De Romeinen quiz
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat past in de zin?
De .... woonden in eenvoudige boerderijen.
De .... woonden in eenvoudige boerderijen.
A
Germanen
B
Romeinen
Slide 3 - Quizvraag
Wat past in de zin?
De ........ kwamen helemaal uit Italië.
De ........ kwamen helemaal uit Italië.
A
Germanen
B
Romeinen
Slide 4 - Quizvraag
Wat past in de zin?
Het gebied waar de Romeinen de baas waren, heette ...........
Het gebied waar de Romeinen de baas waren, heette ...........
A
het Romeinse Rijk
B
de Betuwe
Slide 5 - Quizvraag
Wat past in de zin?
Grote groepen Romeinse soldaten werden ............. genoemd.
Grote groepen Romeinse soldaten werden ............. genoemd.
A
legioenen
B
stammen
Slide 6 - Quizvraag
Welke slimme tactiek gebruiten de Romeinen om de baas te worden over de Germanen?
A
wachttorens bouwen
B
legerplaatsen
C
limes aanleggen
D
verdeel en heers
Slide 7 - Quizvraag
Wat past in de zin?
De grens van het Romeinse Rijk liep langs de rivier ........
De grens van het Romeinse Rijk liep langs de rivier ........
A
de Rijn
B
de limes
Slide 8 - Quizvraag
Wat past in de zin?
De Romeinen noemden de grens ..........
De Romeinen noemden de grens ..........
A
legerplaatsen
B
de limes
Slide 9 - Quizvraag
Wat past in de zin?
Ze bouwden ............ langs de grens.
Ze bouwden ............ langs de grens.
A
legerplaatsen
B
de wachttorens
Slide 10 - Quizvraag
Wat past in de zin?
Vanuit ........... werd de grens bewaakt
Vanuit ........... werd de grens bewaakt
A
de Rijn
B
de wachttorens
Slide 11 - Quizvraag
De Romeinen hadden veel discipline.
Wat hoort bij discipline?
A
gehoorzamen
B
veel oefenen
C
luieren
D
hard werken
Slide 12 - Quizvraag
Bataafse mannen waren soms soldaten
in het Romeinse leger.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Bataven waren Romeinen in de Betuwe.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Julius Civilis was een Bataafse soldaat
in het Romeinse leger.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Julius Civilis was leider van de Bataafse Opstand.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
1. De limes worden minder goed bewaakt.
2. De leiders in Rome gaan ruziemaken.
3. er komen volksverhuizingen.
4. De Romeinen gaan terug naar Italië
2. De leiders in Rome gaan ruziemaken.
3. er komen volksverhuizingen.
4. De Romeinen gaan terug naar Italië
A
2-1-3-4
B
1-2-3-4
C
3-2-1-4
D
3-4-1-2
Slide 17 - Quizvraag
Hoe kun je erachter komen of jouw woonplaats binnen het Romeinse Rijk viel?
A
door een historisch experiment uit te voeren
B
door een kaart te gebruiken
C
door voor- en nadelen te bedenken
