De student
- begrijpt de betekenis van ‘directe instructie, feedback, flipping the
classroom, activerende didactiek en scaffolding’;
- kan praktijkvoorbeelden geven van activerende leeractiviteiten;
- kan een van de drie basisstructuren bij samenwerkend leren ontwerpen;
- kan hierbij leerdoelen concreet en haalbaar formuleren;
- kan ‘peerfeedback’ geven op
het oefenen van het geven van instructies bij samenwerkend leren
b) het oefenen van het geven van feedback
- kan zijn aanpak op het gebied van het geven van feedback verantwoorden.