4.3 Hoe verkoop ik mijn idee?

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

4.3 Hoe verkoop ik mijn idee? 

Pak alvast je schrift / boek erbij 

Korte herhaling van de vorige les. 

winst

rechtspersoon 

ondernemingsplan

exploitatiebegroting

Drop zoveel mogelijk woorden over deze vier begrippen

Wat is het belangrijkste motief voor ondernemers?

1. Veel geld uitgeven
2. Streven naar winst
3. Veel op vakantie gaan
4. Geen idee

Kvk Staat voor?

1. Kinderen voor Kinderen
2. Kopen van Kapitaal
3. Kamer van Koophandel
4. Kosten van Kaas

Wat is geen ondernemingsvorm?

1. Eenmanszaak
2. Tweemanszaak
3. Besloten vennootschap (BV)
4. Naamloze vennootschap (NV)

Alle aandelen staan op naam.

Eén persoon krijgt alle winst

Iedere vennoot is aansprakelijk.

Aandelen zijn vrij verhandelbaar.

NV

Eenmanszaak

Vof

BV

Wat is het verschil tussen werkgevers en werknemers?

1. Werknemers nemen mensen in dienst.
2. Werkgevers hebben mensen in loondienst
3. Werknemers werken in loondienst
4. Werkgevers nemen werk aan.

Stelling 1 Commericeele bedrijven streven naar winst.
Stelling 2 MacDonalds is een voorbeeld van een niet-commercieel bedrijf.

1. Beide stellingen zijn juist
2. Stelling 1 is juist Stelling 2 is onjuist
3. Stelling 1 is onjuist Stelling 2 is juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Wat is een consument

1. Aannemer
2. Afzet
3. Verkoper
4. Klant

Wat is afzet?

1. De hoeveelheid verkochte producten
2. Een ander woord voor consument
3. De prijs van een verkocht product
4. Iemand die de bus uitstapt

Hoe bereken je de omzet?

1. p + q
2. p x q
3. p - q
4. Geen idee

De doelgroep voor het
bedrijf "Beter horen" is

1. Baby's
2. Scholieren
3. Mensen die een rijbewijs hebben
4. Oudere mensen

Noem de 6 p's

Vrienden zijn enthousiast over een product.

Hoe noem je deze beïnvloeding?

1. Commerciële beïnvloeding
2. Ideële Reclame
3. Commerciële Reclame
4. Sociale Beïnvloeding

Prijspolitiek

• Hoge prijzen -> luxe uitstraling.   
• Lage prijzen -> goedkope uitstraling
• Psychologische prijzen ->  4,00 of 3,99 
  
• Afroomprijzen-> bij introductie een hoge prijs -> veel winst      en later wordt het product / dienst goedkoper
• Penetratieprijzen -> bij introductie  een scherpe prijs -> direct groot marktaandeel 

Aan de slag

 Alle opdrachten van 4.3 dienen gemaakt te worden.