geluid

Geluid
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Geluid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen
  • Je leert dat geluid een trilling is.
  • Je leert hoe geluid zich verplaatst.
  • Je leert hoe je geluidssterkte meet.
  • Je leert hoe je geluid kan versterken
  • Je leert wanneer je kans heb op gehoorschade
  • Je leert hoe je geluidsoverlast kan verminderen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat ga je doen 
  • leg twee vingers op je keel en praat 1 min met je buurman/buurvrouw 
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voelde je ?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

geluid
Geluid is een trilling
als je praat, trillen je stembanden


In dat geval zijn jou stembanden een geluidsbron

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toonhoogte
Er zijn veel verschillende muziekinstrumenten.
Een instrument met snaren noem je een snaarinstrument. 
Als je de snaren van een snaarinstrument laat trillen, maken ze geluid. De snaren zitten vast aan een klankkast. Daardoor wordt het geluid harder en kun je het goed horen.
Sommige instrumenten hebben heel veel snaren, zoals de piano en de harp. Andere instrumenten hebben weinig snaren, zoals de gitaar en de contrabas.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je de toonhoogte van een gitaarsnaar veranderen?
  • De dikte van de snaar veranderen, hoe dikker de snaar, hoe lager de toon.
  •  De lengte van de snaar veranderen, hoe langer de snaar, hoe lager de toon.
  • De spanning van de snaar veranderen, hoe lager de spanning. hoe lager de toon.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stemvork

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
 Geluid als trilling

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TUSSENSTOF
De tussenstof geeft de trillingen door van de geluidsbron naar je oor.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

vertel hier bij wat geluid is.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke toonhoogte kan jij horen?
https://www.oorcheck.nl/test-jezelf/hoe-hoog-kom-jij

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer loop je gehoorschade op?
  • Tot 80 dB is veilig

  • Vanaf 90 dB is kans op gehoorschade 

  • 140 dB doet pijn en kan gehoor direct beschadigen

  • Beschermen met gehoorbeschermers 


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluidssterkte
De geluidssterkte  geeft aan hoe hard geluid is
decibelmeter
decibel (dB)
grootheid
eenheid
symbool
geluidssterkte
decibel
(dB)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

meten van geluid
  1. Richt de decibelmeter op de geluidsbron.
  2. Houd de decibelmeter op 1 meter van de geluidbron.
  3. Zet de knop op de decibelmeter in de juiste stand (hard geluid of zacht geluid)
  4. Lees de meter af
  5. Schrijf de eeheid (db) achter het getal

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verminder je geluidsoverlast?
Geluid verminderen    -   Geluid weerkaatsen    -   Geluid isoleren

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluidswal

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

geluid horen 
de trillingen worden door de tussenstof doorgegeven vanaf de geluidsbron. 

de trillingen komen bij de geluidsontvanger en deze "hoort" dan het geluid.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Geluidsnelheid 
De snelheid van het geluid in lucht is 343 m/s.



De snelheid waarmee het geluid zich voortplant is afhankelijk van het medium waar het doorheen gaat.



Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onweersbui
Om te bepalen hoever een onweersbui bij je vandaan is bestaat er een regeltje:
voor elke drie tellen (seconden) tussen flits en donder is de onweersbui 1 kilometer bij je vandaan.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een onweersbui ontstaan flits en donder gelijktijdig.
Geluid doet er langer over om in je oor te komen. 
Carla ziet de flits en hoort de donder 3 seconde later.
Hoever is de onweersbui bij haar vandaan?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10 trillingen duren 4 seconden. Hoe lang duurt één trilling?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitdaging

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frequentie
frequentie = 1 ÷ trillingstijd

  
f = 1 ÷ T
f=T1

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Een voorwerp trilt met een frequentie van 250 Hz.
Hoe vaak trilt het voorwerp in 5 seconden?

Frequentie x tijd
250 Hz x 5 sec. = 1250 trillingen


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GELUIDSSNELHEID
De snelheid waarmee geluid zich verplaatst noem je de geluidssnelheid

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je in deze les geleerd?

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies