les 20 feb klas 2b uitleg box 3 berekeningen

H6.3 Belasting over je spaargeld
Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen wat box 3 inhoudt.


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H6.3 Belasting over je spaargeld
Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen wat box 3 inhoudt.


Slide 1 - Tekstslide

Boxen
Er wordt onderscheidt gemaakt tussen verschillende soorten inkomens, deze zijn onderverdeeld in boxen.

BOX 1: belasting over inkomen uit werk en eigen woning
BOX 2: belasting over aanmerkelijk belang, hoef je niet te kennen
BOX 3: belasting over inkomen uit vermogen

Slide 2 - Tekstslide

Box 3
Belasting over inkomsten uit vermogen, zoals spaargeld en beleggingen. Deze inkomstenbelasting in box noem je ook wel vermogensrendementsheffing.
Bij deze belasting doet de overheid alsof je per jaar verdient aan rente met je spaargeld of winst op je belegging. Dit noem je fictief rendement.

Het eerste deel van je spaargeld is belastingvrij, dit heet heffingsvrij vermogen.

Slide 3 - Tekstslide

Spaardeel en belegdeel
Als het belastbaar vermogen is berekend, dan dien je dit te splitsen in een spaardeel en een belegdeel.
De overheid gaat er vanuit dat hoe meer vermogen je hebt, hoe meer je belegt, omdat het beleggen in aandelen meer opbrengt dan op een spaarrekening zetten.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is vermogen?
Bezittingen – schulden
Soorten vermogen:
  1.  spaargeld bij de bank
  2.  Aandelen, behalve aanmerkelijk belang box 2
  3.  Een tweede, derde…. Woning
  4.  Een verzameling schilderijen als belegging


Slide 5 - Tekstslide

Het systeem van berekenen
1. saldo sparen en beleggen. waarde 1 jan.
2. (min) vrijgestelde bezittingen, groen sparen
3. (min) heffingsvrije vermogen
4. Belastbaar vermogen

Slide 6 - Tekstslide

En dan ?
Belastbaar vermogen vergelijking met belastbaar inkomen uit box 1
Berekening spaardeel van het bedrag (schijven)
Berekening belegdeel van het bedrag
Verondersteld rendement berekenen
Schijven van box 3---> en daarna  het vaste tarief belasting

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Fatima: alleenstaand. Vermogen in box 3 van 90.000. De vrijstelling voor een persoon is Euro 50.000.
Rendementsgrondslag= 90.000-50.000=40.000
(zie tabel blz. 57).
Schijf 1:     67% in het forfaitair spaardeel= 67% van 40.000= 26.800
                     33% in het forfaitair belegdeel= 33% van 40.000=  13.200
Deze bedragen en heb je nodig om het voordeel uit sparen en belegen te berekenen.

Slide 8 - Tekstslide

Casus Fatima
Nu ga je het forfaitair rendement berekenen (veronderstelt)
zie tabel blz. 59
Over haar spaardeel= 0,03%x 26.800= 8,04
over haar belegdeel = 5,69%x 13.200=751,08
laatste stap: Na berekening van haar rendement uit sparen en beleggen. bereken je hoeveel inkomstenbelasting moet Fatima betalen: 8,04+751,08=759,12x31%= Euro 235,32

Slide 9 - Tekstslide

stappen
Stap 1  bereken belastbaar vermogen
stap 2 bereken van dat belastbaar vermogen spaardeel en belegdeel
Stap 3 is rendementen berekenen spaardeel en belegdeel
Stap 4  tel spaardeel en belegdeel bij elkaar op en bereken met een vast tarief wat er aan inkomstenbelasting moet worden betaald in box 3

Slide 10 - Tekstslide

Roberto en Marije hebben samen € 31.500 spaargeld en € 34.640 aan beleggingen. Voor hen samen is het heffingsvrij vermogen € 50.000.-

Bereken het belastbaar vermogen voor hen.

Slide 11 - Open vraag

Roberto en Marije hebben een belastbaar vermogen van Euro 16.140 Bereken met behulp van de tabel op blz. 57 het spaardeel en belegdeel

Slide 12 - Open vraag

Bereken voor Roberto en Marije de forfaitaire rendementen op het spaardeel en belegdeel blz. 59 boek

Slide 13 - Open vraag

bereken voor Roberto en Marije de te betalen inkomstenbelasting in box 3 over de rendementen

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide