BS4 Spieren

Spieren
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Spieren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

BS4 Spieren 
Aan het eind van de les....
  • Weet je hoe een spier is opgebouwd.
  • Weet je hoe je je armen kan buigen en strekken. 

Slide 3 - Tekstslide

Bouw spier
  • Spieren zijn opgebouwd uit spiervezels. 
  • Een groepje spiervezels noem je een spierbundel. 
  • Om elke spierbundel zit een vlies; de spierschede
  • Aan het uiteinde van de spier zijn die bundelvliezen samengegroeid tot een pees

Slide 4 - Tekstslide

Pezen
Pezen verbinden de spieren met de botten.

De plek waar de spier aan het bot vastzit = Aanhechtingsplaats

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

timer
0:30
spier
spierbundel
pees
spiervezel

Slide 7 - Sleepvraag

Samentrekken
> de spier wordt korter en dikker
 > de pees trekt dan aan het bot waar het aan vastzit!

Slide 8 - Tekstslide

Hoe buig en strek je je arm?
Arm buigen --> armbuigspier
Arm strekken --> armstrekspier


Slide 9 - Tekstslide

Armbuigspier 
Zit  met pezen vast aan het spaakbeen en schouderblad 

Arm buigen: Kort en dik
Arm strekken: Lang en dun
armbuigspier
(biceps)

Slide 10 - Tekstslide

Armstrekspier
Zit  met pezen vast aan het ellepijp en schouderblad 

Arm buigen: Lang en dun
Arm strekken: Kort en dik 
armstrekspier
(triceps)

Slide 11 - Tekstslide

Hoe buig en strek je je arm?
Arm buigen --> armbuigspier
Arm strekken --> armstrekspier
  • Spieren trekken botten alleen naar elkaar toe
  • Dus om een tegengestelde beweging te maken
    hebben twee spieren hebben elkaar nodig 
  • Twee spieren die zo'n tegengestelde beweging
    mogelijk maken noem je: antagonisten



Slide 12 - Tekstslide

Buigspier
Trekspier

Slide 13 - Sleepvraag

Bewegen
Bij elke beweging die je maakt, 
zijn tenminste twee spieren nodig 
die samenwerken. 

Buigspieren en strekspieren
>antagonisten

Slide 14 - Tekstslide

Typen spierweefsel:
 1. Glad spierweefsel (in organen)
 2. Hart spierweefsel
 3. Dwarsgestreept
  spierweefsel (skeletspieren)

Slide 15 - Tekstslide

Zelf aan de slag 

BS3: opdr. 1 t/m 3 zelf nakijken
BS4 lezen en maken opdr. 1 t/m 3 (huiswerk)

Slide 16 - Tekstslide