Gram. H3: herhalen zinsontleding incl. bijv. bijzin + uitleg beknopte bijzin/verkeerd aansluitende

Gram. H3:

- 3H: herhaling zinsontleding + maken 2, 3 en 4

- 3V: uitleg beknopte en verkeerd aansluitende bijzin + maken 3, 6 en 8


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gram. H3:

- 3H: herhaling zinsontleding + maken 2, 3 en 4

- 3V: uitleg beknopte en verkeerd aansluitende bijzin + maken 3, 6 en 8


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Gram. 3H:

- Je herhaalt de zinsontleding omtrent de samengestelde zinnen en bijvoeglijke bijzinnen.


Gram. 3V:

- Je leert wat een beknopte bijzin is.

- Je leert wanneer een bijzin verkeerd aansluit op de hoofdzin.



Grammaticastencil delen via SOM)

Slide 2 - Tekstslide

3 havo:

- herhalen zinsontleding

- maken opdracht 2 t/m 4 van Grammatica H3


3 vwo:

- herhalen zinsontleding

- uitleg beknopte bijzin

- uitleg verkeerd aansluitende bijzin

- maken opdracht 3, 6 en 8 van Grammatica H3


Slide 3 - Tekstslide

Zinsdelen

Wwg of nwg: gezegde van de zin (stappenplan op de volgende dia)

Ond = wie/wat + wwg?
Lv = wie/wat + wwg + ond?

Mv = aan wie of voor wie?

Vzv = zinsdeel dat begint met een voorzetsel, hoort bij het belangrijkste werkwoord in de zin en heeft een figuurlijke betekenis

Bwb = prullenbak (waar, wanneer, hoe etc.)

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan naamwoordelijk gezegde 
1 Zoek het onderwerp van de zin op.
2 Zoek het belangrijkste werkwoord van de zin op.
3 Staat het werkwoord in het rijtje van de kww?
                                                           4  Doet of is het onderwerp iets?

Nee = wwg                                      Doet = wwg                       Is = nwg

Slide 5 - Tekstslide

Zinsdeelstukken

Bvb = zegt iets over het kernwoord in een zinsdeel.

Het lieve kind op school | heeft | strafwerk | gekregen.


Bijstelling = zegt hetzelfde als ervoor staat, maar dan in andere woorden. Staat tussen twee komma's of tussen een komma en een punt.

Meneer Visser, docent economie, maakt een rekenfout.

Slide 6 - Tekstslide

Oefenzinnen

H: Vanwege een kapotte bovenleiding rijden er vanavond geen treinen tussen Arkel en Hardinxveld.

V: Vanwege de slechte weersomstandigheden is de laatste etappe van de wielerronde flink ingekort.


1. Neem de zin over.

2. Benoem de zinsdelen: wwg/nwg, ond, lv, mv, bwb.

3. Kijk of je nog een bijvoeglijke bepaling of bijstelling kunt vinden.

Slide 7 - Tekstslide

Havo:

wwg = rijden

Ond = (geen) treinen

Lv = x 

Mv = x 

Bwb = vanwege een kapotte bovenleiding + tussen Arkel en Hardinxveld (geen) + vanavond

-----------------------------------

Bvb:

kapotte --> bovenleiding


Vwo:

wwg= is ingekort

Ond = de laatste etappe van de wielerronde

Lv = x 

Mv = x

Bwb = vanwege de slechte weersomstandigheden + flink

-------------------------------

Bvb:

laatste --> etappe

van de wielerronde --> etappe

slechte --> weersomstandigheden




Slide 8 - Tekstslide

Korte herhaling hoofd- en bijzinnen

Alleen bij samengestelde zinnen kun je hoofd- en bijzinnen benoemen:

- Hoofdzin: de persoonsvorm staat op de 1e of 2e plaats in de zin

- Bijzin: de persoonsvorm staat op een andere plaats in de zin


Hoofdzin + hoofdzin = gelijk = nevenschikking (en/want/maar/of)

Hoofdzin + bijzin = ongelijk = onderschikking 

Bijzin + hoofdzin = ongelijk = onderschikking

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen hoofd- en bijzinnen
- Verdeel de zin in tweeën.
- Omcirkel het voegwoord.
- Benoem de hoofd- en bijzinnen.

H:
Denk jij dat je dit spel gaat winnen?
V: Het enige wat ik nog moet leren voor de toets Engels, zijn de onregelmatige werkwoorden.

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden oefenen hoofd- en bijzinnen
- Verdeel de zin in tweeën.
- Omcirkel het voegwoord.
- Benoem de hoofd- en bijzinnen.

H:
Denk jij | dat  je dit spel gaat winnen?
      h-zin                           b-zin
V: Het enige wat ik nog moet leren voor de toets Engels| zijn de onregelmatige werkwoorden.
                                  b-zin                                                                                         h-zin

H-zin + H-zin = nevenschikking
H-zin + B-zin = onderschikking
B-zin + H-zin = onderschikking

Slide 11 - Tekstslide

HV: bijvoeglijke bijzin (aantekening)

Een bijvoeglijke bijzin (bvbzin):

geeft onmisbare of extra informatie over het woord dat ervoor staat (lijkt op de bijvoeglijke bepaling, maar dan in zinsvorm)

- begint meestal met een betrekkelijk voornaamwoord (woord dat terugwijst naar een woord dat ervoor staat, zoals die, dat, wat etc.)


De leerlingen die hun werkstuk al hadden ingeleverd, mochten naar huis.

Het leukste wat ik in het weekend heb gedaan, is lezen.








Slide 12 - Tekstslide

3 havo:

- maken opdracht 2 t/m 4 van Grammatica H3


3 vwo:

- uitleg beknopte bijzin

- uitleg verkeerd aansluitende bijzin

- maken opdracht 3, 6 en 8 van Grammatica H3


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

3 havo:

- maken opdracht 2 t/m 4 van Grammatica H3


3 vwo:

- maken opdracht 3, 6 en 8 van Grammatica H3


Op de volgende pagina is nog een fragment te vinden over de verkeerd aansluitende beknopte bijzin.




Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video