1 sept Havo 4

Herhaling klimaat
 Zeestromen & Klimaatgebieden

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling klimaat
 Zeestromen & Klimaatgebieden

Slide 1 - Tekstslide

Oceaan- & Zeestromen

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik:
1. Waarom is de M.Z. zouter dan andere oceanen?

2. Hoe ontstaat een verticale stroming?

Slide 3 - Tekstslide

Verticale stroming ontstaat door het verschil in dichtheid:

De dichtheid (hoe zwaar het is) word bepaald door: 

- Zoutgehalte
- Temperatuur
v/h water

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen:

- Je weet het verschil tussen oppervlakkige en diepe zeestromen
- Je weet het verschil tussen koude en warme zeestromen, en kun de ligging ervan verklaren

Slide 5 - Tekstslide

Oppervlakkige zeestroom = door de wind (tot 100m diepte)

Diepe zeestroom: Ontstaat door de dichtheidsverschillen in het water 

Slide 6 - Tekstslide

Oceanische circulatie
Naast de invloed van de wind, is er nog een andere manier waarop de zeestromen op gang komen:


Verschillen in temperatuur en zoutgehalte
=
Thermohaliene circulatie

Slide 7 - Tekstslide

Oceanische circulatie
Koude zeestromen
  • Afkomstig uit relatief koud gebied (polen / opwelling)

Warme zeestromen
  • Afkomstig uit relatief warm gebied (tropen)



Slide 8 - Tekstslide

Oceanische circulatie
Deze zeestromen verdelen de warmte gelijkmatiger over de aarde.

In grote lijnen komen deze zeestromen overeen met de overheersende windrichting volgens het grote windsysteem

Slide 9 - Tekstslide

Oceanische circulatie
  • Warme zeestroom: zorgt voor warmte, regen en ijsvrijehavens tot aan Moermansk toe

  • Koude zeestroom: zorgt voor extra koud klimaat. In subtropen: voorkomen woestijnen; koude zeewater koelt de lucht erboven af, waardoor deze weinig vocht kan vasthouden.

Slide 10 - Tekstslide

Thermohaliene circulatie
Thermo = Temperatuur
Halien = Zoutgehalte

Zout & Koud = Zwaar

Filmpje: Waarom is het in de winter in Canada zoveel kouder dan in Nederland?

Slide 11 - Tekstslide

Overzicht: Thermohaliene circulatie



1. Water rond de tropen wordt sterk verwarmd door de zon
2. Er verdampt veel water (Water wordt dus zouter)
3. Water stroomt naar NW Europa en koelt af
4. Deels bevriest water (Water wordt nog zouter)
5. Water wordt zo zwaar dat het naar de diepte zakt bij IJsland
6. Als dieptestroom stroomt het terug naar de polen
7. Door opwelling komt het water weer boven


Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen:

- Je weet het verschil tussen oppervlakkige en diepe zeestromen
- Je weet het verschil tussen koude en warme zeestromen, en kun de ligging ervan verklaren

Slide 13 - Tekstslide

Maken opdracht 2!

Slide 14 - Tekstslide