Les 4 - beginsituatie (toets)

Beginsituatie 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
LLGMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Beginsituatie 

Slide 1 - Tekstslide

Gedragsaspecten
Het motorische aspect: 
Doen! 
Het cognitieve aspect: 
Denken!
Het sociaal-affectieve aspect: 
Voelen!

Slide 2 - Tekstslide

Motorische aspecten
Met motorische aspecten van het gedrag bedoelen we de bewegingsvaardigheden die iemand beheerst: 

Zwemmen / voetballen / hockeyen / verspringen / handballen

Slide 3 - Tekstslide

Motorische aspecten
Daarnaast rekenen we ook tot het motorische aspect de bewegingseigenschappen die iemand bezit. 
C = Coördinatie 
L = Lenigheid 
U = Uithoudingsvermogen 
K = Kracht 
S = Snelheid 

Slide 4 - Tekstslide

Cognitieve aspect
Dit aspect van gedrag heeft te maken met: 

Het denken 
Het verstand 
Kennis 

Slide 5 - Tekstslide

Sociaal-affectieve aspect 
Het sociaal aspect: 
De wijze waarop we met elkaar omgaan en met elkaar communiceren
Het affectief aspect:
Heeft te maken met onze emoties, gevoelens, wensen en behoeften. 

Slide 6 - Tekstslide

Sociaal-affectieve aspect
Het sociale aspect: 

  • De samenwerking binnen een team. 
  • De manier waarop men met elkaar omgaat in de kleedkamer. 
  • De relatie tussen de sporters en de trainer. 

Slide 7 - Tekstslide

Sociaal-affectieve aspect
Het affectieve aspect: 
  • De spanning die optreedt bij het beslissende punt. 
  • De trainen na een nederlaag 
  • De motivatie om door te gaan tot het einde gedurende de marathon. 
  • De drang om de beste van het team te zijn. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Beginsituatie van het individu
Opmerkelijke of opvallende deelnemers: MOTORISCH
  • Positief en/of negatief 
  • Sterke en zwakke deelnemers 
  • Blessure 

Slide 10 - Tekstslide

Beginsituatie van het individu
Opmerkelijke of opvallende deelnemers: COGNITIEF
  • Moeite met verwerken info 
  • Veel uitleg nodig 
  • Zwakke of sterke deelnemers 

Slide 11 - Tekstslide

Beginsituatie van het individu
Opmerkelijke of opvallende deelnemers: SOCIAAL-AFFECTIEF
  • Speciale aandacht nodig 
  • Gedragsproblematiek 
  • Leider - zondebok 

Slide 12 - Tekstslide

Pietje zit zelf niet op volleybal. Hij heeft veel moeite met de sport. Conditioneel houdt Pietje het makkelijk vol. Hij kan nog geen onderhandse service en krijgt daarbij de bal vaak ook niet over het net. Wel kan Pietje al goed nawijzen en heeft hij genoeg kracht om de bal vanaf de achterlijn 3 meter naar voren te serveren. 

Slide 13 - Tekstslide

Pietje snapt de regels van volleybal niet. Hij vindt het ook moeilijk om klassikaal de informatie allemaal te volgen/bij te houden. 
Pietje apart na de uitleg nog bij je roepen en vragen of hij het snapt en anders nog een keer uitleggen. 

Een klasgenoot aan Pietje koppelen die het wel snapt. 

Slide 14 - Tekstslide

De deelnemers kunnen nog niet boven- of onderhands overspelen bij volleybal.
Beginnen met gooien en vangen. 

In een wedstrijd eerst met vangen doen. 
Vangen en doorspelen. 

Slide 15 - Tekstslide

Jantje heeft een zware blessure aan zijn knie en kan daarom niet altijd meedoen met de opdrachten binnen de sport volleybal. 
Jantje inzetten als: 

Scheidsrechter 
Docent (opdracht uitleggen). 
Materiaal opzetten en afbouwen 
Evaluaren

Slide 16 - Tekstslide

De beheerder van de sporthal controleert erg streng op of alle deelnemers wel binnen schoenen dragen. 
Iedereen moet binnen schoenen dragen. Hebben ze dit niet mee mogen ze niet meedoen in de les. 

Appje sturen in de klassenapp dat ze weten dat ze binnen schoenen moeten dragen. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide