Les 4 HVM hoofdstuk 6,7 en 8

HVM Les 4 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

HVM Les 4 

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Vragen over behandelde onderwerpen
  • Neuro-anatomie 
  • Functionele neurofysiologie
  • Superpositiefenomeen 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke zenuwbundel is er te zien op de afbeelding?

Slide 4 - Open vraag

Bij welk zenuwstelsel hoort de nervus vagus (zwervende zenuw of 10de zenuw)

Slide 5 - Open vraag

Neuronen in het perifere zenuwstelsel kunnen zichzelf herstellen.
Uit beschadigde zenuwen groeien nieuwe zenuwen dit noem je...
A
assimilatie
B
sprouting
C
innervatie

Slide 6 - Quizvraag

Wat is juist? De ruggenmergzenuw is…


A
motorisch
B
sensibel
C
zowel motorisch als sensibel

Slide 7 - Quizvraag

Welk antwoord is juist?



A
In een zenuwcel zitten het gelijk aantal neurieten als dendrieten
B
In een zenuwcel zitten meerdere neurieten en 1 dendriet
C
In een zenuwcel zitten meerdere dendrieten en 1 neuriet

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een mergschede of myelineschede?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de benaming van de afbeelding?

Slide 10 - Open vraag

Neuro-anatomie
Het zenuwstelsel is op te delen in drie verschillende manieren.

  • Anatomisch -> bouw en ligging
  • Evolutionair -> ontwikkeling
  • Functioneel -> functies

Slide 11 - Tekstslide

De drie niveaus

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Archi niveau

Slide 15 - Tekstslide

Paleo niveau

Slide 16 - Tekstslide

Neo niveau

Slide 17 - Tekstslide

Relevantie bindweefsel
Elke prikkel die je toedient heeft verschillende effecten op het menselijke zenuwstelsel. 
Via de efferente (de afvoerende impulsen vanuit het centrale zenuwstelsel) wegen komen massageprikkels uiteindelijk binnen in de verschillende gebieden van ons brein. 

We zien effecten op het archi-, paleo- en neoniveau. ​

Slide 18 - Tekstslide

Effecten

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Functionele neurofysiologie


De functionele neurofysiologie beschrijft de functies van de verschillende delen van het zenuwstelsel

Slide 21 - Tekstslide

Reflexbrein (Archi niveau)

Slide 22 - Tekstslide

Vitaal brein (archi niveau)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Emotioneel brein (paleo niveau)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Intuïtief brein (neo niveau​)
  •  Op latere leeftijd tot ontwikkeling​


  • Remmende invloed op het later ​
       gelegen deel van het zenuwstelsel ​


  • Intuïtieve deel komt eerder ​
      tot ontwikkeling deze bevindt ​
      zich in onze rechterhersenhelft
 ​

  • Meer dominant bij linkshandige ​
      mannen en vrouwen ​

Slide 27 - Tekstslide

Logisch brein (neo niveau)
  • Op latere leeftijd tot ontwikkeling ​

  • Gelegen in onze linkerhersenhelft ​

  • Heeft de overhand bij het ​
      grootste deel van de ​
      rechtshandigen en mannen ​

  • Verbonden door de hersenbalk:​
       maakt contact met beide delen mogelijk 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Super (hoger)positie(plaats) fenomeen​

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Ontwikkeling van een kind 
  • Motoriek geboorte geregeld door reflexen (Archi)​

  • Is het kind emotioneel versterkt de motoriek (Paleo) ​
​ 
  • Kruipen en lopen reflexen controleren hogere delen van het zenuwstelsel spelen een rol (Neo) ​

Slide 33 - Tekstslide

Welke soorten brein behoren bij het Archi-niveau?

Slide 34 - Open vraag

Welke soort(en) brein behoren bij het Paleo-niveau?

Slide 35 - Open vraag

Welke soorten brein behoren bij het Neo-niveau?

Slide 36 - Open vraag


Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Tekstslide

Vooruitblik
Hoofdstuk 9, 10 en 11 + voorbereiding opdracht deze komt in de chat te staan en bij bestanden.

Slide 39 - Tekstslide