Debatteren

Het debat
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Het debat

Slide 1 - Tekstslide



Wat debatteren?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 

  • Wat is debatteren?
  • Basisregels goed debat.
  • Opdrachten.
  • Het debat zelf.

Slide 4 - Tekstslide

1. Warming up:   SALESMAN
Probeer een simpel voorwerp zo overtuigend mogelijk te verkopen in 1 minuut
 
( bijvoorbeeld: pen, mobiele telefoon, Insta, Tik Tok etc.)
5 minuten voorbereiding 

Bedenk goede/originele argumenten.
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Verdeel je in groepjes van 4
2 juryleden
2 debaters

Slide 6 - Tekstslide

Dit moet je kopen, omdat...
Eerst persoon 1                                                                Dan persoon 2

De juryleden overleggen wie het meest overtuigend was: 
  • Wie heeft de beste argumenten?
  • Wie heeft de origineelste argumenten?
  • Wie spreekt het beste?  
  • Wie is non-verbaal het beste?
  • Wie was het prettigste om naar te kijken en luisteren?
                                        Let op: gelijkspel is niet mogelijk
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

de beste van ieder groepje
Van ieder groepje 1 jurylid 

- Vertel waarom deze persoon de beste was





timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

2. Warming up:         TROUBLESPEECH
Red je uit een onmogelijke situatie

Scenario 1
Op Tik Tok staat een filmpje waarin duidelijk te zien is dat jij een pot Nutella uit de supermarkt steelt. Wat zeg je om de situatie te redden?

Scenario 2
Op Instagram staat een filmpje waarin te zien is dat jij een klasgenoot ontzettend pest en slaat.
Wat zeg je om de situatie te redden?


Kies individueel een scenario. Bereid een presentatie voor in  5 min tijd.

timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

de beste van ieder groepje
Van ieder groepje 1 jurylid 

- Vertel waarom deze persoon de beste was





timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

3. Warming up: Verdedig het onmogelijke
Verdedig een standpunt dat nooit waar kan zijn. 
Probeer zoveel mogelijk orginele en creatieve argumenten te geven om toch de stelling te verdedigen.

Groepen van 4 personen
5 minuten voorbereiding  (iedereen verzint 3 argumenten)
2 minuten om je argumenten te verdedigen

Slide 11 - Tekstslide

De jury let op:
De juryleden overleggen wie het meest overtuigend was:
Wie heeft de beste argumenten?
Wie heeft de origineelste argumenten?
Wie spreekt het beste?
Wie is non-verbaal het beste?
Wie was het prettigste om naar te kijken en luisteren?
                                        Let op: gelijkspel is niet mogelijk
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Alle publieke toiletten moeten doorzichtige muren hebben

Alle publieke toiletten moeten doorzichtige muren hebben

Slide 13 - Tekstslide

Roken moet verplicht worden voor iedereen

Slide 14 - Tekstslide

Alle huwelijken moeten na 10 jaar afgebroken worden

Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk
1 Kies met jouw groepje de stelling (2 minuten)

2 Bedenk jouw eigen drie argumenten 

3 Kies: wie is de jury - wie gaat debatteren - wie gaat beginnen
             
timer
2:00
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze stelling is goed, omdat...
Eerst persoon 1                                                                Dan persoon 2

De juryleden overleggen wie het meest overtuigend was: 
  • Wie heeft de beste argumenten?
  • Wie heeft de origineelste argumenten?
  • Wie spreekt het beste?  
  • Wie is non-verbaal het beste?
  • Wie was het prettigste om naar te kijken en luisteren?
                                        Let op: gelijkspel is niet mogelijk
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

de beste van ieder groepje
Kies van ieder groepje 1 jurylid.

- Vertel waarom deze persoon de beste was





timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

4.  Warming up: Het ballondebat
Neem een bekend persoon in gedachten.
(bijvoorbeeld Justin Bieber, Ronaldo, Koning Willem Alexander, Maxima, Billy Elish, Messi, Leonardo di Caprio, Elon Musk, etc.)

Het is een mooie dag en zit rustig in de luchtballon. Maar dan gaat het helemaal fout! De ballon vliegt bijna tegen een kerk. Om snel op te stijgen moeten twee bekende personen uit de ballon worden gegooid.

Slide 19 - Tekstslide

Ronde 1
Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten. Waarom is hij of zij onmisbaar.

Slide 20 - Tekstslide

Aan het werk
  • Bedenk wie jij in de ballon wil houden       1 minuut                          
  • Bedenk minstens drie argumenten waarom hij/zij absoluut moet blijven.   
    
      Tip: schrijf niet alles op, alleen steekwoorden
timer
1:00
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

... moet blijven, omdat...
Eerst persoon 1                                                                Dan persoon 2, 3, 4

De juryleden overleggen wie het meest overtuigend was: 
  • Wie heeft de beste argumenten?
  • Wie heeft de origineelste argumenten?
  • Wie spreekt het beste?  
  • Wie is non-verbaal het beste?
  • Wie kan het zonder papier/lezen?
                                        Let op: gelijkspel is niet mogelijk
timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide

Ronde 2
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn! 

Slide 23 - Tekstslide

Aan het werk
  • Bedenk welke twee personen die jij uit de ballon                                wil gooien.      (1 minuut)                          
  • Bedenk minstens drie argumenten waarom zij eruit moeten.  (5 minuten)
    
      Tip: schrijf niet alles op, alleen steekwoorden
timer
1:00
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

... moeten eruit, omdat...
Eerst persoon 1                                                                Dan persoon 2, 3, 4

De juryleden overleggen wie het meest overtuigend was: 
  • Wie heeft de beste argumenten?
  • Wie heeft de origineelste argumenten?
  • Wie spreekt het beste?  
  • Wie is non-verbaal het beste?
  • Wie kan het zonder papier/lezen?
                                        Let op: gelijkspel is niet mogelijk
timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

REGELS
  • Luister naar elkaar.
  • Laat elkaar uitpraten
  • Zeg: Ik vind, omdat...
  • Geef voorbeelden.
  • Probeer andere standpunten te begrijpen.
  • Houd rekening met gevoelens.
  • Denk aan lichaamstaal/stemgebruik. 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Tekstslide

Regels Debatteren
Publiek
Luistert aandachtig en respectvol
Geeft na afloop commentaar op het debat
Respecteert de uitslag van de jury
Maximaal 10 minuten per stelling.
Sta op wanneer je iets wilt zeggen.
De debatleider bepaalt wie er spreekt.

Slide 35 - Tekstslide

Homoseksuele stellen mogen kinderen adopteren.





Stelling 1
groep 1 tegen 2

Slide 36 - Tekstslide

De doodstraf moet weer worden ingevoerd



Stelling 3
Groep 2 tegen 3.

Slide 37 - Tekstslide

Debatteren
Terugkijken:
Hoe gingen de debatten?
Wat ging goed?
Wat zijn de aandachtspunten?

Wat heb je geleerd?

Slide 38 - Tekstslide

DROGREDENEN


  • Een drogreden is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt. 
  • Drogredenen worden vaak in discussies gebruikt, maar ook wel in andere situaties, zoals een debat.

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

OEFENEN

Slide 47 - Tekstslide

Heeft jouw docent Nederlands gezegd dat je teveel fouten maakte in jouw brief? Ze weet zelf niet eens het verschil tussen enkelvoud en meervoud. Kijk maar naar de fout in de reader.
A
Autoriteitsdrogreden
B
Persoonlijke aanval
C
Populistisch argument
D
Geen idee

Slide 48 - Quizvraag

A: "Waarom zijn er zo weinig mensen in dit café?"
B: "Omdat het hier zo ongezellig is."
A: "Hoe komt het dat het hier zo ongezellig?"
B: "Omdat er zo weinig mensen zijn."
A
Populistisch argument
B
Autoriteitsdrogreden
C
Cirkelredenering
D
Geen idee

Slide 49 - Quizvraag

Ik ga voortaan altijd bij die winkel mijn boodschappen doen, want iedereen zegt dat de kwaliteit daar goed is.
A
Populistisch argument
B
Overhaaste generalisatie
C
Autoriteitsargument
D
Geen idee

Slide 50 - Quizvraag

Een kerstboom kopen met een kluit heeft geen enkele zin. Vorig jaar heb ik zo'n boom direct na kerstmis geplant, en hij bleef net zo dood als een kerstboom zonder kluit.
A
Populistisch argument
B
Overhaaste generalisatie
C
Cirkelredenering
D
Geen idee

Slide 51 - Quizvraag

Wij hebben vorig jaar een overnachting gehad in een hotel in Berlijn. Het was er heel vies: in de douche lagen overal haren, er zaten vlekken in het matras en er liepen overal kakkerlakken. In Duitsland moet je duidelijk niet zijn voor een net en hygiënisch vakantieverblijf.
A
Cirkelredenering
B
Populistisch argument
C
Overhaaste generalisatie

Slide 52 - Quizvraag

Zij kan wel van alles zeggen over dat tentamen, maar ze had zelf ook maar een 4.
A
Cirkelredenering
B
Persoonlijke aanval
C
Populistisch argument
D
Geen idee

Slide 53 - Quizvraag

Welk weldenkend mens vindt Nederlands nu geen nuttig vak? Je hebt er namelijk heel erg veel aan!
A
Cirkelredenering
B
Populistisch argument
C
Autoriteitsdrogreden
D
Geen idee

Slide 54 - Quizvraag

Belgen hebben erg veel humor. Ik ben op vakantie in Italië twee hele grappige Belgen tegengekomen.
A
Populistisch argument
B
Overhaaste generalisatie
C
Cirkelredenering

Slide 55 - Quizvraag

Volgende week...
Mini debat voorbereiden in de les!

Slide 56 - Tekstslide