14.1 Cellen in het zenuwstelsel 5V 2425

H9: Erfelijkheid
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H9: Erfelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

H9: Erfelijkheid

Slide 2 - Tekstslide

H9: Erfelijkheid

Slide 3 - Tekstslide

H9: Erfelijkheid

Slide 4 - Tekstslide

14.1 Cellen in het zenuwstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel 
Hoe ziet een zenuwcel eruit (onderdelen) en welke verschillende typen zijn er?
Wat is een zenuw en welke verschillende typen zijn er?

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je beschrijft de bouw en functie van de verschillende typen neuronen (leerdoel 1 (14.1))
  • Je beschrijft de bouw van een zenuw (leerdoel 2 (14.1))
  • Je beschrijft de bouw van het centrale en perifere zenuwstelsel (leerdoel 3 (14.2))

Slide 7 - Tekstslide

Centraal zenuwstelsel
Zenuwcellen (neuronen) van de 
hersenen en ruggenmerg 
met ondersteunende cellen.


Slide 8 - Tekstslide

Perifeer zenuwstelsel
(Uitlopers van) zenuwcellen, 
gebundeld in zenuwen, die 
zintuigen verbinden met het CZS en
het CZS met spieren en klieren.

Zenuw= bundel zenuwceluitlopers


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Neuronen
Cellichaam: kern en 
celorganellen

Slide 11 - Tekstslide

Neuronen
Dendriet: uitloper die signalen opvangt van andere neuronen of zintuigcellen en richting het cellichaam stuurt

Slide 12 - Tekstslide

Neuronen
Axon: uitloper die signalen van het cellichaam doorstuurt naar andere neuronen of een spier/ klier

Slide 13 - Tekstslide

Neuronen
Myelineschede: isolerende laag rondom uitlopers (dendrieten of axonen)


Slide 14 - Tekstslide

Neuronen
Synaps: plaats waar neuronen signalen aan elkaar doorgeven



Slide 15 - Tekstslide

Neuronen
Neurotransmitter: chemische stof die berichten tussen zenuwcellen doorgeeft


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Sensorisch neuron

Slide 18 - Tekstslide

Schakelneuron

Slide 19 - Tekstslide

Motorisch neuron

Slide 20 - Tekstslide

Cellen van Schwann
Vormen de myelineschede om de lange uitlopers van neuronen buiten het centraal zenuwstelsel.



Slide 21 - Tekstslide

Insnoeringen van Ranvier
In de myelineschede van uitlopers
zitten insnoeringen waar de
zenuwcel niet geïsoleerd is:
insnoeringen van Ranvier.




Slide 22 - Tekstslide

Zenuwen
Indeling:
  • welk type zenuwcellen loopt erdoor
gevoelszenuw - bewegingszenuw - gemenge zenuw
  • waar ontspringt de zenuw
ruggenmergzenuw - hersenzenuw  

Slide 23 - Tekstslide

Zenuwen
Bundel van uitlopers van neuronen.
Gemenge zenuw: zowel uitlopers 
van sensorische als motorische neuronen.
Gevoelszenuw: alleen uitlopers van 
sensorische neuronen.
Bewegingszenuw: alleen uitlopers van
motorische neuronen. 

Slide 24 - Tekstslide

Zenuwen
Ruggenmerg zenuw: zenuw die 
ontspringt in het ruggenmerg.

Slide 25 - Tekstslide

Hersenzenuwen (88L)
12 zenuwen ontspringen in
de hersenen zelf. 
Spieren en zintuigen in het 
hoofd
+ nervus vagus (komt terug 
in paragraaf 5)


Slide 26 - Tekstslide

Vraag 1
Iemand raakt met een arm een heet voorwerp aan en schreeuwt: "Au!".
Via welke typen neuronen zijn dan impulsen geleid?

  1. sensorische neuronen
  2. schakelneuronen
  3. motorische neuronen

Slide 27 - Tekstslide

1, 2 en 3

Slide 28 - Tekstslide

Vraag 2
Welke uitspraak is juist?



A. Dit is een motorische zenuwcel; impulsen lopen van 4 naar 5
B. Dit is een motorische zenuwcel; impulsen lopen van 5 naar 4
C. Dit is een sensorische zenuwcel; impulsen lopen van 4 naar 5
D. Dit is een sensorische zenuwcel; impulsen lopen van 5 naar 4

Slide 29 - Tekstslide

A of D

Slide 30 - Tekstslide

Stel het mes snijdt een gemengde zenuw door richting je wijsvinger. Wat zijn de klachten en waarom?
Vraag 3

Slide 31 - Tekstslide

1 en 3
Bundel van uitlopers van neuronen.
Gemenge zenuw: zowel uitlopers 
van sensorische als motorische neuronen.
Gevoelszenuw: alleen uitlopers van 
sensorische neuronen.
Bewegingszenuw: alleen uitlopers van
motorische neuronen. 

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je beschrijft de bouw en functie van de verschillende typen neuronen (leerdoel 1 (14.1))
  • Je beschrijft de bouw van een zenuw (leerdoel 2 (14.1))
  • Je beschrijft de bouw van het centrale en perifere zenuwstelsel (leerdoel 3 (14.2))

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Maak de opdrachten van 
14.1 (2, 4, 6, 7)


Slide 34 - Tekstslide