5.2 De Nederlandse opstand

5.2 Waarom kwamen de Nederlanders in opstand?
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

5.2 Waarom kwamen de Nederlanders in opstand?

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Leerdoelen 5.2
Uitleg 5.2
Herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke problemen kwam Karel V in de tijd van ontdekkers en hervormers tegen?

Slide 4 - Open vraag

5.1
1.  Karel V wilden alle beslissingen nemen en zo vel mogelijk macht hebben. Daarnaast wilde hij dat iedereen een katholiek was.

Slide 5 - Tekstslide

Welke kritiek hadden mensen op de katholieke kerk?

Slide 6 - Open vraag

5.1
1.  Karel V wilden alle beslissingen nemen en zo vel mogelijk macht hebben. Daarnaast wilde hij dat iedereen een katholiek was.
2. Maarten Luther had kritiek, hij vond dat de paus en hoge geestelijken veel macht hadden. Daarnaast zeiden/beloofde ze volgens Maarten Luther verkeerde dingen richting de gelovigen.

Slide 7 - Tekstslide

Leg kort uit hoe protestante kerken ontstonden.

Slide 8 - Open vraag

5.1
1.  Karel V wilden alle beslissingen nemen en zo vel mogelijk macht hebben. Daarnaast wilde hij dat iedereen een katholiek was.
2. Maarten Luther had kritiek, hij vond dat de paus en hoge geestelijken veel macht hadden. Daarnaast zeiden/beloofde ze volgens Maarten Luther verkeerde dingen richting de gelovigen.
3. Protestanten kozen voor hun eigen geloof en splitsen zich af van de kerk. de splitsing word herformatie/revorming genoemd.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf kort de strijd die ontstond tussen katholieken en protestanten.

Slide 10 - Open vraag

5.1
1.  Karel V wilden alle beslissingen nemen en zo vel mogelijk macht hebben. Daarnaast wilde hij dat iedereen een katholiek was.
2. Maarten Luther had kritiek, hij vond dat de paus en hoge geestelijken veel macht hadden. Daarnaast zeiden/beloofde ze volgens Maarten Luther verkeerde dingen richting de gelovigen.
3. Protestanten kozen voor hun eigen geloof en splitsen zich af van de kerk. de splitsing word herformatie/revorming genoemd.
4. Door de herformatie en revorming ontstonden er spanningen en oorlogen tussen de katholieken en protestanten. Karel V bleef de katholieke kerk trouw en vervolgde de protestanten.

Slide 11 - Tekstslide

5.1
  1. Weet je welke problemen vorsten in de tijd van ontdekkers en hervormers tegenkwamen.
  2. Weet je welke kritiek mensen hadden op de katholieke kerk.
  3. Kun je uitleggen hoe protestante kerken ontstonden.
  4. Kun je de strijd beschrijven die ontstond tussen katholieken en protestanten.

Slide 12 - Tekstslide

5.1
1.  Karel V wilden alle beslissingen nemen en zo vel mogelijk macht hebben. Daarnaast wilde hij dat iedereen een katholiek was.
2. Maarten Luther had kritiek, hij vond dat de paus en hoge geestelijken veel macht hadden. Daarnaast zeiden/beloofde ze volgens Maarten Luther verkeerde dingen richting de gelovigen.
3. Protestanten kozen voor hun eigen geloof en splitsen zich af van de kerk. de splitsing word herformatie/revorming genoemd.
4. Door de herformatie en revorming ontstonden er spanningen en oorlogen tussen de katholieken en protestanten. Karel V bleef de katholieke kerk trouw en vervolgde de protestanten.

Slide 13 - Tekstslide

Kritiek op de kerk
  • Maarten Luther: hervormingen zijn nodig
  • Geestelijken genieten van een luxe leven
  • Verering van heiligen staat niet in de Bijbel
  • Mensen moeten de Bijbel zelf lezen

Slide 14 - Tekstslide

Filips II

  1.  Wat gebeurde er met het rijk van
      Karel V toen hij  aftrad?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

De Nederlanden
Lezen: De Nederlanden op blz. 16

Onderstreep het antwoord op de vraag in de leerstof!
  1.  Hoe waren de Nederlanden opgedeeld?
  2. Wie hielpen om de gewesten te besturen?
  3. Waarom waren veel edelen ontevreden over het bestuur van Filips II?

Slide 17 - Tekstslide

De Nederlanden
  1.  Hoe waren de Nederlanden opgedeeld?  Nederland bestond uit 17 landjes, die gewesten werden genoemd 
  2. Wie hielpen om de gewesten te besturen  Er werden stadhouders aangesteld, die moesten helpen met het bestuur. 
  3. Waarom waren veel edelen ontevreden over het bestuur van Filips II?  Edelen hadden bij Karel V veel macht, maar nu niet meer. Daarnaast werden protestanten vervolgd

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

De beeldenstorm
Protestanten waren erg boos
1566 gingen protestanten--> Katholieke kerken--> Kerken vernielen.
Vernielen van kerken--> Beeldenstorm
Hertog van Alfa kwam met een groot Spaans leger


Slide 20 - Tekstslide

Het begin van de optand
Nadat Alfa kwamen, vluchten veel mensen, waaronder ook Willem van Oranje.
In 1568 vocht Willem van Oranje terug via Duitsland.
Begin van de opstand (1568)/ strijd tussen de gewesten en Spanje.
80 jarige oorlog

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Willem van Oranje
- Was de tegenstander van Filips ll geworden.
- vanaf 1568 braken de eerste gevechten uit tussen de Spanjaarden en de troepen van Willem van Oranje
- Veel mensen kozen de kant van Willem van Oranje, dit werd toen de OPSTAND genoemd, of terwijl de 80 jarige oorlog.

Slide 23 - Tekstslide

Willem van Oranje vs. Filips II
  • Willem van Oranje vond, net als veel andere edelen, Filips II veel te streng. 
  • Willem van Oranje en die andere edelen vonden dat iedereen moet kunnen geloven wat hij of zij wil
  • De spanning tussen de Spaanse koning en de protestanten werd groter

Slide 24 - Tekstslide

Nederland wordt onafhankelijk
  1. Watergeuzen veroveren Den Briel. 
  2. Hollandse en Zeeuwse steden kiezen voor de Opstand. 
  3. Spaanse legers vallen Nederlandse steden aan. 
  4. Nederlandse gewesten werken samen om de Spanjaarden te verdrijven. 
  5. Noordelijke gewesten stichten de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
Maak in stilte opdracht 1 t/m 5, die staan op blz 15 t/m 17
Lees hierbij heel goed de leesstof!
Als je klaar bent maak je de herhaling en verdieping van 5.2, die staan op blz 22 en 23.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Waarom kwamen de Nederlanden in opstand?
Er is grote ontevredenheid onder de Nederlanders
Filips II volgt zijn vader op als koning van Spanje en landsheer van de Nederlanden
Filips stuurt de Spaanse hertog Alva naar Nederland

Slide 28 - Sleepvraag

Je mag geloven wat je wil, oftewel godsdienstvrijheid.
A
Willem van Oranje
B
Filips II

Slide 29 - Quizvraag

Welk land heerst in de 16e eeuw over de Nederlanden?
A
Het Habsburgse rijk
B
Frankrijk
C
Spanje

Slide 30 - Quizvraag

Een aantal hoge Nederlandse edelen zijn het niet eens met het bewind van Koning Filips. Ze komen in actie. Wat doen ze?
A
Ze starten een oorlog tegen de Spaanse overheerser
B
Ze gaan naar landvoogdes Margaretha van Parma en smeken om het bewind te matigen
C
Ze vermoorden Spaanse edellieden

Slide 31 - Quizvraag

Hoe reageert Filips op de Beeldenstorm?
A
Hij vindt de Nederlanden niet belangrijk, dus hij laat het maar
B
Hij stuurt een nieuwe landvoogd naar de Nederlanden om de opstandelingen te bestraffen
C
Hij trekt naar de Nederlanden en slacht samen met zijn leger alle opstandelingen af

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de strijdnaam van de Nederlandse edelen?
A
De beeldenstormers
B
De Geuzen
C
De Hollandse Leeuwen

Slide 33 - Quizvraag

Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog veroveren de ‘watergeuzen’ meerdere plaatsen, waaronder Den Briel. Wat verliest de hertog van Alva spreekwoordelijk in Den Briel?
A
De moed
B
Zijn zwaard
C
Zijn bril

Slide 34 - Quizvraag

Waar of niet waar: Tijdens de 80-jarige oorlog wordt tachtig jaar lang oorlog gevoerd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor een zelfstandig land(je)/provincie?

Slide 36 - Open vraag

Beeldenstorm
geuzen
gewest
onafhankelijk
stadhouder
vertegenwoordiger van de vorst in een gewest
Bijnaam van Nederlandse opstandelingen
vernieling in katholieke kerken door protestanten in 1566
soort provincie
staat/persoon beslist over zichzelf

Slide 37 - Sleepvraag

Van wanneer tot wanneer duurde de Tachtig Jarige oorlog?

Slide 38 - Open vraag

Maak de juist combinaties.
Hieronder staan een aantal zinnen. Hoort de zin bij de Spaanse koning Filips II of bij de Nederlandse edelman Willem van Oranje?
Filips II van Spanje
Willem van Oranje
Spanje
Nederland
Protestants
Katholiek
Wilde vrijheid van geloof
Iederen moest katholiek zijn
Edelman
Koning

Slide 39 - Sleepvraag

Zet de blauwe hokjes op de goede volgorde.
1
2
3
4
5
Beeldenstorm door de protestanten
Willem van Oranje ging terug vechten
Halfzus Margaretha van Parma werd plaatsvervanger
Hertog van Alva kwam naar de Nederlanden
Filips II verhuisde naar Spanje

Slide 40 - Sleepvraag

Zet de blauwe hokjes op de goede volgorde.
1
2
3
4
5
Beeldenstorm door de protestanten
Willem van Oranje ging terug vechten
Halfzus Margaretha van Parma werd plaatsvervanger
Hertog van Alva kwam naar de Nederlanden
Filips II verhuisde naar Spanje

Slide 41 - Sleepvraag