Les 3 - beginsituatie

Beginsituatie 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
LLGMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Beginsituatie 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is gedrag?
Gedrag is alles wat mensen doen of juist niet doen! 


Gedrag is dus de uitdrukking van alles wat mensen denken, vinden en voelen. 

Slide 3 - Tekstslide

Gedragsaspecten
Het motorische aspect: 
Doen! 
Het cognitieve aspect: 
Denken!
Het sociaal-affectieve aspect: 
Voelen!

Slide 4 - Tekstslide

Motorische aspecten
Met motorische aspecten van het gedrag bedoelen we de bewegingsvaardigheden die iemand beheerst: 

Zwemmen / voetballen / hockeyen / verspringen / handballen

Slide 5 - Tekstslide

Motorische aspecten
Daarnaast rekenen we ook tot het motorische aspect de bewegingseigenschappen die iemand bezit. 

Lenigheid / kracht / coördinatie / snelheid / uithoudingsvermogen

Slide 6 - Tekstslide

Bewegings
vaardigheden
Bewegings
eigenschappen
Softballen
Rennen
Lenigheid
Snelheid
Fietsen

Slide 7 - Sleepvraag

Cognitieve aspect
Dit aspect van gedrag heeft te maken met: 

Het denken 
Het verstand 
Kennis 

Slide 8 - Tekstslide

Sociaal-affectieve aspect 
Het sociaal aspect: 
De wijze waarop we met elkaar omgaan en met elkaar communiceren
Het affectief aspect:
Heeft te maken met onze emoties, gevoelens, wensen en behoeften. 

Slide 9 - Tekstslide

Sociaal-affectieve aspect
Het sociale aspect: 

  • De samenwerking binnen een team. 
  • De manier waarop men met elkaar omgaat in de kleedkamer. 
  • De relatie tussen de sporters en de trainer. 

Slide 10 - Tekstslide

Sociaal-affectieve aspect
Het affectieve aspect: 
  • De spanning die optreedt bij het beslissende punt. 
  • De trainen na een nederlaag 
  • De motivatie om door te gaan tot het einde gedurende de marathon. 
  • De drang om de beste van het team te zijn. 

Slide 11 - Tekstslide

Gedragsaspecten 
Balanceren / Snelheid / Koppen / Rennen / Geheugen / Spelinzicht / Concentratie / Armkracht / samenwerken / faalangst / motivatie / smashen / stress / interesse / waarneming / oog-hand coördinatie / helpen / voorstellingsvermogen / zelfvertrouwen / uithoudingsvermogen / oriëntatie vermogen. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Beginsituatie
Beginsituatie van: 
  • De groep 
  • Het individu 
  • De lesgever 
  • De randvoorwaarden 

Slide 15 - Tekstslide

Beginsituatie
Algemene info van de groep:
  • Groepsgrootte = 20 deelnemers
  • De (gemiddelde) leeftijd = 15 en 17 jaar 
  • De samenstelling = 5 jongens en 15 meisjes
  • Motivatie groep = prestatie of recreatief 
Prestatiegericht (dames 1) of  recreatiefgericht (baantjes zwemmen). 

Slide 16 - Tekstslide

Beginsituatie
Motorisch niveau: 
Bewegingsvaardigheden, bewegingseigenschappen, fase motorisch leerproces. 
Cognitief niveau:
Kennis en inzicht 
Gemiddeld sociaal-affectief niveau: 
Omgang, communicatie, motivatie

Slide 17 - Tekstslide

Beginsituatie
Randvoorwaarden:

  • Tijd (datum, tijd, duur) 
  • Ruimte (afmetingen, accommodatie, bijzonderheden)
  • Materiaal (toestellen, materialen). 
  • Regels: afspraken schoenen/sieraden

Slide 18 - Tekstslide

Beginsituatie van het individu
Opmerkelijke of opvallende deelnemers: MOTORISCH
  • Positief en/of negatief 
  • Sterke en zwakke deelnemers 
  • Blessure 

Slide 19 - Tekstslide

Beginsituatie van het individu
Opmerkelijke of opvallende deelnemers: COGNITIEF
  • Moeite met verwerken info 
  • Veel uitleg nodig 
  • Zwakke of sterke deelnemers 

Slide 20 - Tekstslide

Beginsituatie van het individu
Opmerkelijke of opvallende deelnemers: SOCIAAL-AFFECTIEF
  • Speciale aandacht nodig 
  • Gedragsproblematiek 
  • Leider - zondebok 

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf een (individuele) motorische beginsituatie van een klasgenoot op volleybal?

Slide 22 - Open vraag

Pietje zit zelf niet op volleybal. Hij heeft veel moeite met de sport. Conditioneel houdt Pietje het makkelijk vol. Hij kan nog geen onderhandse service en krijgt daarbij de bal vaak ook niet over het net. Wel kan Pietje al goed nawijzen en heeft hij genoeg kracht om de bal vanaf de achterlijn 3 meter naar voren te serveren. 

Slide 23 - Tekstslide

Beginsituatie van de lesgever 
Motorisch 
  • Eigen vaardigheid bewegingseigenschappen 
  • Eigen vaardigheid specifieke technische vaardigheden 
  • Ervaring 

Slide 24 - Tekstslide

Beginsituatie van de lesgever 
Cognitief 
  • Kennis sport algemeen 
  • Kennis bewegingsvormen 
  • Kennis methodische opbouw 
  • spelregels / technieken / tactieken 

Slide 25 - Tekstslide

Beginsituatie van de lesgever 
Sociaal-affectief 
  • Omgang deelnemers 
  • Presentatie 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

De klas is erg onrustig. 

De klas kent de regels van volleybal nog niet. 

De deelnemers kunnen nog niet boven- of onderhands overspelen bij volleybal. 
Duidelijke regels opstellen.

Tijdens de les alle regels benoemen van volleybal. 

Deelnemers mogen de bal vangen en dan voor zichzelf opspelen. 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide