9-5 Deelsommen vervolg

• Rekenen
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 4

Hoe zat het ook alweer?

12 : 4 =

64 : 4 =

Hoe zat het ook alweer?

Wat is delen?

Bedenk twee voorbeelden.

Lesdoel

Ik kan een deelsom met context uitrekenen.

Stappenplan

1. Lees goed en rustig het verhaal.

2. Zoek uit wat er gevraagd wordt.

3. Zoek uit welke som daarbij hoort.

4. Schrijf de som op en reken hem uit.

Voorbeeld

Klas BB1C bestaat uit 12 leerlingen. Er zijn 36 gummetjes beschikbaar. Hoeveel gummetjes zijn er beschikbaar per leerling?

Voorbeeld

Op De Pionier zitten 84 leerlingen. In elke klas zitten 12 leerlingen. Juf Chiquita heeft 252 zakjes chips gekocht voor de leerlingen. Hoeveel zakjes chips zijn er voor elke leerling?

Oefenen

Mieke koopt 4 cadeaus van 25 euro per stuk. Hoeveel euro is dat samen?

Oefenen

In de winkel staan 3 rijen van 21 gebakjes per rij. Hoeveel gebakjes zijn dat?

Oefenen

Merel heeft 86 boeken. Ze verdeelt de boeken eerlijk over 10 planken van de kast. Hoeveel boeken staan er op iedere plank en hoeveel boeken blijven er over?

Oefenen

Ik heb 78 kopjes koffie. Deze moet ik eerlijk over 4 tafels verdelen. Hoeveel kopjes koffie staan er op elke tafel?

Oefenen

Bij een ontbijt in een hotel staan 85 glazen sinaasappelsap. Deze worden verdeeld over 5 dienbladen. Hoeveel glazen sinaasappelsap staan er op elk dienblad?