4H - Leesvaardigheid H2: tekstverbanden

Welkom 4H!
Blok 2 - Leesvaardigheid
Deze les: Verbanden tussen tekstdelen, zinnen en alinea's
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 4H!
Blok 2 - Leesvaardigheid
Deze les: Verbanden tussen tekstdelen, zinnen en alinea's

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen vandaag
  • Je begrijpt en herkent hoe alinea's en zinnen met elkaar verbonden zijn;
  • Je begrijpt en herkent signaalwoorden en tekstverbanden. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Samen theorie oefenen met quizvragen
Nakijken startopdracht 1
Aan de slag met de opdrachten 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Manieren om alinea's met elkaar te verbinden (blz. 131)
1. Herhaling van woorden of woordgroepen; overlappers 



2. Signaalwoorden (niet alleen het verband, maar ook welk!)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Manieren om alinea's met elkaar te verbinden (blz. 131)
3. Signaalzinnen: aankondigende en terugblikkende 


4. Overgangszinnen met een verwijzend woord: deze, die, dit, dat, dergelijke, zulke 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manier worden de alinea's met elkaar verbonden?
A
Herhaling woorden/zinnen
B
Signaalwoorden
C
Signaalzinnen
D
Overgangszinnen met verwijswoorden

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manier worden de alinea's met elkaar verbonden?
A
Herhaling woorden/zinnen
B
Signaalwoorden
C
Signaalzinnen
D
Overgangszinnen met verwijswoorden

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manier worden de alinea's met elkaar verbonden?
A
Herhaling woorden/zinnen
B
Signaalwoorden
C
Signaalzinnen
D
Overgangszinnen met verwijswoorden

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke signaalwoorden ken je allemaal?Noem er zoveel mogelijk uit je hoofd. Voorbeeld signaalwoord: Ook

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Volledige overzicht staat op blz. 132 
Sleep het signaalwoord naar het juiste tekstverband
Opsommend
tegenstellend
chronologisch
oorzakelijk (oorzaak - gevolg)
toelichtend
voorwaardelijk
vervolgens
desondanks
later
zodat
neem nou
wanneer

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst rechts

Deze tekst is een voorbeeld van een 
[                       ]. 
In de tekst staat het woord DAARMEE. Dit is een voorbeeld van [                      ]. 
Als een schrijver zinnen of alinea's met elkaar wil verbinden, gebruikt hij een
[                    ]. Zo'n woord geeft jou een seintje dat er een [                    ] aankomt. Het woord DUS in de tekst is een voorbeeld van een [                           ] verband.           
nieuwsbericht
column
signaalwoord
verwijswoord
signaalwoord
tekstverband
concluderend
redengevend

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het signaalwoord naar het juiste tekstverband
Vergelijkend
redengevend (argument)
doel-middel
voorwaardelijk 
samenvattend
concluderend
chronologisch
evenals
omdat
met de bedoeling
mits
kortom
dus

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken
1. Door herhaling van woorden en woordgroepen en door overgangszinnen met een verwijzend woord te gebruiken.
2. a maar (tegenstellend), en, ook (opsommend)
 b én (opsommend), Als (voorwaardelijk), wanneer (chronologisch)
 c om te (doel-middel), omdat (reden)
 d eerst, daarna (chronologisch)
 e zo (toelichtend), als gevolg daarvan (oorzakelijk), Toch (tegenstellend)
3. Drie van de volgende functies:
 onderwerp introduceren, aankondigen hoe de tekst is opgebouwd, aanleiding noemen, lezer (of luisteraar) welwillend stemmen, iets constateren


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken
4. a retorische vraag
 b uitdagende openingszin
 c stelling, gevolgd door een vraag
 d voorbeelden
5. a oproep (of: conclusie)
 b samenvatting
 c afweging, aanbeveling (of: toekomstverwachting)
6. a aanbeveling
 b conclusie
 c afweging



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken
7. Vijf van de volgende:
 aanleiding, stelling (of: bewering), vraagstelling, constatering, hypothese (of: vermoeden), begripsomschrijving (of: definitie), conclusie, samenvatting, probleemstelling (of: gevolgtrekking), oproep

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag 
De theorie van dit hoofdstuk staat op blz. 131 tot 149 
Ga aan de slag met de rest van startopdracht 2 en opdracht 3 op blz. 91-93
Je werkt zelfstandig en in stilte
Je werkt zonder muziek 

Klaar? Kijk je gemaakte opdrachten na
Ook klaar met opdr. 3? Begin aan opdracht 4

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies