les 2 Feiten en meningen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Leerdoel

Ik kan feiten en meningen van elkaar onderscheiden;

Ik kan objectieve en subjectieve woorden in een tekst herkennen;

Ik kan betogende en aansporende/activerende teksten herkennen;

Ik kan bij subjectieve teksten mijn eigen mening geven.

Feit

Een feit is iets wat werkelijk zo is

Een feit is iets wat echt is gebeurd

Een feit kun je controleren

Een feit is iets dat vaststaat en dat je kunt bewijzen (objectief)

Mening

Een mening is wat een persoon van iets vindt.

Een mening staat niet vast, het is persoonlijk en een mening kan per persoon verschillen (subjectief)

Andere woorden voor mening zijn:

standpunt, oordeel, opinie en opvatting.

FEIT OF MENING?

FEIT OF MENING?

FEIT OF MENING?

FEIT OF MENING?

OPDRACHT 

Blok 5, Lezen

Maak opdrachten 45 en 46 helemaal af.

Als je de opdrachten af hebt mag je kiezen:

verder met de schrijfopdracht (reflectieverslag) 

of 

van blok 4 en 5 de zelftoetsen maken.

Einde van de les