Wat gaat er om in je puberbrein?

3.1 Wat gaat er om in je puberbrein?
                   hormonen

3.2 Welke rol spelen jouw roots?
                   
stamboom

3.3 Welke invloed hebben jouw vrienden?
                    Roos van Leary
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Maatschappij & WelzijnSecundair onderwijs

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

3.1 Wat gaat er om in je puberbrein?
                   hormonen

3.2 Welke rol spelen jouw roots?
                   
stamboom

3.3 Welke invloed hebben jouw vrienden?
                    Roos van Leary

Slide 1 - Tekstslide

mogelijke vragen?
Wat beïnvloedt
wie ik ben?

Slide 2 - Woordweb

Wat roept dit beeld bij je op?

Slide 3 - Open vraag

Wat roept dit beeld bij je op?

Slide 4 - Open vraag

Wat roept dit beeld bij je op?

Slide 5 - Open vraag

Wat roept dit beeld bij je op?

Slide 6 - Open vraag

Wat roept dit beeld bij je op?

Slide 7 - Open vraag

Wat roept dit beeld bij je op?

Slide 8 - Open vraag

Wat roept dit beeld bij je op?

Slide 9 - Open vraag

Wat roept dit beeld bij je op?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

2. Lees : 
A. moeilijke woorden bespreken

B. markeer in POTLOOD in de tekst 8 voorbeelden die de veranderingen van je identiteit (persoonlijkheid) in de puberteit illustreren (uitleggen, ophelderen, toelichten).

Slide 14 - Tekstslide

8 voorbeelden:
  • Tieners willen nieuwe werelden ontdekken.
  • Ze proberen verschillende identiteiten uit.
  • Ze staan heel kritisch tegenover zichzelf.
  • Als puber ga je actiever op zoek naar sterke prikkels.
  • Je zoekt het gevaar op - Voelt sterke negatieve emoties zoals angst.
  • Je voelt minder remmingen.
  • Je bent snel afgeleid, je kan de gevolgen van je gedrag op lange termijn niet goed inschatten.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Gelukshormonen
Gelukshormonen

Slide 17 - Tekstslide

Dopamine
Dopamine

Slide 18 - Tekstslide

Oxytocine
Oxytocine

Slide 19 - Tekstslide

Serotonine
Serotonine

Slide 20 - Tekstslide

Endorfine
Endorfine

Slide 21 - Tekstslide

pg 58, 3. Zoek op
Puberteit -> hormonen -> volwassener uitzien
Lichaam maakt verschillende gelukshormonen aan.

begrippen van pg 58 noteren in de tabel.
2 correcte oplossingen pet gelukshormoon.

Slide 22 - Tekstslide

Dopamine
  • Genotshormoon
  • verslavend (wil steeds meer) 

Slide 23 - Tekstslide

Oxytocine
  • Knuffelhormoon
  • Prod. wordt verhoogd door massage

Slide 24 - Tekstslide

Serotonine
  • Prod. wordt verhoogd door zonlicht
  • verzorgt de darmen

Slide 25 - Tekstslide

Endorfine
  • natuurlijke pijnstiller
  • verbetert stemming & concentratie

Slide 26 - Tekstslide

4. Reflecteer
A. Begrijp je nu waarom je gevoelig bent voor opmerkingen van anderen tijdens je puberteit? 
Verklaar met een voorbeeld

Slide 27 - Tekstslide

4. Reflecteer
B. Beschrijf een situatie waarin jij typisch puberaal gedrag stelde en je ouders of andere volwassenen dat niet tolereerden. 

Slide 28 - Tekstslide

4. Reflecteer
C. Beschrijf een situatie waarin jij puberaal gedrag stelde dat je ouders of andere volwassenen wel tolereerden. 

Slide 29 - Tekstslide

4. Reflecteer
D. De gelukshormonen hebben een positief effect op je welbevinden. Welk van de effecten uit opdracht 3 heb jij al eens uitgeprobeerd? Welk gevoel gaf het? 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video