Les 4: Terugblik gastcollege en interventies en aanpak

Les 4: Terugblik gastcollege en interventies/aanpak
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 4: Terugblik gastcollege en interventies/aanpak

Slide 1 - Tekstslide

Wat herinner je je nog van het gastcollege over externaliserend gedrag? Geef drie steekwoorden.

Slide 2 - Woordweb

Herhaling! Wat weet je nog?
Wat is externaliserend gedrag?
A

Slide 3 - Quizvraag

Wat kan een oorzaak zijn?
A

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een gevolg van externaliserend gedrag?
A

Slide 5 - Quizvraag

Hoe moeten we nu met dit gedrag omgaan?
Er zijn 7 effectieve aanpakken om als onderwijsassistent om te gaan met externaliserend gedrag, namelijk:
- Blijf kalm en voorspelbaar 
- Gedrag scheiden van persoon
- Structuur en grenzen 
- Functie van gedrag 
- De-escalerend handelen 
- Relatie opbouwen                                                    - Signaleren en samenwerken 

Slide 6 - Tekstslide

1. Blijf kalm en voorspelbaar 
Waarom?
Kinderen met externaliserend gedrag kunnen snel escaleren wanneer zij onveiligheid of onrecht ervaren. 

Hoe? 
Gebruik een rustige stem, wees consistent, laat lichaamstaal overeenkomen met wat je zegt.

Speciaal basisonderwijs
Structuur en voorspelbaarheid zijn nóg belangrijker. Gebruik visuele dagritmekaarten, pictogrammen of vaste routines.

Slide 7 - Tekstslide

Een leerling begint te schreeuwen als hij geen beurt krijgt. Wat doe je?

Slide 8 - Open vraag

2. Gedrag scheiden van persoon
Waarom?
Externaliserend gedrag is vaak een uiting van frustratie of onvermogen, niet onwil. 

Hoe?
Benoem het gedrag (“Je slaat nu iemand”), maar benadruk dat de leerling wél gewenst is (“Jij mag er zijn, maar slaan doen we niet”).

Regulier onderwijs
Leerlingen hebben vaak minder intensieve begeleiding; korte 1-op-1 momentjes kunnen al helpen.


Slide 9 - Tekstslide

3. Structuur en grenzen
Waarom?
Veel externaliserend gedrag ontstaat uit onduidelijkheid of onverwachte situaties.

Hoe?
Maak klassenregels zichtbaar en bespreek ze regelmatig. Gebruik stoplichtsystemen of beloningssystemen.

Speciaal onderwijs 
Vaak meer visuele ondersteuning (bijv. time-timers, beloningskaarten, picto-agenda).

Slide 10 - Tekstslide

4. Functie van gedrag 
Waarom?
Gedrag heeft altijd een reden (bijv. aandacht krijgen, vermijding, controle willen houden).

Hoe?
Analyseer: Wat gebeurde er vlak vóór het gedrag? Wat is de reactie? Wat bereikt de leerling ermee?

Speciaal onderwijs
Meer tijd voor observatie en analyse; vaak nauwe samenwerking met gedragsdeskundigen.

Slide 11 - Tekstslide

5. De-escalerend handelen 
Waarom?
In een opbouwende conflictsituatie kun je nog veel doen om escalatie te voorkomen.

Hoe?
Houd fysieke afstand, stel open vragen ("Wat heb je nodig om te kalmeren?"), bied keuzemogelijkheden ("Wil je nu even buiten zitten of met de time-timer vijf minuten rust nemen?")

Speciaal onderwijs
Vaak vaste de-escalatieruimtes of time-out plekken met duidelijke afspraken.

Slide 12 - Tekstslide

6. Relatie opbouwen 
Waarom?
Leerlingen met gedragsproblemen hebben vaak negatieve ervaringen met volwassenen.

Hoe?
Toon oprechte interesse, maak afspraken 1-op-1 en gebruik humor als het kan.

Speciaal onderwijs
Er is meer ruimte om relaties op te bouwen door kleinere groepen en meer individuele begeleiding.

Slide 13 - Tekstslide

7. Signaleren en samenwerken 
Waarom?
Je hoeft het niet alleen te doen.

Hoe?
Houd observatielijsten bij, overleg met IB’er of gedragsspecialist, betrek ouders/verzorgers op constructieve manier.

Speciaal onderwijs
Multidisciplinair team is standaard, met orthopedagogen en therapeuten.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide