Lesweek 7 Taalverzorging Voltooide tijd + Schrijven Verslag 1 met Chat GPT

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Dus wat gaan we doen?
Herhalen: stam van het werkwoord + tegenwoordige tijd + verleden tijd
Nieuwe theorie: voltooide tijd

Herhalen opbouw van een tekst (inleiding, middenstuk & kern)
Nieuwe theorie: SCHRIJVEN 2. 4 Verslag met Chat GPT

Slide 3 - Tekstslide

Herhalen - de beste manier van leren

Slide 4 - Tekstslide

De stam is het hele werkwoord, zonder -en. Bijvoorbeeld lopen, stam: loop
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Maak de stam van 'verhuizen'.

Slide 6 - Open vraag

Wat is de onderwerp in de zin?

Vanmorgen reed jij op een nieuwe scooter.
A
Vanmorgen
B
reed
C
jij
D
op een nieuwe scooter

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de goede vorm van het werkwoord?

....... hij alcohol drinken?
A
mag
B
magt

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de goede vorm van het werkwoord?

Je ..... je wel hebben vergist.
A
zal
B
zult

Slide 9 - Quizvraag

Welke werkwoord is een sterk werkwoord?
A
rijden
B
dwalen
C
redden
D
glanzen

Slide 10 - Quizvraag

Tegenwoordige tijd
(snijden) Bij het scheren ...... ik me soms in de wang.

Slide 11 - Open vraag

Tegenwoordige tijd
(vergoeden) De verzekering... de schade wel

Slide 12 - Open vraag

Tegenwoordig tijd
(aanbieden) .......jij je hulp aan?

Slide 13 - Open vraag

Vroeg in het voorjaar .... de boer al zijn land. (bemesten, verleden tijd)

Slide 14 - Open vraag

Wie ..... daarna de rekening?
(betalen, verleden tijd)
A
Betaalde
B
betaalden

Slide 15 - Quizvraag

Het kleine kind .... op haar nieuwe truitje. (morsen, verleden tijd)
A
morsde
B
morste

Slide 16 - Quizvraag

Nieuwe lesstof: voltooide tijd
  • In de voltooide tijd staan er meer werkwoorden in de zin. Bijvoorbeeld:  
  • Ik heb de rekening betaald.
  • De jongen is verdwaald.
  • Hij is direct naar huis gegaan.
  •  Ik heb urenlang gefietst.
  • Door het voltooid deelwoord langer te maken, hoor je of het met een -d of -t eindigt.
  • De betaalde rekening, de verdwaalde jongen, de gefietste uren.

Slide 17 - Tekstslide

Hele werkwoord is REIZEN. Voltooide tijd is:
A
gereist
B
gereisd
C
gereizt
D
gereizd

Slide 18 - Quizvraag

Voltooide tijd
Wat is er verander..... aan je werkhouding sinds gisteren?
A
veranderd
B
verandert
C
veranderde
D
veranderdt

Slide 19 - Quizvraag

Voltooide tijd
Wie heeft de vraag eerlijk beantwoor....over je leeftijd?

A
beantwoord
B
beantwoort
C
beantwoordt
D
beantwoorde

Slide 20 - Quizvraag

Voltooide tijd
(verbreden) Het fietspad is vorig jaar ........
A
verbred
B
verbreed
C
verbreedt
D
Verbeet

Slide 21 - Quizvraag

Voltooide tijd
(verwijderen) Bart werd uit de klas .....
A
verwijderd
B
verwijderen
C
verwijdert

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

 Verslag met ChatGPT
Je kan het hulpmiddel ChatGPT gebruiken.

Slide 24 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

wat weet je al hiervan?

Slide 27 - Tekstslide

Ik praat je bij.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Heb je wel eens gebruik gemaakt van van een chatbot?
JA
NEE

Slide 30 - Poll

Wat denk je ChatGPT voor te kunnen gebruiken?

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Een account aanmaken

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Prompt invoeren

Slide 37 - Tekstslide

Je krijgt direct antwoord

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Je krijgt de opdracht op papier en in TEAMS.
Aan de slag: Taalverzorging
2.3 Voltooide tijd (verkort)

Slide 40 - Tekstslide

Lesweek 7

Slide 41 - Tekstslide