3.2

BUSINESS ENGLISH
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

BUSINESS ENGLISH

Slide 1 - Tekstslide

EXAM

Slide 2 - Tekstslide

PLANNER
3.1 Business vocabulary: Starting and ending a call
3.2 Business vocabulary: Telephone Messages
3.3 Business vocabulary: Writing Emails
3.4 Business vocabulary: Telephone Interruptions
3.5 Business vocabulary: Presentations
3.6 Business vocabulary: Pitching an Idea
3.7 Exam prep
3.8 Exam prep
3.9 Business Exam

Slide 3 - Tekstslide

Hoe neem je de telefoon op in het Engels? (Alleen bedrijfsnaam)

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Hoe sluit je een telefoongesprek netjes af in het Engels?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

This week's goal:
This lesson teaches useful language for taking and leaving messages during a business call. Through vocabulary, listening and role-play exercises, students learn how to leave a message for someone, take down a message from a caller and exchange information on the phone.

Slide 8 - Tekstslide

Think of all the reasons why someone may not be able to take a call, e.g. he/she's out of the office.

Slide 9 - Woordweb

YOUR TURN


Download Worksheet
Complete exercises 2, 3 and 4
timer
30:00

Slide 10 - Tekstslide

Role Play
Work in pairs. Decide who is going to call, and who the caller is. Read the instructions carefully. (2 min) Make sure your conversation lasts for about 3 minutes.
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Hoe spreek je de letter J uit in het Engels?
A
"Djee"
B
"Djay"

Slide 12 - Quizvraag

Hoe spreek je de letter G uit in het Engels?
A
"Djee"
B
"Djay"

Slide 13 - Quizvraag

Hoe spreek je de letter "Z" uit in het Engels?
A
"Zea"
B
"Zed"

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Hoe kun je "Waar gaat het over?" zeggen in het Engels? Meerdere antwoorden mogelijk.
A
What's up?
B
Who's calling?
C
What's it about?
D
What's it in connection with?

Slide 16 - Quizvraag

Hoe zeg je "Daar spreekt u mee" in het Engels aan de telefoon?

Slide 17 - Open vraag

Wat zijn hoofdletters in het Engels?
A
Head letters
B
Big letters
C
Capital letters
D
Large letters

Slide 18 - Quizvraag

Hoe zeg je '@' in het Engels?
A
Little monky's tail
B
At
C
Cross sign
D
Hash sign

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer je in het Engels een naam hardop moet spellen en de V is victor. Wat gebruik je dan voor C?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Je maakt telefonisch een afspraak voor een vergadering om half 11. Hoe zeg je half 11? Meerdere antwoorden mogelijk
A
Ten thirty
B
Half ten
C
Half past ten
D
Half eleven

Slide 22 - Quizvraag

Hoe zeg je "de lijn is bezet" in het Engels?
A
Taken
B
Connected
C
Occupied
D
Engaged

Slide 23 - Quizvraag

Heb je het doel behaald?

"This lesson teaches useful language for taking and leaving messages during a business call. Through vocabulary, listening and role-play exercises, students learn how to leave a message for someone, take down a message from a caller and exchange information on the phone."
-610

Slide 24 - Poll