09-06 : Degrees of comparison

TODAY
- Candy test
- Homework
- Degrees of comparison
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

TODAY
- Candy test
- Homework
- Degrees of comparison

Slide 1 - Tekstslide

1. hergebruiken

2. roofdier

3. trots

4. Er is weinig voedsel in de woestijn.
5. disease

6. to compare

7. to behave




Slide 2 - Tekstslide

1. to re-use 

2. predator

3. proud

4. There isn't much food in the desert.
5. ziekte

6. vergelijken

7. zich gedragen

Slide 3 - Tekstslide

Degrees of comparison – trappen van vergelijking
De trappen van vergelijking worden gebruikt om twee of meerdere dingen met elkaar te vergelijken. De trappen van vergelijking kun je alleen op bijvoeglijke naamwoorden toepassen.

Slide 4 - Tekstslide

    THE

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Als een woord 2 of meer lettergrepen heeft, zet ik er het volgende voor:
A
most
B
more, morest
C
more
D
more, the most

Slide 13 - Quizvraag

Welk rijtje is juist?
A
Good - Better -the Best
B
Good - Gooder - Goodest
C
Beautiful - Beautifuler - Beautifulest
D
Small - More small - Most small

Slide 14 - Quizvraag

Welk rijtje klopt niet?
A
nice - nicer - the nicest
B
happy - happier - the happiest
C
bad - badder -the baddest
D
beautiful - more beautiful - the most beautiful

Slide 15 - Quizvraag

That group is _____ the other group.
A
the more serious
B
the most serious
C
more serious than
D
most serious than

Slide 16 - Quizvraag

My sister has a ___ room than I have.
A
big
B
bigger
C
biggest
D
more bigger

Slide 17 - Quizvraag

I drive ___ than my husband.
A
safe
B
safer
C
safest
D
most safe

Slide 18 - Quizvraag

The teacher likes to have the ___ talks.
A
dull
B
duller
C
dullest

Slide 19 - Quizvraag

It is _____ than ever to find good football players.
A
more difficult
B
difficulter
C
most difficult
D
difficultest

Slide 20 - Quizvraag

The weather today is even ___
than yesterday.
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 21 - Quizvraag

My dad is the ___ dad ever!
A
good
B
goodest
C
better
D
best

Slide 22 - Quizvraag

Who is the (good) .... football player in the world?
A
better
B
gooder
C
goodest
D
best

Slide 23 - Quizvraag

What is your ... (bad) subject at school?
A
badder
B
worse
C
worst
D
baddest

Slide 24 - Quizvraag

The ... (little) you can do is study for the tests.
A
leasest
B
least
C
littlest
D
less

Slide 25 - Quizvraag

Adele is famous. Lady Gaga is _____,
Michael Jackson is _____!
A
more famous, the most famous
B
famouser, the most famous
C
famouser, the famousest
D
more famouser, most famous

Slide 26 - Quizvraag

Vertaal de zinnen in het Engels:
Tom is sterker dan Tim.

Slide 27 - Open vraag

Jim is grappiger dan Bastiaan.

Slide 28 - Open vraag

Leon is langer dan Peter( tall).

Slide 29 - Open vraag

John speelt slechter dan Michael.

Slide 30 - Open vraag

Engels is interessanter dan Duits. ( German)

Slide 31 - Open vraag

Roos praat harder dan Jorm( gebruik "loud")

Slide 32 - Open vraag

Onze klas is de beste.

Slide 33 - Open vraag

My house is (big) ...
than yours.

Slide 34 - Open vraag

This flower is (beautiful)
... than that one.

Slide 35 - Open vraag

Grammar
Listen to the song
Ex. 28 p. 122

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

GRAMMAR
Ex. 29 p. 123
Ex. 30 p. 124
timer
7:00

Slide 38 - Tekstslide