekend

Slide 5 - Quizvraag

Schuilplaats
A
Safe
B
Shelter
C
(to) growl
D
Cute

Slide 6 - Quizvraag

Forest
A
Bos
B
Woestijn
C
Oceaan
D
Oerwoud

Slide 7 - Quizvraag

Hagedis
A
Parrot
B
Elephant
C
Giraffe
D
Lizard

Slide 8 - Quizvraag

Bekend
A
Familiar
B
Attached to
C
Describe
D
Similar

Slide 9 - Quizvraag

Possessive (bezit aangeven)
Je gebruikt de possessive om aan te geven dat twee dingen bij elkaar horen.
Bij mensen en dieren in het enkelvoud gebruik je 's ook als ze zelf eindigen op 's.

James's PS5 arrived today.  --> Afkorting van: James his PS5
The boy's cat is sleeping. --> Afkorting van: The boy his cat 

Slide 10 - Tekstslide

Possessive (bezit aangeven)
Bij mensen en dieren in het meervoud gebruik je 's als het niet op -s eindigt en alleen de ' als het wel eindigt op -s. 

The children's rooms are small.
The giraffes' necks are long.
The elephants' ears are big. 

Je gebruikt 'of' bij dingen: The corner of the street. 

Slide 11 - Tekstslide

Much en many
Much en many zijn quantifiers (tel woorden) 

Much en many betekenen beide 'veel'. Je gebruikt many bij woorden van dingen die je kunt tellen. 
I have many shoes. 

Je gebruikt much bij woorden van dingen die je niet kunt tellen. 
How much water is in the ocean? 

Slide 12 - Tekstslide

Do: 
Kader: opdracht; 31, 32a, 33b, 35
Theoretisch: opdracht; 29, 30b, 31a&b, 32

Hier gaan we 7min in stilte mee aan de slag. 
timer
7:00

Slide 13 - Tekstslide

What did you learn
today?

Slide 14 - Woordweb