Week 4 - Continu verbeteren KPI's en OEE

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Continu verbeteren niveau 4

Week 1 - 7 november '18 Introductie

Week 2 - 14 november '18 Wat moet beter

Week 3 - 21 november 5S, de basis voor PDCA

Week 4 - 28 november '18 KPI's en OEE

Week 5 - 05 december '18 A3

Week 6 - 12 december '18 KAIZEN en SMED

Week 7 - 19 december '18 Auditteren

Week 8 - 09 januari '19 Herhaling en toets

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kijk eens ff naar Epke....
  • Wat moet er goed gaan om te winnen (kritisch)?
  • Wanneer is het genoeg (prestatie)?
  • Hoe wordt dit gemeten (indicator)?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je begrijpt het belang van de KPI's voor een bedrijf
  2. Je kent een aantal belangrijk KPI's
  3. Weet je welke bijdrage een operator aan het realiseren van KPI's moet leveren
  4. Weet je wat OEE is en kun je deze berekenen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoorbeeld
Om aan de marktprijs van een artikel te kunnen voldoen:
  • Machines effectief produceren KPI=OEE
  • Producten moeten aan spec. voldoen KPI=Afkeurprecentage gereed product
  • Er mogen niet te veel manuren besteed worden KPI=productiviteit

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met andere woorden...
De prijs van de producten is KRITISCH voor het succes en voortbestaan van de organisatie. De PRESTATIES die hiervoor geleverd moeten worden zijn effectief werkende machines, minimaal gebruik van manuren en goede producten maken. De INDICATOREN zijn het OEE-%, de productiviteit in producten per manuur en het afkeur%.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Effecten van KPI's
  • Ze bepalen wat wel en wat niet belangrijk is
  • Ze geven aan wat verbeterd moet worden
  • Ze stimuleren over eigen bijdrage na te denken
  • Ze zorgen dat je gaat nadenken over benodigde middelen
  • Ze nodigen uit tot overleg

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen is betrokken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is OEE?

Slide 15 - Tekstslide

Er zijn meerdere definities van OEE in omloop. Helaas is er tot op heden geen algemeen geaccepteerde definitie van OEE. Dat wil zeggen kijkende vanuit de verlies categorieën. De berekende KPI OEE is wel generiek: de effectieve tijd gedeeld door de geplande tijd maal 100%. Maar zoals al ettelijke malen in deze cursus uiteengezet, we denken niet in resultaten maar in verliezen. Daarom is het van groot belang om de OEE definitie te bezien vanuit de verlies categorieën. Verliezen kunnen we beïnvloeden, resultaten niet.
We hanteren de volgende definitie van OEE:
We starten met de volledig beschikbare tijd. We willen echter lang niet altijd de volle periode benutten. Bijvoorbeeld vanwege dure weekend- en/of nachturen en op feestdagen. De tijd die overblijft, is de fabriek open tijd.
In theorie kunnen en willen we dan de machine (of lijn) actief hebben. Er is echter een maar: we moeten natuurlijk wel orders hebben. Zo niet dan gaat de machine in overcapaciteit.
Hebben we orders dan begint de geplande tijd. Dit is de tijd waarin er activiteit rondom de machine is, en dit is ook het begin van de OEE. De geplande tijd is de noemer in de OEE breuk; OEE is effectieve tijd / geplande tijd x 100%. Met andere woorden: een OEE van 100% is de (vrij uitzonderlijke) situatie waarin de geplande tijd volledig wordt benut.
Omdat we in TPM verlies gedreven werken, nemen we alle OEE verliezen in de definitie mee. De verlies categorieën zijn achtereenvolgens:
• Routine stilstanden. Dit zijn vooraf geplande stilstanden waarvoor een standaard te formuleren is. Het belang en de effecten van standaarden hebben we uitvoerig behandeld in de module Prestatie Bewaking Systeem.
• Logistieke verliezen. Dit zijn aanvoer- en afvoerproblemen. Deze verliezen kunnen optreden in de dimensies mens, materiaal en product. In alle gevallen staat de machine stil.
• Technische storingen. Dit zijn stilstanden van meer dan 10 minuten. Kenmerkend is dat de inzet van de technische dienst nodig is om de stilstand te verhelpen.
• Korte stilstanden. Dit zijn de stilstanden korter dan 10 minuten. De machinevoerders kunnen deze stilstanden zelf verhelpen.
• Snelheids verliezen. De machine haalt niet het geplande aantal per minuut.
• Kwaliteits verliezen. De geproduceerde eenheden voldoen niet aan de specificatie.
Na aftrek van alle verliezen rest de effectieve tijd, de noemer in de OEE breuk.
Het is zaak om alle individuele stilstanden op de juiste manier te rangschikken ofwel in de juiste verlies categorie in te delen.
Ff uitrekenen....simpel

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ff uitrekenen...iets moeilijker

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ff uitrekenen...iets moeilijker

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week....

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag...
  • Neem deze informatie door en maak de casusopdracht

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies