15. Schrijfdossier opdracht 2

PLANNING VAN DEZE LES
1.   Ophalen
2.  Quizvraag
3.  Overzicht Nederlands: Schrijfdossier en bouwstenen
4.  Het Schrijfdossier
5.  Theorie sollicitatiebrief

► Cijfer Nederlands
Cijfer StartUp + cijfer Schrijfdossier + cijfer voortschrijdend gemiddelde (Bouwsteentoetsen + eindtoets) / 3.




1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

PLANNING VAN DEZE LES
1.   Ophalen
2.  Quizvraag
3.  Overzicht Nederlands: Schrijfdossier en bouwstenen
4.  Het Schrijfdossier
5.  Theorie sollicitatiebrief

► Cijfer Nederlands
Cijfer StartUp + cijfer Schrijfdossier + cijfer voortschrijdend gemiddelde (Bouwsteentoetsen + eindtoets) / 3.




Slide 1 - Tekstslide

1. OPHALEN
De zinsdelen van een zin vind je als volgt:  
   
1. Zet de zin in een andere tijd. Dat wat verandert, is een werkwoord/de pv.
2. Zet streepjes (in je hoofd) meteen voor en na de persoonsvorm (pv). 
3. Je laat nu de persoonsvorm op dezelfde plek staan. 
    a) Dat wat ervóór staat, is al een zinsdeel. Dat krijg je gratis.  
    b) Wat kan er nog meer vóór? Dat is dan ook een zinsdeel. 

Het moeten nog wel goede Nederlandse zinnen zijn! 
    

Slide 2 - Tekstslide

ONDERWERP
De persoonsvorm is dus een werkwoord dat het onderwerp 'laat werken'.  

Kijk maar: 'Emy | weet | alles.' 
►Wat is de persoonsvorm? 


Stel de vraag 'wie of wat' aan de persoonsvorm
Het antwoord is het onderwerp. 


Slide 3 - Tekstslide

WERKWOORDELIJK GEZEGDE
... ofwel alle werkwoorden die in de zin worden 'gezegd'. 

Werkwoorden zijn doe-woorden. 
- Ze eindigen op -en (behalve zes ervan).
- De vorm kan veranderen, dat is de werkwoordspelling/de d's en dt's! 




Slide 4 - Tekstslide

2. QUIZZZ
Eén zin, vier vragen! 

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn de juiste zinsdelen ook alweer?

'Morgen ga ik naar mijn oma'
A
Morgen | ga| ik | naar mijn oma
B
Morgen | ga ik | naar mijn oma
C
Morgen | ga| ik naar mijn oma

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?

'Morgen | ga | ik | naar mijn oma'
A
Morgen
B
ga
C
ik
D
naar mijn oma

Slide 7 - Quizvraag

En wat is het onderwerp?

'Morgen | ga | ik | naar mijn oma'
A
Morgen
B
ga
C
ik
D
naar mijn oma

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

'Morgen | ga | ik | naar mijn oma'
A
Morgen
B
ga
C
ik
D
naar mijn oma

Slide 9 - Quizvraag

3. OVERZICHT
Tot en met woensdag 3 april maak je één opdracht per week/twee lesuren Nederlands voor in jouw het Schrijfdossier. Op de volgende slide staat het overzicht. 
► Heb je een opdracht niet in de les af, dan moet je het thuis afronden.

Na het Schrijfdossier gaan we klassikaal verder met Bouwsteen 04. We doen drie lesuren over één Bouwsteen. Het vierde lesuur heb je de Bouwsteentoets over die Bouwsteen. 

Eén Bouwsteen duurt dus twee lesweken. 

Slide 10 - Tekstslide

Overzicht Schrijfdossier
► 07 februari: de sollicitatiebrief via e-mail
14 februari: het persbericht
28 februari: het onderzoeksartikel
06 maart: geen les i.v.m. studiedag
13 maart: het formulier en begeleidende e-mail
20 maart: het betoog
27 maart: de reflectie (het slot)
3 april: afronden opdrachten, controle van het Schrijfdossier m.b.v. opdracht 8 en Schrijfdossier uploaden in CumLaude want de deadline ligt op 3 april 2024, 24:00 uur.


Slide 11 - Tekstslide

Na het Schrijfdossier
Bouwsteen 04. woensdag 10 + 17 april ►Samenhang (signaalwoorden)
- woensdag 17 april het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 04.

Bouwsteen 05. woensdag 24 april + 8 mei ►Hoofd- en bijzaken
- woensdag 8 mei het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 05.
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Indi, Daan en Teun. 
► Denk na over wat je gaat doen en mail mij jouw besluit. 

Slide 12 - Tekstslide

4. HET SCHRIJFDOSSIER
Je vindt in jouw mail het Schrijfdossier. Open dit en maak een Word-bestand aan met een voorblad 'Schrijfdossier'. 

Noem het bestand:
Schrijfdossier 2023-2024 [jouw voor- en achternaam] 

Volg de StartUp: 
Je moet een voorblad, automatische inhoudsopgave, inleiding, jouw uitwerking van de opdrachten (kern) en een reflectie (slot) hebben. Voeg paginanummering en pagina-eindes in!





Slide 13 - Tekstslide

OPDRACHT 2: de sollicitatiebrief via e-mail
Volg de richtlijnen in het Schrijfdossier.


LESDOELEN
- Je bent op de hoogte van de taalconventies, de regels die bij een sollicitatiebrief horen
- Je kent de indeling van de sollicitatiebrief via e-mail

Slide 14 - Tekstslide

Heb je je cv af?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

5. THEORIE SOLLICITATIEBRIEF
In jouw sollicitatiebrief overtuig je de lezer dat je geschikt bent voor de baan. 
Je wilt uitgenodigd worden voor een gesprek. 

  • formeel taalgebruik
  • je volgt de indeling van een zakelijke brief 
  • maximaal 3/4 A4

Belangrijk:
- de taalconventies van een sollicitatiebrief
- de volgorde, in alinea's

Slide 16 - Tekstslide

de vacature
Je hebt van mij een vacature ge-e-maild gekregen. Deze kan je gebruiken, je kunt ook zelf een vacature zoeken en daar een sollicitatiebrief op schrijven.

Neem zowel de vacaturetekst als jouw sollicitatiebrief op in jouw Schrijfdossier. 

Op de volgende slide de webpagina met de bewuste vacature(tekst). 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

voorbereiding
  • welke informatie kan je vinden over het bedrijf? 

  • staat er een contactpersoon in de vacaturetekst? Die naam gebruik je in je aanhef. 

  • kan je bellen voor meer informatie? Alleen bellen als je een vraag hebt. 

  • lees de vacaturetekst nog een keer door.

Slide 19 - Tekstslide

DE START
► in een e-mail gebruik je de onderwerpsregel:
Sollicitatie naar de functie van .... → géén punt of komma

►In een brief: 
NAW-gegevens afzender (jij)

NAW-gegevens doelgroep (die ander)

Zwolle, 7 februari 2024 → géén punt of komma, wel de datum uitschrijven

Betreft: sollicitatie naar de functie van .... → géén punt of komma







Slide 20 - Tekstslide

DE AANHEF
Geachte heer/mevrouw,    → hierachter moet een komma

Allemaal prima (maar check de vacature): 

Beste mevrouw Deutz,
Beste meneer Van Pijkeren, 
Geachte heer Van der Molen, 
Geachte heer/mevrouw,
Geachte mevrouw De Bruyckere, 





Slide 21 - Tekstslide

DE INLEIDING
  • Stel jezelf voor:

Ik ben X en ik ben x jaar. Ik volg de opleiding Hoefsmederij aan het Zone.college in Zwolle. 


► je schrijft de functie met kleine letter: hoefsmid
► je volgt een opleiding met de titel Hoefsmederij
► hoe schrijft de organisatie haar eigen naam? Jatten!

Slide 22 - Tekstslide

NOG MEER INLEIDING
  • Je schrijft waar je de vacature hebt gezien:
Ik zag uw vacature in [naam blad]. 
Ik werd geattendeerd op jullie vacature door [Voornaam, Achternaam]
Via Indeed zag ik uw vacature.  

  • Je schrijft waarom jij solliciteert:
Deze vacature sprak mij meteen aan, omdat ...
Ik werd meteen enthousiast van de vacature, want ... 

►Houd de zinnen kort. Maximaal één komma en één keer het voegwoord [en]. 

Slide 23 - Tekstslide

TWEEDE ALINEA: de kern
►Lees de vacaturetekst nog een keer door. Welke karaktereigenschappen moet je hebben? Laat die woorden terugkomen. Je zet dit in een nieuwe alinea. 

Ik kan zowel goed zelfstandig werken, als in een team.
Ik kan goed zelfstandig werken en ook in teamverband.
  
Vragen ze nog meer karaktereigenschappen/werkeigenschappen? Die kunnen allemaal bij elkaar in deze alinea.

Slide 24 - Tekstslide

DERDE ALINEA: de kern
►Lees de vacaturetekst nog een keer door. Wat zijn 'harde' eisen? Die moeten apart in een alinea. 

Hoeveel uren willen ze dat je gaat werken?
De gevraagde 32 uren per week zijn voor mij goed haalbaar en eventueel kan ik in het weekend werken. 
  
Welke dagen willen ze dat je werkt? Moet je in het bezit zijn van rijbewijs B? Moet je een auto hebben? Welke diploma's vragen ze?


Slide 25 - Tekstslide

SLOTALINEA en SLOTZIN
  • Je breit er een eind aan: je geeft de laatste informatie en sluit af met jouw naam. 

Tot slot heb ik ook mijn cv toegevoegd. Bij vragen of interesse kunt u mij zowel telefonisch als via e-mail bereiken. 

  • De slotzin is ook weer een alinea: je stuurt aan op een uitnodiging voor gesprek. 

Ik zou graag mijn motivatie willen toelichten in een gesprek. 
  




Slide 26 - Tekstslide

AFSLUITING
Met vriendelijke groet,  → hier een komma aan het eind


Voornaam Achternaam  → hierachter niets


Bijlage: cv       → hierachter geen interpunctie


  




Slide 27 - Tekstslide

spellingtips e.d.
  • curriculum vitae of levensloop: afkorten met kleine letter: cv.

  • geen hobby's of irrelevante opleidingen in jouw motivatie.

  • schrijf je [u] in de brief, switch dan niet naar [jullie]. Kies één van de twee.

  • hun is NOOIT een onderwerp. Je begint een zin dus nooit met [hun].

Slide 28 - Tekstslide

spellingtips e.d.
  • schrijf actief, dus in de tegenwoordige tijd, met één werkwoord/persoonsvorm. 

  • interpunctie. Waar komt een komma? Lees je brief na. Heb je alle hoofdletters? Punten?  

  • schrijf in de alinea achter elkaar door! 

  • gebruik geen afko's, maar schrijf ze in het middenstuk volledig (uit).

Slide 29 - Tekstslide

VOLGENDE WEEK
... gaan we aan de slag met het persbericht.

Slide 30 - Tekstslide

EINDE VAN DE LES

Slide 31 - Tekstslide

Bouwsteen 06. woensdag 15 + 22 mei ► Informatie en meningen
- woensdag 22 mei het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 06. 
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Indi, Ilja, Jelte en Daan

Bouwsteen 07. woensdag 29 mei + 5 juni ► Evalueren
- woensdag 5 juni het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 07.
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Lian en Teun 

Slide 32 - Tekstslide

Bouwsteen 08.  woensdag 12 + woensdag 19 juni ► Samenvatten
- woensdag 19 juni het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 08.

Eindtoets Bouwstenen.  woensdag 26 juni
- woensdag 26 juni het eerste lesuur Nederlands.

Over: zeven lesuren in totaal, woensdag 26 juni (het 2e uur), 2 juli, 10 juli en 17 juli. In die uren ga je toetsen inhalen en vereisten afronden. Wanneer je alles afhebt, laat je het mij weten.  

Slide 33 - Tekstslide