Zanddeeg Gevorderd

Zanddeeg/Korstdeeg
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Vak-theorieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zanddeeg/Korstdeeg

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Zanddeeg toevoegingen
  • Verwerking van zanddegen
  • Afwerken van zanddegen
  • Bakken van zanddeeg

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij Zanddeeg?

Slide 3 - Woordweb

Product groepen
  • Zet- kruimeldeeg
  • Roerdeeg
  • Wrijfdeeg

Slide 4 - Tekstslide

Zoek een foto/plaatje van een sprits?

Slide 5 - Open vraag

Toevoegingen
Wat houden toevoegingen in en is het doel van een toevoeging?

  • Enkelvoudige
Voorbeelden?

  • Samengestelde
Voorbeelden?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een enkelvoudige toevoeging?
A
Frangipane
B
Geleroom
C
Kaneelsuiker
D
Appelparten

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een samengestelde toevoeging?
A
Abrikozen
B
Victoriabeslag
C
Eistrijksel
D
Greinsuiker

Slide 8 - Quizvraag

Verwerken
Plannen en efficiënt werken Boyd ;-)!
Zet- kruimeldeeg
  • Printen
  • Snijden
  • Steken
  • Spuiten en fonceren
Roer- en wrijfdeeg
  • Op spuittechnieken

Slide 9 - Tekstslide

Bakproces
  • Bloem (binding van het zetmeel = verstijfselen boven de 65 geraden
  • Bloem eiwitten coaguleren (stremmen). Bloemeiwitten samen met de suikers ook functie bij de bruinkleuring (Maillard reactie).
  • Vetstof vloeit uit, houdt ingeslagen lucht vast.
  • Suiker heeft invloed op de bakaard, brosheid, smaak, krokantheid en kleur.

Slide 10 - Tekstslide

Bakproces
  • Rijsmiddelen, brosheid, smaak en volume vergroting

  • Water en Melk licht vloeiende bakaard en smaak

  • Eieren, smaak, volume, kleur en structuur

Slide 11 - Tekstslide

Afwerken
Doel van het afwerken
  • Het aantrekkelijker, smaakvoller en houdbaarder maken van de gebakken producten

Slide 12 - Tekstslide

Welke temperatuur mag je afdekgelei maximaal hebben?
A
70 graden Celsius
B
60 graden Celsius
C
80 graden Celsius
D
90 graden Celsius

Slide 13 - Quizvraag

Glaceren doe je met welke grondstof?
A
Fondant
B
Abrikozenjam
C
Chocolade
D
Poedersuiker

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer is een product gaar?
A
Zetmeel verstijfselt en eiwit gekleurd
B
Zetmeel verstijfselt en eiwit gecoaguleerd
C
Bloem gebonden en ei gekleurd
D
Als de wekker van de oven afgaat

Slide 15 - Quizvraag

Zoek een plaatje/foto van een pensee taartje

Slide 16 - Open vraag

Wat gebeurd er met je fondant als je deze te warm verwerkt?

Slide 17 - Open vraag

Je hebt te veel suiker gebruikt in je roerdeeg. Wat gebeurd er met je eindproduct?

Slide 18 - Woordweb

Korstdeeg 

Slide 19 - Tekstslide

Waar denk je aan bij korstdeeg?

Slide 20 - Woordweb

Bereiden
  • Basis recept
100 % Tarwebloem (kluut)
 90 % vetstof (korstmargarine)
 55 % water

Slide 21 - Tekstslide

Bereiden (2)
Basisgrondstoffen
  • Tarwebloem (vermogen tot vormen van gluten door tarwe eiwitten gliadine en glutenine).
  • Vetstof (smaakvol, vlak smelttraject en plastisch) Gescheiden houden van deeglaagjes
  • Water (schoon en koud). Samenhang

Slide 22 - Tekstslide

Toevoegingen
Enkelvoudige
  • Ei, vruchten, zaden, hartige toevoeging

Samengestelde
  • Hartig- en zoete toevoegingen

Slide 23 - Tekstslide

Verwerken 
  • Koekjes, stukwerk, gebak
  • Conditioneren
  • Verwerkingstechnieken

  • Gereedschap

Slide 24 - Tekstslide

Zoek een voorbeeld van gefonceerd korstwerk

Slide 25 - Open vraag

Noem voorbeelden van toevoegingen aanbrengen/vullen?

Slide 26 - Open vraag

Verwerken (2)
  1. Pillen rollen (amandelspijs)
  2. In- of opspuiten
  3. Portioneren
  4. Op- aanbrengen
  5. Opstrijken
  6. Opstrooien
  7. Opleggen

Slide 27 - Tekstslide

Bakproces
  • Rusttijd
Doel van het bakken
  • Goed bladerende werking
  • Krokant en smakelijk worden

Slide 28 - Tekstslide

Bakproces (2)
  • Tarwebloem (kluut)
Zetmeel verstijseld en neemt water op. Bloem eiwitten (Gliadine en glutenine) coaguleren.
Boven de 100 graden ontstaat er kleur en aroma door suiker en eiwitten (karamelliseren/Maillard reactie).

Slide 29 - Tekstslide

Bakproces (3)
  • Vetstof
Tussen de deeglaagjes gaat smelten. Kracht van de waterdamp zorgt voor bladerende werking.

Smaakvorming door aromastoffen te binden en vetstof wordt opgenomen door gare zetmeel en eiwitten.
Brosheid.

Slide 30 - Tekstslide

Bakproces (4)
  • Water
Gaat over in waterdamp (gas), bladerende = ovenwerking.
Gebonden door zetmeel.
Lage- of hoge baktemperatuur.

  • Zout
Smaakvorming. Werking op eiwit, steviger gluten.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Wat is het doel van het afwerken van korstproducten?

Slide 33 - Open vraag

Afwerktechnieken
  • afdekken met gelei
  • abricoteren
  • glaceren
  • transparant glaceren
  • op-/inspuiten
  • couvreren
  • opleggen
  • decoreren met suiker.

Slide 34 - Tekstslide

Franse- en Hollandse korst vouw je tijdens het toeren in?
A
3 en 2
B
4 en 3
C
3 en 4
D
2 en 3

Slide 35 - Quizvraag

Wat is het doel van het vouwen van het korstdeeg?
A
Ontstaan van vet- deeglagen
B
Ontstaan van deeg
C
Doorwerken van je vetstof
D
Korstdeeg uitrollen

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Link

Power of feedback!

Slide 38 - Woordweb