1.2 Hoe word jij beïnvloed?

4 kader
1.2 Hoe word jij beïnvloed?
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 15 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Introductie

Je leert in deze les dat je je kunt verzekeren tegen de financiële gevolgen van een schade. Je leert wat een premie is, en wat het eigen risico daar voor invloed op heeft.

Onderdelen in deze les

4 kader
1.2 Hoe word jij beïnvloed?

Slide 1 - Tekstslide

Marketinginstrumenten

Slide 2 - Woordweb

Herhaling lesdoelen 1.1
  • Welke behoeften heb je?
  • Wat betekent 'schaarste' bij economie?
  • Hoe kun je zelf in je behoeften voorzien?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen 1.2
  • Wat is een doelgroep?
  • Hoe word je beïnvloed?
  • Welke marketinginstrumenten zijn er?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Consumenten en beïnvloeding
Wij worden als consument beïnvloed
Andere mensen of bedrijven proberen ons te veranderen. 
 
Commerciële beïnvloeding
Door bedrijven
Sociale beïnvloeding
Vrienden & familie
Technologische ontwikkelingen
3D-printers
Zelfrijdende auto's
Internet of Things

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat is een doelgroep?
Een doelgroep is een groep consumenten op wie een producent zich richt. ​

Omdat jongeren samen veel geld te besteden hebben, vormen ze een belangrijke doelgroep.
Doelgroep
Groep mensen met dezelfde kenmerken
Marktonderzoek
De producent of verkoper kan er achter komen wat zijn doelgroep wil en maakt daar producten voor.

Zo richt de producent/verkoper zich beter op zijn doelgroep.

Slide 9 - Tekstslide

Ideële reclame
Heeft als doel de mentaliteit en het gedrag van mensen te veranderen.
Ideële reclame gaat vaak over maatschappelijke problemen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Commerciële reclame
Bedoeld om te verleiden tot een aankoop.

Dit kan zijn:
- een informatieve reclame (info over het product);
- een merkreclame (vergroten naamsbekendheid).

Slide 12 - Tekstslide

Merkreclame

Slide 13 - Tekstslide

Sluikreclame
Sluikreclame
  • Een marketingtactiek
  • In een toneelstuk, film, televisieserie of boek wordt reclame gemaakt 
  • Voor de kijker niet volledig duidelijk dat het om reclame gaat

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Informatieve reclame

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

De reclame die je net hebt gezien is een ...
A
ideële reclame.
B
commerciële reclame.

Slide 18 - Quizvraag

Marketingmix (6 P's)
  • Productbeleid
  • Prijsbeleid
  • Plaatsbeleid

  • Personeelsbeleid
  • Presentatiebeleid
  • Promotiebeleid
Wat wordt verkocht? (ook merk, smaak, soorten, verpakking)
Prijs van producten, kortingsacties
Locatie (internet of winkel), waar de winkel moet zitten.
Wat voor mensen werken er, deskundig, vriendelijk, beleefd, etc.
Hoe presenteert de winkelier zijn producten (ook via internet), bijv etalage
Hoe worden de producten onder de aandacht gebracht, bijv. reclame, sponsoring, advertentie
Marketinginstrumenten
Marketinginstrumenten = marketingmix → 6 p's

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Nog 2 p’s in de marketingmix

Naast prijs, plaats, promotie, en product zijn er nog 2 marketinginstrumenten:

> personeel

> presentatie.

Slide 21 - Tekstslide

Presentatie
Hoe presenteert de verkoper zijn producten in de winkel?

Slide 22 - Tekstslide

Personeel
Is het personeel deskundig en klantvriendelijk?

Slide 23 - Tekstslide

Een doelgroep is:
A
alle keepers bij balsporten
B
Een groep mensen die hetzelfde doel hebben
C
Een groep mensen die dezelfde kenmerken hebben
D
Alle mensen die zorgen voor een goed doel

Slide 24 - Quizvraag

Verzin een merk en een product dat jij veel koopt. Tot welke doelgroep hoor je?

Slide 25 - Open vraag

Voor welke doelgroep is Temptation island bedoeld?

Slide 26 - Open vraag

Wat is geen commerciële reclame?
A
Merkreclame
B
Informatieve reclame
C
Ideële reclame
D
Sluikreclame

Slide 27 - Quizvraag

Wat is marketing?
A
Alles wat een bedrijf onderneemt om meer te verkopen.
B
Instrumenten die je gebruikt op de verkoopmarkt.
C
Een methode om de winst te vergroten.
D
Een Engels woord voor winkel.

Slide 28 - Quizvraag

Om welke P van marketing gaat het? Er zijn veel concurrenten in een stadswinkelcentrum.
A
Prijs
B
Product
C
Plaats
D
Promotie

Slide 29 - Quizvraag

H&M open een nieuwe vestiging. Over welk marketinginstrument gaat het hier?
A
product
B
personeel
C
promotie
D
plaats

Slide 30 - Quizvraag

De 6P's worden ook wel ... genoemd.
A
Marketing hulpmiddelen
B
Marketing instrumenten
C
Marketing groepering
D
Marketing gereedschap

Slide 31 - Quizvraag

Wat heb je geleerd?

Slide 32 - Tekstslide

Je vader of moeder zegt tegen je: Ik heb een hele leuke broek voor je gezien, die moet je echt kopen! Dit noemen we;
A
Commerciële beïnvloeding
B
Sociale beïnvloeding
C
Maatschappelijke beïnvloeding
D
Ouderlijke beïnvloeding

Slide 33 - Quizvraag

Je ziet in een folder een advertentie staan 'NU 2 VOOR DE PRIJS VAN 1'.
Dit noemen we
A
Sociale beïnvloeding
B
Culturele beïnvloeding
C
Reclame
D
Commerciële beïnvloeding

Slide 34 - Quizvraag

Veel bedrijven hebben een speciale belangstelling voor jonge consumenten.
Welke uitspraak is juist?
A
Jongeren kopen meer dan volwassen consumenten
B
Jongeren zijn de volwassen consumenten van de toekomst
C
Jongeren hebben geen invloed op de aankopen van hun ouders

Slide 35 - Quizvraag

Personeel
Plaats
Product
Promotie
Prijs
Presentatie

Slide 36 - Sleepvraag

Wat is een doelgroep?

Slide 37 - Open vraag

Hoe word je beïnvloed?

Slide 38 - Open vraag

Welke marketinginstrumenten zijn er?

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Link

Extra uitleg

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video

Extra oefening

Slide 46 - Tekstslide

1. Bekijk opdracht 9 t/m 14 op bladzijde 29  van 'oefenopgaven' en maak diegene die jij lastig vindt.

2. Bekijk opdracht 5 t/m 12 op bladzijde 36 + 37 van 'examentraining' en maak diegene die jij lastig vindt.

Slide 47 - Tekstslide

Extra uitdaging

Slide 48 - Tekstslide

Examentraining
Daag jezelf uit en probeer opdracht 5 t/m 12 op bladzijde 36 en 37 te maken.

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video

Opdracht zelfvoorzienend
Bedenk hoe jij zelfvoorzienend kunt worden. 

  • Waarmee moet je stoppen?
  • Hoe zou jij het aanpakken?
  • Welke kosten moet je maken?

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Video

Slide 53 - Video

Slide 54 - Video