wk 11: tekstbegrip en grammatica

Les 1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Schrijven:
  • Je hebt je informerende tekst nagekeken met het feedbackformulier.

Tekstbegrip:
  • Je weet wat we bedoelen met globaal lezen en wanneer je deze manier van lezen kunt inzetten.

Grammatica:
  • Je hebt de regels achter het voorzetsel en persoonlijk voornaamwoord geleerd

Slide 2 - Tekstslide

grammatica
  • We oefenen met alle woordsoorten tot nu toe: lw, ww, znw, bnw, vz, pers.vnw

Slide 3 - Tekstslide

Het voorzetsel vz (herhaling vorige les)
voorzetsel (vz)

woorden die op de lijn ingevuld kunnen worden:
......... (het feest)
.......... (de kast)

Let op: ondanks/tijdens zijn ook voorzetsels!

Slide 4 - Tekstslide

het persoonlijk voornaamwoord pers.vnw (herhaling vorige les)
persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw)

  • kan vervangen worden door een naam
  • 'Het' is een pers.vnw als het niet bij een znw hoort
  1. Het blijft een lastige vraag.
  2. Hij blijft bij zijn oma logeren.
  3. Heeft ze bij jou afgekeken?
  4. Hebben jullie die nieuwe film gezien?
  5. Heeft u zich bezeerd?
  6. Mark heeft zijn hondje meegenomen naar haar.

Slide 5 - Tekstslide

Welk woordsoort staat tussen haakjes?

De boekenkast die daar in de hoek staat is erg (oud).
A
znw
B
bnw
C
vz
D
lw

Slide 6 - Quizvraag

Welk woordsoort staat tussen haakjes?

Mark heeft zijn pen aan (haar) uitgeleend.
A
znw
B
bnw
C
pers.vnw
D
lw

Slide 7 - Quizvraag

Welk woordsoort staat tussen haakjes?

Heb jij (het) aan Joost gevraagd of aan Marcel?
A
znw
B
bnw
C
pers.vnw
D
lw

Slide 8 - Quizvraag

Welk woordsoort staat tussen haakjes?

In de meivakantie gaan wij naar (Amerika) toe.
A
znw
B
bnw
C
pers.vnw
D
lw

Slide 9 - Quizvraag

Huiswerk nakijken
Samen op het bord opdracht 12 en 13 blz. 134 nakijken (van 13 bespreken we enkele zinnen van klasgenoten) 

Zelf nakijken opdracht 11

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 12
Werkwoorden: zijn, heeft, knuffelt, is, blijkt, werkt, likt, afkoelen, klampt ... vast, is, zijn.
Zelfstandige naamwoorden: Koala’s, bomenknuffelaars, koala, boom, conclusie, onderzoeksproject, boom, koelelement, buideldier, pels, hittegolf, tak, strategie, bomen, graden, lucht.
Bijvoeglijke naamwoorden: Australische, dikke, handige, koeler.
Voorzetsels: van, om, bij, aan.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Kwartet maken (groep op school)
De groep op school start met het maken van een kwartet over woordsoorten. De opdracht staat in drive (grammatica --> blok 1 t/m 3 --> kwartet woordsoorten).

Lees de opdracht goed door en start. Maak aan het einde van de les duidelijke afspraken wie welke kaarten afrond. Volgende week neem je als huiswerk het kwartet af mee naar school.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen met woordsoorten (groep thuis)
Ga naar drive --> grammatica --> blok 1 t/m 3 --> woordsoorten opdracht 1.

Je probeert een deel eerst zelf te maken, daarna wordt de opdracht opgepakt met je docent.

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting 1 vwo
Huiswerk volgende week:

groep op school: kwartet is af

groep thuis: x

de volgende week wisselen de groepen






Slide 16 - Tekstslide

Les 2

Slide 17 - Tekstslide

Terugblik
Tekstbegrip:
  • Je hebt belangrijke leerstof uit blok 1 t/m 3 herhaald met LessonUp (hoofdgedachte, kernzin, etc)
  • Je weet wat globaal lezen is en wanneer je deze strategie gebruikt.


Slide 18 - Tekstslide

Tekstbegrip
  • Je weet wat hoofd- en bijzaken zijn
  • Je kunt hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden en aanwijzen in een tekst.

Slide 19 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken (aantekening)

De belangrijkste zaken in een tekst noem je hoofdzaken. Kernzinnen behoren altijd tot de hoofdzaak en worden aangevuld door overige belangrijke zinnen in een alinea. 

Bijzaken bestaan uit uitleg en voorbeelden. Dit zijn dus minder belangrijke zaken. 
timer
3:00

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht klassikaal
Je docent leest tekst 6 op blz. 206 met jou door. Opdracht 4 wordt samen gemaakt. 

Let op bij het noteren van de antwoorden: Neem de complete vraag over in je antwoord. 

Voorbeeld: Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
Antwoord: De hoofdgedachte van deze tekst is: 

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht individueel

Lees nu tekst 7 op blz. 207 en maak opdracht 5.

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting 1 vwo
Huiswerk volgende les:


x






Slide 23 - Tekstslide