Ontwikkeling 2.6.

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Ontwikkeling 2.6.

Overzicht periode 2

Week 1: cognitieve ontw. jonge kind- 4.2.

Week 2: cognitieve ontw. oude kind- 4.3. 

Week 3: seksuele ontwikkeling

Week 4 - gemist- zelf inhalen 5.1. lezen

Week 5- gemist- halen we nu in week 6 in- 5.2 beeldende vorming

Week 7- Drama/dans 5.5- zelf inhalen muziek- 5.4

Eindopdrachten:

1. presentatie cognitieve ontw. + tekst 2. animistisch denken 3. seksuele ontwikkeling

Lesdoelen 2.6.

• Je weet wat beeldende vorming inhoudt
• Je kent de globale ontwikkeling van beeldende vorming van 0-15 jaar

paragraaf 5.2.

Wat betekent
beeldende vorming?

Beeldende vorming

= met materialen en gereedschappen ontstaat een persoonlijk werkstuk dat het verhaal van een kind vertelt

proces beeldende vorming

1. eigen betekenis meegeven

2. beeldaspecten toepassen (ruimte, kleur etc)

3. materiaal en technieken gebruiken (bv tekenen)

Ontwikkeling in beeldend werken

0-1 jaar

- zien, ervaren en reageren

- Na een half jaar iets maken (vingerverven)

tip: verschillende structuren aanbieden

Beeldende vorming 1-4 jaar

Dreumes: eerst maken, dan betekenis geven

Peuter: symbolisch denken (realiseren wat niet bestaat)

tip: keuze laten maken in werkmateriaal

Beeldende vorming 4-6 jaar

schematisch werken: bewuste keuze voor het werkstuk, op welke manier maak ik het? bv knutselwerkje aan zee

- bijv. welk materiaal ze willen gebruiken

tip: Fantasie en ideeën als uitgangspunt werkstuk

Beeldende vorming 6-9 jaar

resultaat is belangrijk

- te weinig technieken --> voorbeelden of sjablonen- bv kleurplaten-vouwen etc vinden ze leuk. 

tip: praat over hun eisen, voorkomt telleurstelling 

Beeldende vorming 9-12 jaar

- eigen interesses, voorkeuren en meningen

- onderzoekende instelling voor technieken leren

tip: voorkeuren gebruiken in activiteiten

Beeldende vorming 12-14 jaar

abstracte kunst (meerdere ideeën)

- complexe projecten kun je toepassen

tip: zoeken naar talent --> doorzetten

Beeldende vorming >15

beeldende vorming vanuit eigen keuze

tip: deskundigen kunnen ontwikkeling verder stimuleren

Wat hoort er niet thuis in het proces van beeldende vorming

1. eigen betekenis meegeven
2. beeldaspecten toepassen
3. kijken naar voorbeelden
4. materiaal en technieken gebruiken

Een kind van 6 jaar gebruikt zijn fantasie in de beeldende vorming

1. waar
2. niet waar

Eindopdracht 4

Kies één van de voorgaande doelgroepen

maak in de ontwikkeling van die doelgroep een eigen beeld vorming. 

1. eigen betekenis

2. beeldaspecten toepassen

3. materiaal en technieken gebruiken

Onderbouw welke betekenis er in je tekening te zien is.

Onderbouw waarom deze tekening bij de doelgroep past.