Inleiding GHZ les 3

 Gehandicaptenzorg
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GehandicaptenzorgMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

 Gehandicaptenzorg

Slide 1 - Tekstslide

Agenda Les 3


- Hoe gaat het? Waar behoefte aan? 
- Terugblik vorige les
- Gedragsproblemen
- Specifieke begeleidingsmethodieken 
- Wet en regelgeving
- Casus Brandon








Slide 2 - Tekstslide

Hoe gaat het vandaag met iedereen?
Wensen of behoeften voor de middag?

Slide 3 - Woordweb

In 1841 kwam de krankzinnigenwet. In deze wet stond dat 'krankzinnigen' recht hebben om verzorgd en verpleegd te worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Speciaal onderwijs is ingedeeld in 5 clusters
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Geschiedenis van de GHZ:
Wat is een dolhuis?

Slide 6 - Woordweb

Welke aandachtspunten zijn belangrijk in de bejegening naar mensen met een VB?

Slide 7 - Woordweb

Gewenste bejegening
- Respect voor iemands zijn; gelijkwaardigheid nastreven en iemand serieus nemen; 
- Afgestemd op de individuele behoeften en wensen; 
- Aandacht besteden aan alle aspecten van het leven; 
- De bejegening sluit aan op persoonlijkheid, achtergronden, gewoonten en levensovertuiging;
- Maak zorgvragers bewust dat ze keuzes kunnen maken en geeft hen de ruimte om dat te doen. 
- Neem de regie over als dat nodig is (bijvoorbeeld bij gevaar).  

Slide 8 - Tekstslide

Dagelijkse omgang en gedragsproblemen

Slide 9 - Tekstslide

Gedragsproblemen
Kijken naar: 

Cliëntfactoren:  (ziekte, pijn, trauma)
Sociale omgeving: overvraging, 
Fysieke omgeving: leefruimte, privacy
Organisatie: medewerkers voldoende kennis, is er rust? 

Maar ook:
Beleving van het probleemgedrag
Betekenisgeving hieraan.
Je normen en waarden als professional. 

Slide 10 - Tekstslide

Welke medische oorzaken kunnen gedragsverandering teweegbrengen?

Slide 11 - Woordweb

Medische oorzaken van gedragsproblemen

Algemene oorzaken: 
Onbehagen: knellende kleding, verkeerde houding. 
Pijn: bijvoorbeeld keel of kiespijn kan tot uiting komen in eetproblemen. 
Jeuk: door bv huidaandoeningen.
Problemen in de zintuigfunctie: bv doofheid en slechthorendheid

Slide 12 - Tekstslide

Medische oorzaken van gedragsproblemen
Stofwisselingsproblemen: 
Ook de complicaties gepaard met de stofwisselingsziekte kunnen afwijkend gedrag veroorzaken. 
Bijvoorbeeld honger en dorst bij een beginnende suikerziekte.

Stoornissen circulatie van het hersenvocht. 

Hoofdpijn, misselijkheid, achteruitgang in de ontwikkeling en onzindelijkheid
. 

Slide 13 - Tekstslide

Medische oorzaken van gedragsproblemen
Epilepsie
Voor en na een grand-mal aanval komt nogal eens afwijkend gedrag voor. Tijdens een aanval kan iemand soms lastig of agressief gedrag vertonen. Na een aanval zijn de meeste mensen slaperig of in de war. 

Medicijnen
Gedragsbeïnvloedende medicijnen die averechts werken.

Slide 14 - Tekstslide

Medische oorzaken van gedragsproblemen
Voedings -en genotmiddelen
Mensen met een VB kunnen een uitgesproken
voorkeur hebben voor bepaalde 
voedingsmiddelen dat er tekorten aan 
andere voedingsstoffen ontstaan.

Slide 15 - Tekstslide

Medische oorzaken van gedragsproblemen
Psychiatrische aandoeningen
Vaak worden de aandoeningen niet goed herkend omdat ze hun klachten zich niet goed kunnen uitdrukken. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Specifieke begeleidingsvormen en theoriën

Slide 18 - Tekstslide

Ervaringsordening van Timmers-Huigens
Psycholoog en Theoloog Dr. Timmers-Huigens ontwikkelde in de jaren 60 dit model. 

De niveaus geven een basisniveau aan 
om vanuit te werken. 
De essentie is om de cliënt te
leren verstaan

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Begeleidingsvormen die aansluiten op het laagste niveau 
- Basale stimulatie 
- Zintuiglijke stimulering/Active learning

Maak 2 groepjes en verdiep je in één van bovenstaande vormen en werk het volgende uit:
Wat is het?
Wie is de grondlegger?
Hoe zie jij deze begeleidingsvorm terug in jouw rol als verpleegkundige? 


Slide 21 - Tekstslide

Basale stimulatie
Mensen met een EMB krijgen prikkels aangeboden waardoor ze zichzelf gaan ervaren als een mens die veiligheid nodig heeft. 
De term basaal wordt gebruikt omdat het eenvoudige prikkels betreft volgens een bepaalde zintuiglijke ordening
De term stimulatie wordt gebruikt omdat er iets wordt aangeboden om te ervaren 

Het is meer een middel tot communicatie dan een middel voor ontspanning


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Zintuiglijke stimulering
Active Learning; door te handelen leer je de omgeving beter begrijpen
Grondlegger is Lili Niesten, Psychoog. 

Ze gaat ervan uit dat handeling die je zelfstandig uitvoert de meeste input geven
Het doel is het brengen van actie en reactie waardoor ze meer bewust worden van en meer vat krijgen op hun omgeving. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Begeleidingsvormen op relationele basis
Hechtingstheorie:
- Iedereen is gehecht;  in meer om mindere mate
Er zijn 4 soorten hechtingsstijlen: 
1) Veilig hechting: vertrouwen in zichzelf en in de ander.
2) Vermijdende hechting: wantrouwend naar anderen, doet alles het liefste zelf.  Ouders waren vaak negatief, afwijzend,  niet sensitief.
3) Ambivalente hechting: sterke wisselingen in je stemming. Bang om verlaten te worden. Deze stijl kan ontstaan wanneer opvoeders inconsequent of onvoorspelbaar waren. 
4) Gedesorienteerde hechting: geen vertrouwen in zichzelf of in de ander, moeite met het aangaan van relaties. Deze stijl komt vaak voor bij mensen die verwaarloosd of misbruikt zijn. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Wet -en regelgeving binnen de GHZ

Slide 30 - Tekstslide

Met welke wetten krijg je te maken binnen de GHZ (zowel intramuraal als ambulant)?

Slide 31 - Woordweb

Wetten
De zorgverzekeringswet -ZVW. Medische zorg, verpleegkundige (wijk)zorg, psychiatrische behandeling, revalidatiezorg. Het gaat hierbij vooral om de zogenaamde curatieve en relatief kortdurende zorg.

De Wet Langdurige Zorg - WLZ: is voor mensen met een dermate ernstige beperking dat ze levenslang en levensbreed zorg en ondersteuning nodig hebben en waarbij de zorg 24 per dag in de directe omgeving geboden kan worden.

De Wet Maatschappelijke Ondersteuning- WMO: regelt de zorg voor mensen die niet in aanmerking komen voor zorg in het kader van de de WLZ, maar wel als gevolg van een langdurige beperking of aandoening ondersteuning nodig hebben omdat ze anders onvoldoende voor zichzelf kunnen zorgen of kunnen participeren in de samenleving.
Jeugdwet. Deze wet regelt alle zorg die kinderen nodig kunnen hebben, met uitzondering van de zorg in het kader van de ZVW en de WLZ .



Slide 32 - Tekstslide

Wetten

Passend Onderwijs: Dit betreft een groot aantal wijzigingen in diverse onderwijswetten die het beter mogelijk moeten maken dat ieder kind die extra begeleiding nodig heeft in het onderwijs dit ook kan krijgen. Deze wet regelt de belangrijkste zaken op het gebied van inkomen en werk voor mensen met eeen arbeidsbeperking.

 De Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen -WMCZ: bieden het wettelijk kader voor het functioneren van cliëntenraden in de zorg.

Wet zorg en dwang:  Psychogeriatrische en verstandelijke gehandicapte cliënten regelt de manier waarop onvrijwillige zorg geregeld moet worden.


Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Casus Brandon (2011) 
Bekijk de documentaire over Brandon (24 minuten). 

Beantwoord de volgende vragen: 
- Wat doet dit met je? 
- Beargumenteer ieders standpunten op Micro, Meso en Macro niveau. 
- Doorloop het schema van de nieuwe wet Zorg en dwang (Januari 2020). Schrijf je bevindingen op. 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video


Bedankt voor de aandacht!!

- Zijn er vragen?
- Feedback over de les

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide