2.3 het verteringsstelsel

2.3. Verteringstelsel
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2.3. Verteringstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
-  Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven. 
- Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie 
- Je kunt de werking en functie van darmperistaltiek beschrijven. 

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling: je lichaam heeft voedingsstoffen nodig om goed te werken. Noem deze 4 taken

Slide 4 - Open vraag

herhaling: Noem 3 van de 6 voedingsstoffen

Slide 5 - Open vraag

Herhaling: Beschermende voedingstoffen zijn?
A
Vetten en mineralen
B
Vitamines en koolhydraten
C
Eiwitten en Koolhydraten
D
Vitaminen en mineralen

Slide 6 - Quizvraag

Vertering
Het verteringsstelsel bestaat uit een lang kanaal van mond tot de anus. Dit is het darmkanaal.

Hier worden de voedingsstoffen uit je voedsel opgenomen en gaat naar je bloed.
Vertering

Slide 7 - Tekstslide

Slokdarm
Twaalfvingerige darm
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm

Slide 8 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Sommige voedingsstoffen kunnen door de wand van het darmkanaal heen, deze stoffen worden dan meteen in het bloed opgenomen. ( glucose, mineralen, vitamine en water)
Het hoeft dan niet eerste te verteren. Andere voedingsstoffen moeten eerst verteerd worden voordat ze opgenomen kunnen worden. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Verteren
Verteren is het afbreken van grote voedingsstoffen naar kleinere voedingsstoffen. Dit zodat ze dan wel door de darmwand kunnen en in het bloed wordt opgenomen.

2 stappen:
1.  voedsel in kleine stukjes verdelen door te kauwen
2. voedingsstoffen afbreken met behulp van verteringssappen

Slide 11 - Tekstslide

Kauwen
Met je snijtanden en hoektanden bijt je stukken van het voedsel af.
Met je kiezen maal je het voedsel fijn.

Slide 12 - Tekstslide

Functies van kauwen

1. Voedsel wordt kleiner, hierdoor kun je het beter doorslikken
2. Voedsel is kleiner en daardoor makkelijker te verteren

Slide 13 - Tekstslide

verteringssappen
Verteringssappen worden gemaakt in de verteringsklieren. 
- speekselklieren
- maagsapklieren
- de lever
- de alvleesklier
- de darmsapklieren
Veel verteringssappen hebben enzymen en deze zorgen ervoor dat voedingsstoffen sneller worden afgebroken.

Slide 14 - Tekstslide

darmperisaltiek
In het darmkanaal zitten spieren die in de lengte liggen. 
Deze spieren knijpen steeds samen en zorgen ervoor dat het voedsel door de darmen gaat.
= Lengte spier

Slide 15 - Tekstslide

darmperisaltiek
De spieren rondom het darmkanaal zorgen ervoor dat het voedsel voortbeweegt
= kring spier

Slide 16 - Tekstslide

Peristaltische beweging of darmperistaltiek

Deze bewegingen van de darmwand

Slide 17 - Tekstslide

Wat is darmperistaltiek?
A
vertering van voedsel in darm
B
vertering
C
Samenknijpen van de darm
D
kramp in maag

Slide 18 - Quizvraag

Voedingsvezels zijn...
A
koolhydraten afkomstig uit de celwand van plantaardige cellen
B
eiwitten afkomstig uit de celwand van plantaardige cellen
C
koolhydraten afkomstig uit het celmembraan van dierlijke cellen
D
eiwitten afkomstig uit het celmembraan van dierlijke cellen

Slide 19 - Quizvraag

Verteringssappen bevatten enzymen. Wat zijn enzymen?
A
indicatoren
B
slotjes voor sleutels
C
stoffen die processen versnellen
D
Deze worden verteerd

Slide 20 - Quizvraag

De verteringsklieren zijn
A
speekselklieren, maag, darm en mond
B
speekselklieren, slokdarm, maag, lever
C
speekselklieren, maag, darm, alvleesklier
D
speekselklieren, slokdarm, alvleesklier, lever

Slide 21 - Quizvraag

Wat is vertering?
A
Het vrijkomen van energie
B
Het opslaan van vetten en koolhydraten
C
Kauwen en kneden van voedsel zodat het lichaam voedingsstoffen kan opnemen
D
De verbranding van voedsel

Slide 22 - Quizvraag

exit ticket: de weg van mond tot kont, welke organen kom je tegen?

Slide 23 - Open vraag

exit ticket: darmperistaltiek, leg uit wat het is.

Slide 24 - Open vraag

exit ticket: Waarom zijn voedingsvezels geen voedingsstoffen?

Slide 25 - Open vraag

Aan de slag!
2.3. Het verteringsstelsel
Opdrachten 1 t/m 6
5 min in stilte werken - na 5 min in rust werken

Goed aan het werk? -> De laatste 10 min blooket

Slide 26 - Tekstslide