A3 H3.5 Naar minder CO2-uitstoot in Nederland

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Op welk schaalniveau zijn we bezig in paragraaf 3.5?

1. lokaal
2. regionaal
3. nationaal
4. continentaal

Welke sector stoot in Nederland de meeste broeikasgassen uit?

1. Verkeer en vervoer
2. Afvalverwerking
3. Industrie en energie
4. Landbouw

Nederland was lang een van de koplopers in CO2-uitstoot per inwoner. Waardoor komt dat?

Voeg een foto toe van intensieve veehouderij.

Zoek op internet.
Wat is het nadeel van intensieve veehouderij?

Hoeveel kolencentrales zijn nog werkzaam in Nederland?

1. 2
2. 4
3. 6
4. 8

Op de volgende slide kom je op de website van de rijksoverheid. Scroll iets naar beneden en open het klimaatbeleid. Lees artikel 2 en beantwoord de vraag op de volgende slide.

https:

Noem twee belangrijke doelstellingen van de Klimaatwet voor Nederland.

Noem de vier functionaliteiten:

Geef de omschrijving van smart grid. En geef een voorbeeld hiervan

Geef hier een omschrijving van biobrandstoffen.

Welke twee biobrandstoffen worden wereldwijd het meeste gebruikt?
(zie vorige slide)

1. suikerriet en palmolie
2. koolzaadolie en houdpellets
3. houdpellets en palmolie
4. sojaolie en koolzaadolie

Noem enkele nadelen van biobrandstoffen (internet):

Op welke manier moet onze energie duurzaam worden opgewekt?

Over welke vorm van het opwekken van duurzame energie wordt sinds de oorlog in Oekraïne weer gesproken in Nederland?

Noem drie gevolgen hiervan:

Zou jij het een probleem vinden als er in jouw buurt windmolens worden geplaatst? Waarom wel/niet?

Noteer hier de omschrijving van het begrip ruimtelijk conflict.

Op welke manieren kan energie worden opgeslagen?

Waardoor is waterstof het meest effectief om energie op te slaan?

Waardoor is waterstof geen energiebron maar een energiedrager?

Op de volgende slide ga je een  klimaatquiz maken (10 vragen)

https:

Wat is je score?
Valt je score mee of tegen?

Heb je nog vragen/opmerkingen?

Huiswerk:

- maken opdracht 1 t/m 6 van paragraaf 3.5

- maken de herhaling van paragraaf 3.4 en 3.5