Gram. H3: herhalen zinsontleding incl. bijv. bijzin + uitleg beknopte bijzin/verkeerd aansluitende

Gram. H3:

- 3H: herhaling zinsontleding + maken 1,  2, 3 en 4



1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gram. H3:

- 3H: herhaling zinsontleding + maken 1,  2, 3 en 4



Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Gram. 3H:

- Je herhaalt de zinsontleding omtrent de samengestelde zinnen en bijvoeglijke bijzinnen.





Stencil  staat op SOM

Slide 2 - Tekstslide

3 havo:

- herhalen zinsontleding

- maken opdracht 2 t/m 4 van Grammatica H3


Je kunt extra oefenen op de methode site en Cambiumned.nl

Slide 3 - Tekstslide

Zinsdelen

Wwg of nwg: gezegde van de zin (stappenplan op de volgende dia)

Ond = wie/wat + wwg?
Lv = wie/wat + wwg + ond?

Mv = aan wie of voor wie?

Vzv = zinsdeel dat begint met een voorzetsel, hoort bij het belangrijkste werkwoord in de zin en heeft een figuurlijke betekenis

Bwb = prullenbak (waar, wanneer, hoe etc.)

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan naamwoordelijk gezegde 
1 Zoek het onderwerp van de zin op.
2 Zoek het belangrijkste werkwoord van de zin op.
3 Staat het werkwoord in het rijtje van de kww?
                                                           4  Doet of is het onderwerp iets?

Nee = wwg                                      Doet = wwg                       Is = nwg

Slide 5 - Tekstslide

Zinsdeelstukken

Bvb = zegt iets over het kernwoord in een zinsdeel.

Het lieve kind op school | heeft | strafwerk | gekregen.


Bijstelling = zegt hetzelfde als ervoor staat, maar dan in andere woorden. Staat tussen twee komma's of tussen een komma en een punt.

Meneer Visser, docent economie, maakt een rekenfout.

Slide 6 - Tekstslide

Oefenzin

Vanwege een kapotte bovenleiding rijden er vanavond geen treinen tussen Arkel en Hardinxveld.



1. Neem de zin over.

2. Benoem de zinsdelen: wwg/nwg, ond, lv, mv, bwb.

3. Kijk of je nog een bijvoeglijke bepaling of bijstelling kunt vinden.

Slide 7 - Tekstslide


Nakijken oefenzin





wwg = rijden

Ond = geen treinen

Lv = x 

Mv = x 

Bwb = vanwege een kapotte bovenleiding + tussen Arkel en Hardinxveld

-----------------------------------

Bvb:

kapotte --> bovenleiding


Slide 8 - Tekstslide

Korte herhaling hoofd- en bijzinnen

Alleen bij samengestelde zinnen kun je hoofd- en bijzinnen benoemen:

- Hoofdzin: de persoonsvorm staat op de 1e of 2e plaats in de zin

- Bijzin: de persoonsvorm staat op een andere plaats in de zin


Hoofdzin + hoofdzin = gelijk = nevenschikking (en/want/maar/of)

Hoofdzin + bijzin = ongelijk = onderschikking 

Bijzin + hoofdzin = ongelijk = onderschikking

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen hoofd- en bijzinnen
- Verdeel de zin in tweeën.
- Omcirkel het voegwoord.
- Benoem de hoofd- en bijzinnen.

1. Denk jij dat je dit spel gaat winnen?
2. Het enige wat ik nog moet leren voor de toets Engels, zijn de onregelmatige werkwoorden.

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden oefenen hoofd- en bijzinnen
- Verdeel de zin in tweeën.
- Omcirkel het voegwoord.
- Benoem de hoofd- en bijzinnen.

1. 
Denk jij | dat  je dit spel gaat winnen?
      h-zin                           b-zin
2. Het enige wat ik nog moet leren voor de toets Engels| zijn de onregelmatige werkwoorden.
                                  b-zin                                                                                         h-zin

H-zin + H-zin = nevenschikking
H-zin + B-zin = onderschikking
B-zin + H-zin = onderschikking

Slide 11 - Tekstslide

 bijvoeglijke bijzin (aantekening)

Een bijvoeglijke bijzin (bvbzin):

geeft onmisbare of extra informatie over het woord dat ervoor staat (lijkt op de bijvoeglijke bepaling, maar dan in zinsvorm)

- begint meestal met een betrekkelijk voornaamwoord (woord dat terugwijst naar een woord dat ervoor staat, zoals die, dat, wat etc.)


De leerlingen die hun werkstuk al hadden ingeleverd, mochten naar huis.

Het leukste wat ik in het weekend heb gedaan, is lezen.








Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!

- maken opdracht 1 t/m 4 van Grammatica H3

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

3 havo:

- maken opdracht 2 t/m 4 van Grammatica H3


3 vwo:

- maken opdracht 3, 6 en 8 van Grammatica H3


Slide 20 - Tekstslide