5/6 TH3

Today's Lesson

Present Simple

&

Present Continuous


Homework:

Study vocabulary theme 5+6

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Today's Lesson

Present Simple

&

Present Continuous


Homework:

Study vocabulary theme 5+6

Slide 1 - Tekstslide

Learning goals
    • You know when to use the Present Simple & Present Continuous.

    Slide 2 - Tekstslide

    Slide 3 - Video

     present simple en present continuous 

    Present Simple:
    Gebruik je in de tegenwoordige tijd voor feiten en gewoontes, voor zaken die altijd, nooit of regelmatig gebeuren.
     
    Af en toe staat er een woord in de zin om de Present simple te herkennen, dat zijn de volgende signaalwoorden
    always, never, ever, usually, sometimes, every day.

     




    He/she/it: does + hele ww

    Ontkennende zinnen
    I/you/we/they: don't + hele ww
    he/she/it: doesn't + hele ww

    I work
    You work

    He/she/it works

     

    We work

    You work

    They work

    Do I work?
    Do you work?

    Does he/she/it work?

     

    Do we work?

    Do you work?

    Do they work?

    I don't work
    You don't work

    He/she/it doesn't work

     

    We don't work

    You don't work

    They don't work

    Slide 4 - Tekstslide

    Slide 5 - Tekstslide

    Hoe maak je een vraag met de  present simple?

    do/does + onderwerp + ww 


    Do you sing?

    Does he talk?

    Do they dance?

    Slide 6 - Tekstslide

    Hoe maak je een ontkenning met de present simple?

    Onderwerp + don't /doesn't + ww 


    I don't sing.

    He doesn't talk.

    They don't dance.

    Slide 7 - Tekstslide

    present continuous

    Slide 8 - Tekstslide

    Present continuous
    Gebruik je als iets op dit moment bezig is of om irritatie aan te geven

    I am explaining this grammar item.

    You are listening to me.

    He is playing the guitar at the moment.


    Slide 9 - Tekstslide

    Hoe maak je een present continuous?

    Am, is, are  + ww + ing


    I am singing

    He is talking

    They are dancing

    Slide 10 - Tekstslide

    Hoe maak je een ontkenning met de present continuous?

    Slide 11 - Tekstslide

    Hoe maak je een vraag met de  present continuous?

    Am, is, are  + onderwerp+ ww + ing


    Am I singing?

    Is He talking?

    Are they dancing?

    Slide 12 - Tekstslide

    Present Simple
    Present Continuous

    Slide 13 - Tekstslide

    Present Continuous

    A
    NOW
    B
    PAST
    C
    SOMETIMES

    Slide 14 - Quizvraag

    He is doing the dishes.
    A
    Present Simple
    B
    Present Continuous

    Slide 15 - Quizvraag

    present continuous or present simple?
    She .. (do) her homework now

    Slide 16 - Open vraag

    Wanneer gebruik je de Present Simple?

    Slide 17 - Open vraag

    Look at the words below. Which ones are signal words for the Present Simple and which ones are not?
    Signal word
    Not a signal word
    Next Friday
    Yesterday
    Never
    Wednesday
    Often
    Every week

    Slide 18 - Sleepvraag

    Present simple
    Present continuous 

    He is writing a book.

    He writes books.

    I am studying English

    I usually go to bed by 9 o'clock

    She does yoga every Monday.

    I am calling my best friend.

    He plays Fortnite all the time

    Slide 19 - Sleepvraag

    Maak de present simple van de zin:
    I am doing the dishes

    Slide 20 - Open vraag

    Rebecca is watching Netflix.
    A
    Present simple
    B
    Present continuous

    Slide 21 - Quizvraag

    Wat gebeurt er met het werkwoord bij de present continuous?

    Slide 22 - Open vraag

    Wat is de shit-regel?
    A
    er komt -s achter het werkwoord bij he/she/it
    B
    er komt -ing achter het werkwoord bij he/she/it

    Slide 23 - Quizvraag

    Een shit-regel hoort bij?
    A
    Present Simple
    B
    Present continuous

    Slide 24 - Quizvraag

    Grammar-regels
    nog eens uitgebreid doorlezen?

    Zie je Textbook (Grammar survey) bladzijde 153+154

    Slide 25 - Tekstslide

    Huiswerk:
    Nu maken - opdracht 25 in je AB/online
    Leren - Vocabulary theme 5 + 6 (Quizlet)

    Slide 26 - Tekstslide