Klantreis woensdag 17 april

Vandaag
  • Iedereen SchoolYear?
  • Eindtoets boek B (gezamenlijk)
  • Oefening begrippen trainen
  • Eindtoets boek A (herhaling) / gezamenlijk)
  • Vragen vanuit de klas m.b.t. (proef)examen


1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Iedereen SchoolYear?
  • Eindtoets boek B (gezamenlijk)
  • Oefening begrippen trainen
  • Eindtoets boek A (herhaling) / gezamenlijk)
  • Vragen vanuit de klas m.b.t. (proef)examen


Slide 1 - Tekstslide

Welk woord zoek ik?
Ik geef de omschrijving van een begrip in beeld en jullie vullen het juiste woord in.

20 seconden de tijd per begrip.

We houden niet klassikaal de score bij. Eventueel wel voor jezelf.

Slide 2 - Tekstslide

Unieke verzameling streepjes en cijfers die met een scanner gelezen wordt, door middel van een laserstraal, en die informatie geeft over het artikel, zoals de prijs.

Slide 3 - Open vraag

De etalage trekt de aandacht van voorbijgangers. Zij worden op de winkel geattendeerd.

Slide 4 - Open vraag

Het plaatsen van artikelen op een manier zodat de klant in de verleiding komt ook het ander te kopen als hij het een koopt.

Slide 5 - Open vraag

Artikelen die tegenover elkaar hangen of liggen.

Slide 6 - Open vraag

Criminaliteit op internet of met behulp van ICT-middelen.

Slide 7 - Open vraag

Een meubel om artikelen op te presenteren die tijdelijk meer moeten opvallen.

Slide 8 - Open vraag

Kassa die handmatig aangeslagen wordt en die de ingevoerde informatie elektronisch verwerkt.

Slide 9 - Open vraag

Het plaatsen van artikelen met de voorkant naar voren.

Slide 10 - Open vraag

Routing waarbij de klant maar één looppad kan volgen.

Slide 11 - Open vraag

Een etalage die aan de achterkant dicht is. Je kunt door de etalage niet de winkel inkijken.

Slide 12 - Open vraag

Het beeld dat mensen van een product, winkel of merk hebben en welk gevoel ze daarbij hebben.

Slide 13 - Open vraag

Schade aan personen. Deze schade kun je niet in geld uitdrukken.

Slide 14 - Open vraag

Een personeelslid steelt van de winkel.

Slide 15 - Open vraag

Verschil tussen wat er in de kassalade zit en wat er, op basis van de verkopen, in zou moeten zitten.

Slide 16 - Open vraag

Het plaatsen van artikelen met de zijkant naar voren.

Slide 17 - Open vraag

De ruimte voor het neerzetten van transportmiddelen, de opslag van de goederen en het voeren van de administratie (kantoor).

Slide 18 - Open vraag

Een code waarmee je via de computerkassa de prijs van een artikel kunt opzoeken.

Slide 19 - Open vraag

De belasting die je als retailer betaalt aan de gemeente, voor het plaatsen van voorwerpen onder, op of boven openbare ruimtes.

Slide 20 - Open vraag

RAAK

Slide 21 - Open vraag

Een manier om een overvaller of een kostbaar eigendom te markeren met een bijna onzichtbare spray.

Slide 22 - Open vraag

Het illegaal kopiëren van betaalpasgegevens.

Slide 23 - Open vraag

Voorbijgangers blijven stilstaan bij de etalage omdat de etalage er aantrekkelijk uitziet.

Slide 24 - Open vraag

Plek in de winkel waar de klant langzaam loopt, even stilstaat of waar zijn aandacht wordt getrokken.

Slide 25 - Open vraag

De artikelen op de meest aantrekkelijke en verleidelijke manier presenteren, zodat het klanten uitnodigt om de producten te kopen.

Slide 26 - Open vraag

Herhaling Boek A:

Alle activiteiten en maatregelen die ervoor zorgen dat de klant zich welkom voelt.


Slide 27 - Open vraag

Het aanbieden van producten waarbij de nadruk ligt op de lage prijs.


Slide 28 - Open vraag


Het totaalpakket van de winkeluitstraling, het assortiment en de manier waarop personeel de klant benadert die past bij het winkelconcept.


Slide 29 - Open vraag

Een gevoel van ongemak dat veroorzaakt wordt door het innerlijk conflict na de aankoop.


Slide 30 - Open vraag

Een product dat je koopt zonder veel na te denken, bijvoorbeeld de dagelijkse boodschappen.


Slide 31 - Open vraag

Programma’s gericht op het opbouwen van een duurzame relatie met vaste klanten.


Slide 32 - Open vraag

Het vasthouden of behouden van klanten.


Slide 33 - Open vraag

Ieder moment waarop de klant tijdens zijn klantreis contact heeft met een bedrijf, product of merk.


Slide 34 - Open vraag

Een (potentiële) klant staat voor een belangrijke aankoopbeslissing die hij nog niet eerder heeft genomen.


Slide 35 - Open vraag

De klant heeft geen informatie meer nodig. Hij heeft een voorkeur voor een merk en dat merk blijft hij trouw.


Slide 36 - Open vraag

Een product dat je maar heel af en toe koopt en waar je je eerst in verdiept voordat je het koopt.


Slide 37 - Open vraag


Als je geluisterd hebt naar de klant, dan vat je in je eigen woorden kort samen wat de klant heeft verteld en vraag je door.


Slide 38 - Open vraag

Een alternatief artikel aanbieden als het gewenste artikel niet op voorraad is.


Slide 39 - Open vraag

Verkooptechniek waarbij je de prijs noemt tussen twee ‘lagen’ van sterke verkoopargumenten.


Slide 40 - Open vraag

Verhalen vertellen om een product of merk onder de aandacht te brengen van klanten.


Slide 41 - Open vraag

Artikelen die een aanvulling zijn op het kern- en randassortiment.


Slide 42 - Open vraag

Er bestaat een duidelijke verwantschap tussen de assortimentsgroepen.


Slide 43 - Open vraag


Als de introductie van een nieuw artikel (meestal goedkoper) ervoor zorgt dat de omzet van andere producten sterk omlaag gaat.


Slide 44 - Open vraag

Op welke hoogte zit de gouden plank (in cm)

Slide 45 - Open vraag

Iemand die voor een bedrijf een website bijhoudt en aanpast en daarvoor speciale rechten heeft.

Slide 46 - Open vraag

Hoe noem je producten die bij elkaar passen, zoals een koffiezetapparaat & koffiebonen

Slide 47 - Open vraag

Product waarvan je de aankoop uitstelt omdat je nog geen zin hebt om het te kopen.


Slide 48 - Open vraag

Slide 49 - Tekstslide